| |
| |
| |
Boekbespreking.
Ruth Schaumann: Der Rebenhag. Gedichte. Verlag J. Kosel & Pustet, Munchen.
Weer een bundel van circa twee honderd gedichten! Het wordt bij iedere gave van R. Schaumann een blij verbazen over zulk een overdadige bloeseming van poëzie. Want dit is het wonder: dat onder deze twee honderd gedichten er wel zwakkere, minder volle, minder gesatureerde zijn, maar geen enkel dat niet uit de immer wellende bron gestroomd is van een zuiver dichterschap. Deze Rebenhag vormt een triptiek: gedichten over liefde, huwelijk en moederschap; christelijke gestalten; mystieke samenspraken tusschen God en de ziel. Hier zijn natuur en bovennatuur zoo harmonisch en zoo volstrekt in en door elkaar verweven dat zij niet meer van elkaar te scheiden of te onderscheiden zijn. Het is werk die echo en weerglans geeft van schoonheid eener hoogere orde.
A.V.C.
| |
Dr. Jul. Persijn: Hendrik Ibsen, Deel 1. - Uitg. De Standaard. - Pr. 30 fr.
Dit is Vlaanderen's feestgave bij de herdenking van den grooten Noor. Het lijkt wel een ‘vie romancée’, zoo levendig en boeiend is dat verteld. Dit is de uitzonderlijke bekoring van Persijn's wetenschappelijken arbeid: dat de lezer niet eens vermoedt hoeveel wetenschap, hoeveel opsporingen zelfs in zijn schijnbaar vulgariseerenden kritischen arbeid, werden opgenomen, geassimileerd, verwerkt en herschapen. Zoo is Dr. J. Persijn geworden een van de grootste volksopvoerders van het moderne Vlaanderen.
Na het verschijnen van het 2e deel komen we op deze Ibsen-studie terug.
Dr. V.
| |
André de Poncheville: Le chemin de Rome. Préface de R. Bazin, Ed. Desclée, De Brouwer & Co, Bruges.
In dezen tijd van jachtende autos, daverende sneltreinen en ronkende vliegtuigen heeft André de Poncheville weer den pelgrimstaf opgenomen, om naar oude en roomsche zede te gaan knielen op St. Pietersgraf. Van de Notre Dame te Parijs ging de tocht door Burgondië en de Alpen over, Romewaarts. Hij dronk aan de bronnen in het veld, verobberde zijn maal langs den weg en sliep in herbergen en gasthoven die geen enkele reisgids vernoemt. Hij zag de lieden langs de baan en aan den arbeid en hij zag de eindelooze golving van het landschap, zooals geen snelheidsjager het ooit gezien heeft van uit een kilometer-vretenden sneltrein. Dit boek is het relaas van deze reis.
Een mooi en een stichtend boek.
W.E.B.
| |
Cyriel Buysse: Kerels. - Uitg. Van Ryssrelberghe & Rombaut, Gent.
Hier is weer de sappige verteller aan het woord over de mannen van zijn streek. ‘Kerels’ allemaal; typen waar Buysse van ophalen kan. 't Is altijd dezelfde Buysse en 't is altijd bitter en plezant.
W.E.B.
| |
Emmy Hennings: Der Gang zur Liebe. Ein Buch von Staedten, Kirchen und Heiligen. Verlag J. Kosel & Pustet, Munchen.
Daar is in het leven van deze jonge bekeerlinge veel dat ons herinnert aan de stormachtige jaren die de bekeering van Francisca Van Leer zijn voorafgegaan. Ook haar heeft de storm van het leven geslagen en gelitteekend en ze heeft de foltering van den kerker gekend. Maar de genade grijpt een mensch, wanneer hij er minst op bedacht is. Plots stortte er zulk een klaarte over haar dat ze ervan duizelde. Dan heeft ze na ‘Das Brandmal’, en ‘Gefãn- | |
| |
genis’, ‘Das ewige Lied’ gezongen. Maar haar hart bleef trekken naar het Hart der Wereld en ze heeft den tocht ondernomen naar het Zuiden. ‘Der Gang zur Liebe’, is van dezen tocht het relaas; waarvan de schrijfster zelf, ondanks al de schoonheid die hare oogen aanschouwden, het centrale punt is gebleven. Ze heeft haarzelf niet kunnen ontvluchten.
Dr. L.D.S.
| |
Wiederbegegnung von Kirche und Kultur in Deutschland. Eine Gabe fur Karl Muth. - Verlag J. Kosel & Pustet, Munchen.
Een aantal Duitsche geleerden, letterkundigen en kunstenaars hebben aan Karl Muth den zestigjarigen leider van Hochland en grooten emancipator onder de katholieken, een feestgave aangeboden die niet zoo spoedig verwelken zou als de bloemen die hem geschonken werden. Zij hebben een twintigtal artikelen gebundeld over de ontwaking en den groei der katholieke kultuur in de Duitsche gemeenschap. Hebben hieraan meegewerkt: Prof. Nadler met een bijdrage over den strijd dien Hochland heeft te voeren gehad; de Dr. M. Ettlinger over Schlegel, Deutenger en Muth als ‘Kunder des religiôsen Urgrundes aller Poesie’, van Hermann Bahr, Franz Herwig, Peter Dörfler e.a.
Een feestgave van blijvende waarde.
Dr. L.D.S.
| |
G.K. Chesterton: De krankzinnige rechter. - Vertaald door F. Van Velsen. Uitg. Nederl. Boekhuis, Tilburg.
Dit van geest sprankelend boek hoeft geen verdere aanbeveling.
D.W.
| |
Joseph Conrad en Ford Madox Hueffer: Het Kapersnest. - Vertaald door C. Hendriks. - Uitg. Het Nederl. Boekhuis, Tilburg.
Een van de beste en boeiendste verhalen uit het oeuvre van dezen beroemden romancier V. Conrad.
D.W.
| |
A. Wibbelt: De Pastoor van Driebeek. - Vertaling van J.H. van Winds. Uitg. P. Brand's Uitgeversmaatschappij, Hilversum. Pr. 2,75 fl.
Dr. Augustin Wibbelt is een vreugde geweest voor duizenden; hij is de schrijver van het bekende Zonneboek. Thans vertelt hij van het leven van den pastoor van Driebeek, tusschen zijne eenvoudige, gemoedelijke, vroolijke parochianen. Gezonde volkslectuur.
W.B.
| |
Pater Duchaussois: De onbekende Apostelen. - Vert. door P. Peskens. Uitg. De Vl. Drukkerij, Leuven.
Een hulde aan den heldenmoed, den ijver en de onmisbare hulpvaardigheid der te veel vergeten missiebroeders. De missionaris zaait het woord des Heeren en hij haalt den zegen binnen van den oogst; maar laten we hierbij niet vergeten die eenvoudige missiebroeders die het zware voorbereidende werk hebben verricht dat dezen oogst heeft mogelijk gemaakt; die boomen hebben omgehakt, bosschen hebben ontgonnen, kapellen en scholen hebben gebouwd, gevischt en gejaagd hebben voor het levensonderhoud der paters; die landbouwers, bouwmeesters, sledevaarders en schippers tegelijk zijn geweest.
Over hun leven en arbeid verhaalt dit boek.
W.B.
| |
De Nederlandsche poezie in honderd verzen, bijeengebracht en toegelicht door Dirk Coster. - Uitg. Van Loghem Slaterus, Arnhem en De Sikkel, Antwerpen.
Dirk Coster heeft niet bedoeld te geven de ‘honderd beste nederlandsche gedichten’, maar de nederlandsche poezie in honderd verzen: berg- en heuveltoppen der ned. dichtkunst. Te onderzoeken of juist deze gedichten en geene andere de zuiverste uiting zijn geweest dezer poezie in een bepaalde periode en in het werk van een bepaald dichter heeft geen zin. Het is een kwestie van persoonlijke smaak en voorkeur. Dit is ongetwijfeld een voortreffelijke keuze; maar het voortreffelijkste van dezen bundel is: de honderd-bladzijden-lange inleiding, waarin Dirk Coster het karakter der verschillende bloeitijdperken onzer literatuur kenschetst, de historische atmosfeer herschept waarin de vertegenwoordigers dezer onderscheidene perioden geleefd en gearbeid hebben. Het is een monumentaal stuk.
Dr. L.D.S.
| |
| |
| |
Dirk Coster: Verzameld Proza Deel I en II. - Uitg. N.V. Van Loghum' Uitgeversmaatschappij, Arnhem.
Na Verwey heeft niemand in Nederland zoo begrijpend, zoo indringend over het wezen der poezie geschreven als Coster. Niemand heeft er zuiverder de wezenlijke waarden onderscheiden van de misleidende uiterlijkheden, niemand heeft er gaver het wezen van het besproken werk of den behandelden schrijver verwoord dan hij. Dirk Coster heeft steeds betracht doorheen de estetische schoonheid van het werk de menschelijkheid van den kunstenaar te benaderen en te ontsluieren en hij doet het telkens met een uitzonderlijke ruimheid, ontvankelijkheid en mildheid. Kritiek op kritiek zou alleen in een uitvoerige studie waartoe de ruimte ontbreekt, eenig nut hebben; maar deze korte karakteristiek kan allicht volstaan om onze leeraars in de literatuur, die de levensbeschouwing van Dirk Coster aan onze katholieke beginselen kunnen toetsen, van het belang dezer kritieken en essays te overtuigen.
Dr. L.D.S.
| |
Hans Naumann: Die Deutsche Dichtung der Gegenwart. J.B. Metzlersche Verlagsbuchhandlung, Stuttgart. 3e Erwerkte Auflage, 392 S. Scheftet M. 8.
Dit is het zesde deel van de zeer belangrijke literatuur-historische studiënreeks: Epochen der deutsche Literatur, onder leiding van Prof. Dr. J. Zeitler; en het is een van de merkwaardigste. Het is, voor zoover me bekend is, de voortreffelijkste synthetische studie over de evolutie der moderne duitsche literatuur, op het gebied van het tooneel - den roman - en de lyriek, van naturalismus tot expressionismus. Het is synthese en literatuurgeschiedenis tegelijk; maar deze synthese is geen vooropgesteld systeem naar hetwelk de literatuurgeschiedenis wordt gericht of omgebogen; zij is gegroeid uit een diepgaand doorspeuren, aan- en navoelen van de verscheidene, wisselende, stroomingen in de literatuur, de wisselwerking der krachten, de duurzame waarden en de modische verschijnselen. Naumann bezit twee eigenschappen die bij critici en geschiedschrijvers der literatuur vaak afzonderlijk maar zelden in denzelfden persoon vereenigd zijn: den diepen, geduldigen ernst van den geleerde, en het gevoel, het inzicht en de ontvankelijkheid van een dichter.
In H. Naumann vormen ze een harmonisch geheel.
Dr. L.D.S.
| |
M. Constantin-Weyer: Un homme se penche sur son Passé. - Rieder, Paris. 12 fr.
Schrijver heeft lange jaren in Canada vertoefd. Hij kent het bedwelmende, vrije leven in de ‘Prairie’, in de diepe wouden, of in de onmetelijke sneeuwvelden van het hooge noorden. Cowboy, ontginner, trapper, alle ambachten heeft hij geoefend, zonder daarom te kort te doen aan kunst en geestelijke cultuur. Toen de wereld oorlog uitbrak, verliet hij Canada's grootsche natuur om het Fransche leger te vervoegen. Sedertdien is hij aan 't schrijven gegaan, en heeft een aantal romans uitgegeven, die ‘L'Epopée canadienne’ uitmaken. Zijn nieuwe roman is de laatste dezer reeks. Een schoon, gezond en zeldzaam boeiend boek; eens begonnen, leest men in één adem tot het einde. Men voelt dat het hier niet te doen is om literatuur, maar dat het uit het leven gegrepen is. De natuur is om zoo te zeggen hoofdpersoon. De menschen die vóór ons leven, zijn goed getypeerd: Iersche, Schotsche, Bretonsche ontginners; cow-boys; een schoone missionarisfiguur. Het onderwerp zelf van den roman is niet heel nieuw, maar eenvoudig en sober bewerkt. De held, bijgenaamd Frenchy, een man uit de ‘Prairie’, zegt aan zijn vroeger leven vaarwel. Hij wordt verliefd. Doch een ander is hem voor. Om Hannah te vergeten, onderneemt hij eens te meer, gedurende den winter, de afmattende reis naar het verre noorden, om den handel in pelsen te drijven. Na lange maanden keert hij terug, en nu verneemt hij dat zijne liefde beantwoord wordt. Hij huwt met Hannah. Tusschen die twee, zoo verschillend van ras, karakter en cultuur, komt al gauw misverstand en oneenigheid; deze groeien aan trots de geboorte van een kindje. Totdat op zekeren dag, de jonge vrouw met haar vroegeren minnaar vlucht, en haar kindje meeneemt. Alle opzoekingen blijven vruchteloos, ze zijn spoorloos verdwenen. Slechts de toeval zal, een paar jaren later, Frenchy brengen bij het graf van zijn dochterken. Op dit smartelijk, sober geteekend tafereel sluit dit schoone
boek.
L.D.
| |
| |
| |
Gabriel d'Aubarède: Agnès. - Librairie Plon, Paris. - 12 fr.
't Is de geschiedenis van een jong meisje dat onbewust naar de liefde haakt en ervoor terugschrikt, zich heimelijk verlooft met een jongeling, Hervé, dien ze bemint en die haar bemint. Doch anderhalf jaar moeten ze gescheiden blijven, zonder malkander zelfs te schrijven. Nu beginnen de moeilijkheden thuis. Agnès haar kostbaar geheim wordt ontdekt. Hare moeder wil haar dwingen tot een huwelijk met een reeds bejaarden baron. Agnès heeft den moed niet te weigeren, maar weet den ongewenschten bruidegom twee keeren achtereen door de zonderlingste middelen los te worden. Eindelijk komt Hervé terug. Gaat ze hare liefde en hare verloving met hem nu bekennen, en gelukkig zijn? Dat zou te eenvoudig zijn! Ze stuurt hem weg en trouwt met den reeds tweemaal afgescheepten baron - en denzelfden avond vlucht ze naar Hervé toe, om hem te smeeken haar te helpen haar onvoltrokken huwelijk te verbreken. Ze heeft eindelijk begrepen dat ze hem alleen bemint en toebehooren wil.
Aan talent ontbreekt het niet in dit roman. Maar hoe opgeschroefd en ziekelijk overdreven is dat alles!
L.D.
| |
R. Kuitert: Willem de Merode. - Uitg. Wolters. Pr. fl. 0,75.
Hiermede opent R. Kuitert een reeks inleidingen en wijdingen tot het werk van Nederlandsche woordkunstenaars der twintigste eeuw.
K.
| |
Robert Leibert S.J.: Konnersreuth. - Verlag Herder & Co., Freiburg.
Een uitstekend relaas en onderzoek over de merkwaardige gebeurtenissen van Konnersreuth.
K.
| |
Pol Le Roy: De Zaalge Roede. - Drukkerij Wils, St. Amands.
Er is na 't lezen van dezen eersten bundel nog weinig te voorspellen over het dichterschap van Pol Le Roy. Er zijn eerstelingen, waarin ge dadelijk en onmiskenbaar den ‘slag’ hoort van een hart, dat dicht en dichten zal uit innerlijken dwang; maar er zijn ook dichters die slechts met een wankele belofte aanvangen, doch langzaam de volle ontvouwing van hun gaven bereiken. Pol Le Roy behoort niet tot de eerste; hij kan behooren tot de laatste. Die belofte ligt zekervervat in zijn eersten bundel, al zit zijn eigen wezen nog te zeer verscholen achter het humanitarisme à la Moens, veel naoorlogsche geexalteerdheid en de rethoriek van Verschaeve.
Maar er is bovendien in dezen bundel een niet geringe dosis romantisme. Zooveel somberheid en gejammer over rot- en geilheid en ellende treft men meer aan in het werk van beginnelingen; dat is een jeugdziekte waarvan een aankomend dichter zich zoo spoedig mogelijk moet bevrijden. In elk geval mag de jeugd van P. Le Roy geen excuus zijn voor smakelooze dingen als deze:
‘Nog voel ik nacht, vetgelijmd op m'n rug’
‘M'n ooren, waar de vuilheid kleeft en 't groene vocht
dat slijmt uit vetgen slangenmond’
We hopen dat een tweede bundel van P. Le Roy, waarmede hij niet te haastig weze, onze verwachtingen vasteren voet geeft.
A.V.C.
| |
Gerard Brom: Hollandsche Schilders en Schrijvers in de vorige eeuw. - Uitg. W.L. & J. Brusse's uitgeversmaatschappij, Rotterdam.
Een eeuw wisselwerking tusschen Nederlandsche schilders en letterkundigen: hoe eerst de romantiek van Alberdingk Thym, Potgieter en hun litteraire tijdgenooten de conceptie der schilders beinvloedden en van de schilders wilde maken de illustrators van Nederlands historisch verleden; hoe echter de schilderkunst zich via Bosboom en Israëls loswerkte uit den ban der literatuur, om rond de jaren tachtig op hare beurt de literatuur te beinvloeden; tot het impressionisme en het naturalisme in de schaduw gingen vóór de opkomende gemeenschapskunst en de monumentale schoonheid.
De wetenschappelijke arbeid van Prof Brom is zooals zijn levend woord: spranke- | |
| |
lend, scherp en verrassend van documentatie. Het is een gespannen genot aldus een eeuw van artistiek en letterkundig leven, bedrijvigheid en strijd voor zijne oogen te zien voorbijschuiven.
Dr. L.D.S.
| |
Maurits Laska: Het Kindeke zei... Uitg. Abdij, Averbode.
Een bundel pretentielooze gedichtjes, waarvan er ongetwijfeld een heel aantal met succes door onze jongere meisjes kunnen voorgedragen worden. Geen wijze, groote-menschenpraat in een kindermond; maar eenvoudige dingetjes, gemakkelijk van rythme en val. Magda Van Reusel maakte er een twaalftal teekeningen bij.
D.W.B.
| |
Lode Zielens: Het jonge Leven. - Uitg. Regenboog, Antwerpen.
L. Zielens heeft deze eerste schetsen chronologisch gebundeld. Dat brengt een gevaar mee en een voordeel: Het gevaar dat de lezer niet verder komt dan ‘Het Poortje’; want deze eerste schets is nog erg verliteratuurd en geschreven in een vrij slordige taal. Aldus: ‘De tafels, de stoelen, den al bleef stilstaan van verveling en louter gewoonte. Tegen de Zoldering, in gouden lier, hong de gaslamp te broebelen van eenzaamheid’. Dat behoort nog tot de vooroorlogsche schetsenschrijverij, die voor onze letterkunde geen gewin is geweest.
Maar die chronologische rangschikking heeft anderzijds het voordeel op duidelijker wijze den groei aan te toonen van deze literaire belofte tot een stuk echte ontroerende schoonheid. Ik zou het betreuren indien iemand dit jonge boekje mocht terzijde leggen vóór hij dat slotstuk ‘Antoinette, onze moeder’ heeft gelezen. Hier is geen spoor van literatuur en schoonschrijverij meer merkbaar; hier is het naakte, smartelijke leven gevat op het moment vanen gezien in het licht der schoonheid. Hier heeft het gemoed van een volksjongen, - die al de rauwe miserie van een sjouwersleven aan de haven: armoede, dronkenschap, ontrouw en slagen, heeft gezien of ervaren, - zich uitgestort in sobere woorden, geladen van herinnering en ontroering. Antoinette, onze moeder...
A.V.C.
| |
Paul Van Ostayen: Gedichten (Music-Hall, Sienjaal, Feesten van Angst en Pijn, Eerste boek van Schmoll). - Uitg. De Sikkel, Antwerpen.
Dit is het boek der verwonnen standpunten; behalve, naar het inzicht van den dichter, het laatste. Music-Hall beschouwde hij als een jeugdzonde, en over de humanitaire poëzie van ‘Sinjaal’, het typographische curiosum van ‘Bezette stad’, het futurisme van Feesten van Angst en Pijn, was hij in zijn laatste stadium gekomen tot de ‘zuivere poëzie’ van Eerste Boek van Schmoll. Dat was althans het laatste stadium, toen de dood dit leven van gaven en verbazende mogelijkheden greep'; want wat bij verder leven de volgende gedaanteverandering van dezen speelschen, rijken geest zou geweest zijn, kon, - zooals voor Vermeylen's Wandelende Jood - gelukkig, geen enkele slimmerik weten.
D.W.
| |
Frantz Funck-Brentano: Le Drame des Poisons (Bibliothèque ‘Historia’). - Jules Tallandier, Paris. 25 frs.
Meesterlijk weet schrijver historische episoden in 't licht te stellen. Daarvan is zijn boek ‘Marie-Antoinette ou l'énigme du Collier’ een treffend bewijs. Niet minder boeiend en voorzeker even tragisch is zijn nieuw boek, dat men zonder huiveren niet kan lezen. Het toont ons de afgrijselijkste jammerpoelen der menschelijke natuur. Eerst verhaalt het ons de lotgevallen der markiezin de Brinvilliers, de beruchte giftmengster, die hare menigvuldige misdaden eindelijk met haar hoofd betaalde. Doch haar proces leidde tot het ontdekken van gansch eene organisatie van misdadigers: duivelskunstenaars, giftmengsters, afgedwaalde priesters, schurken van alle slag. Te Parijs, in de tweede helft der XVIIe eeuw woekerden tooverij, zwarte missen, vergiftigingen. Het proces der vrouw Voisin bracht dat alles aan 't licht, en de grootste namen in 't gedrang; o.a. Mme de Montespan, toen op het toppunt van hare macht. Zoo ver gingen de bekentenissen, dat Lodewijk XIV de ‘Chambre ardente’ schorste: te veel aanzienlijke personen werden in die weinig verkwikkelijke zaken betrokken. Welke tijd en welke zeden!
| |
| |
Doch het boek is boeiend, niet alleen om de gruwelen waarover het handelt, maar, omdat het een leerrijken kijk geeft over het gerecht, onder een vorst met onbeperkte macht onder het ‘ancien régime’.
L.D.
| |
J. Munier-Jolain: L'ãmouvante Histoire de Mademoiselle Ferrand. - Jules Tallandier. Paris. - 10 frs.
Een waar gebeurde geschiedenis, boeiender en tragischer dan een roman, en spelend in Frankrijk, einde 17e en begin 18e eeuw. Michelle, de heldin, weet niet wie hare ouders zijn. Sedert hare geboorte, werd zij telkens onder een anderen familienaam, in verschillende kloosters opgevoed.
Een diep geheim omhult hare afkomst; te vergeefs tracht zij het te doordringen, ze loopt telkens weer eene nieuwe teleurstelling op. Reeds lang is hare jeugd voorbij wanneer de sluier, door een wonderbaren toeloop van omstandigheden, verscheurd wordt. Ze weet nu dat ze tot een aanzienlijk geslacht behoort, maar tevens verneemt zij niet alleen de schande en ook de algeheele onverschilligheid ten haren opzichte, van hare moeder, maar tegelijkertijd het beslist weigeren van dezer echtgenoot haar als zijne dochter te herkennen. Nog vele jaren moesten verloopen, vooraleer ze eindelijk, na een berucht proces, in hare rechten hersteld werd. Het boek, eenvoudig en sober geschreven, leest in één adem uit. Droeve tijden, waar het ouders mogelijk was, een ongewenscht kind uit hun leven weg te cijferen, en in een klooster op te sluiten! De ‘goede oude tijd’ was toch in verre na zoo rooskleurig niet als men het ons wel zou willen doen gelooven...
L.D.
| |
Marguerite d'Escola: Les Plumes d'Oie (Coll. L'Arc-en-Ciel). Illustrations de G. Dardaillon. - Editions Spes, Paris. - 12 fr.
Een mooi roman vol dichterlijke fantazie, dien jongeren, maar ook ouderen, met genoegen zullen lezen. In 't wreedzaam, ouderwetsch stadje, wordt op eens de stille peis gestoord. Achterdocht, onrust, haat, smart nemen de plaats in van blijde gemoedelijkheid en onderlinge verstandhouding; het paradijs wordt eene hel. Ongeteekende brieven en behendige lasterwoorden bezoedelen de zuiverste reputaties, jagen het vertrouwen uit de reinste harten, bewerken allerlei onheil, totdat de edele Rosemonde de Royon met de hulp van den pastoor de schuldige eindelijk weet te ontmaskeren, en de hoop terug te geven aan de lieve Rose Pavillon.
L.D.
| |
E. Hullebroeck: Zuid-Afrika. - Uitg. S.V. Centrale Boekhandel, Brugge.
Een geillustreerd vulgarisatieboekje in haastigen journalistenstijl.
D.
| |
Vlamingen van beteekenis I) Prof. J. Vercoullie, door Maurits Basse, met levensherinneringen van Prof. Vercoullie en een lijst zijner geschriften door Dr. C. Debaive. Pr. 5 fr. - II) Gaston Martens, door Dr. Rob. Roumans. Pr. 5 fr. - Uitg. De Sikkel, Antwerpen.
Twee gewetensvolle, bondige karakteristieken.
W.B.
| |
Robert Hichens: Bacchante en Non 2 Dln. Vert. van Louise Van Everdingen. Uitg. Hollandiadrukkerij, Baarn. Pr. 4,80 ing. geb. 5,75 fl.
Een specifiek engelsche roman met een titel die op een verkoop van tien duizenden is berekend. Het zou bezwaarlijk gaan dezen twee-deeligen roman in enkele regelen samen vatten. Het is een verhaal van beeldschoone vrouwen en gewetenlooze impressarios, van misstap en berouw. Wie één werk van R. Hichens heeft gelezen, kent het recept.
B.W.
| |
Hermann Löns: Aus Wald und Heide.
Uit de woud- en heideverhalen van den dichter der noord-duitsche heide H. Löns
| |
| |
heeft Dr. Zeeman een keur samengelegen en van notas voorzien. Het boekje verscheen in de reeks ‘Von deutscher Art und Kunst’, uitgegeven door de firma Wolters.
Het Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift (uitg. De Standaard) gaf bij den ingang van zijn 10n jaargang een belangrijk geillustreerd feestnummer uit. Aan de leiders van dit groote kultuurwerk in Vlaanderen, onzen vriendschappelijken groet, met de uitdrukking onzer hooge waardeering.
D.W.
| |
T.P. Duhen en F. Den Eerzamen: Het Gedicht. - Vorm, inhoud en wezen. - Uitg. N.V. Joh. Ykema's Uitg. Mij. Den Haag. - Pr. fl. 1,40.
Voor zoover het geheim van de poëzie te benaderen en te ontsluieren is, kan deze inwijding, verklaring en toelichting heel dienstig zijn.
Dr. D.S.
| |
Henriette Mooy: Maalstroom 2e deel, Zwalkend Uitg. Wereldbibliotheek.
De schrijfster houdt den trant van het 1e deel aan en geeft in vorm van dagboek, relaas over bezigheden en beslommeringen van een telefoniste, met tusschenin, enkele oppervlakkige overwegingen bij psalm- of bijbelteksten.
De lezing kan verpoozing verschaffen, daar de luchtige stijl voorzeker hoedanigheden bezit.
Dr J.R.
|
|