Aan dit nummer hebben meegewerkt:
Pieter van der Meer de Walcheren:
Geboren te Utrecht 1880. Gymnasiale opleiding en Universiteit te Amsterdam: Klassieken gelezen met Diepenbrock. Als schrijver gedebuteerd in de Jonge Gids van Herman Heyermans, en als candidaat in de oude talen, weggevlucht uit Holland, wegens geestelijke benauwenis. Sindsdien rusteloos, (hoe kan het anders?) rondgezworven: Brussel, München (Bayreuth), Weenen, Parijs, Brussel, Londen, Italië (Rome: jubileum van Paus Pius X, in 1908), Uccle. Dan in 1911, plotseling de beslissende, levende rust, te Parijs, met de oneindigheid van God als perspectief: het Sacrament des Doopsels, met Léon Bloy en zijn vrouw, als peter en meter. Ander belangrijk feit: kennismaking met Jacques Maritain. Dit alles heeft plaats te Parijs. Moeilijke, schoone jaren; iedere dag is boordevol. Dat blijft zoo altijd. 1914-1918 oorlogscorrespondent te Parijs, van de Maasbode. Einde 1918 terug naar Holland, eerst te Oosterhout bij de St. Paulus-abdij der Fransche Benedictijnen; dan in najaar 1921, naar Helmond als redacteur Kunst en letteren aan de Nieuwe Eeuw. Sinds 1924 te Amsterdam, verbonden aan het weekblad Opgang. Toekomst onbekend.
Verschenen boeken, voorzichtig in te deelen volgens systeem van abbé Bethlehem: in de hel:
Jong leven, roman. - Van licht en duisternis, roman - Levens van leed, novellen;
in het vagevuur
Het geheime, vreemde verhalen - De jacht naar geluk, roman;
in den heme:
Uit Italië, reis-impressies - Mijn dagboek, bekeeringsgeschiedenis (ook in het Fransch verschenen, met een inleiding van Léon Bloy) - Van het verborgene leven, roman - De heilige Benedictus - Branding, opstellen en kritieken.
Ter perse: Het witte paradijs, een boek over de Karthuizers. |
M. Molenaar. - Geboren te Sneek in 1888. Missionaris van het H. Hart. Medestichter en een der voornaamste redacteuren van ‘Roeping’. Schreef: H. Geertruid, een bundeltje vertaalde fragmenten uit haar werk (1918); In Koele Schaduw, een bundel schetsen (1921); Geertrui van Hefta (1925); en publiceerde verder in Roeping De Tocht met Rafael; 't Gesprek met Rafael; Sint Jan. Hoopt eerlang uit te geven: ‘Mechtild de Begijn’ en ‘Charles de Foucaul’. |
Willem Nieuwenhuis. - Geboren te Amsterdam in 1890. Redacteur van de Maasbode te Amsterdam. Schreef in dit blad belangrijke beschouwingen over Kunst, Tooneel en Letteren, werkte mee aan de Beiaard, Roeping, de Gemeenschap en Dietsche Warande en Belfort, waarvan hij mede-redacteur is. Zijn beste essays en critieken verzamelde hij in Brokkenhuis (1922). Van hem verscheen tevens een merkwaardige studie over Chesterton en een Tooneelspel De Hemelsche Banden. |
Kees Meekel. - Doorkruiste heel Europa en een goed deel van Azië en Amerika. Woont thans te Fleury en Bière (Fr.) Schreef voor het tooneel: Het Slot op den Mond, de Nar, Ferguut en Galiene.
In proza: De Stad des Levens (Roman), De Laatste Cow-Boy, Verhalen uit het Prairie leven, enz.
Vertaalde De Uiterste Dag van Jörgensen. |
Jan Engelman. - Geboren in 1900. Bijdragen: De Gids, De Nieuwe Eeuw, De Gemeenschap, De Vrije Bladen. Richtte na medewerking aan ‘Roeping’, in het najaar van 1924 met Willem Maas, Henk Kuitenbrouwer en Albert Kuyle ‘De Gemeenschap’ op.
|
| |
Redacteur van de rubriek Kunst en Letteren in ‘De Nieuwe Eeuw’. Verzen: Het Roosvenster (1927), Hijman Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem. In voorbereiding: de uitgave van een bundel essays, monografieën over beeldende kunst, novellen. |
Loe Lichtveld. - Geboren in West-Indië. Medestichter van de ‘Gemeenschap’. Baanbreker op muziekgebied. Schreef onder schuilnaam Albert Helmann een prachtig boek over zijn geboorteland: Zuid, Zuid-West. In samenwerking met A. Kuyle, een reisverhaal van Pij en Burnous. Schreef: Mijn aap schreit en laat thans in de Gemeenschap een roman verschijnen: De stille Plantage. |
Albert Kuyle (Schuilnaam voor L. Kuytenbrouwer). - Medestichter van de Gemeenschap. Liet in 1924 een bundel verzen verschijnen: Seinen. Van hem verscheen in proza een bundel: de Zeiltocht en samen met L. Lichtveld een reisverhaal van Pij en Burnous. |
Gerard Knuvelder. - Geboren 25 Januari 1902. te Arnhem; na zijn studies voor Nederlands (o.a. onder Moller en Michels) leraer, eerst te Bergen op Zoom (vanaf 1921), daarna te Eindhoven (vanaf 1923). Tans nog werkzaam als zodanig aan het Sint Joris Kollege en Sint Catharina-Lyceum te Eindhoven.
Werkt mee (aan diverse tijdschriften, o.a. Roeping, Tijdschrift voor taal en Letteren, Gemeenschap, Nieuwe Eeuw. voornamelik op letterkundig gebied. Gaf weinig in boekvorm uit, o.a. echter H. Teresia van het Kind Jezus (Geert-Grote-genootschap) (1925), Pioniers (in samenwerking met Th. de Jager, zijnde werk der Van Onzen Tijd-groep) (van Munster) (1925), terwijl binnenkort 'n boek over Het Zuiden verschijnt.
Redigeerde van 1925 tot 1926 met Gerard Bruning de kroniek van Kunst en Letteren in De Morgen. Momenteel hoofdredakteur van Roeping. |
Anton van Duinkerken (schuilnaam van Willem Asselbergs). - Geboren te Bergen op Zoom 2 Januari 1903 thans letterkundige aldaar. Debuteerde in 1923 met gedichten in het tijdschrift ‘Roeping’, waarvan hij in 1927-1928 redacteur was.
Van hem verschenen: Onder Gods Ogen (gedichten) 1927. - De Ravenzwarte 1928. - Verdediging van Carnaval 1928. - De Kreet van Abels Bloed (Ernest Hello) 1928.
In ‘Roeping’: Sint Bernards verhandeling over de liefde tot God (1927). - Vertelsel in de Hut (1928).
Voorts gedichten en essays in verschillende tijdschriften. Medewerking aan: Roeping, De Gemeenschap, De Nieuwe Eeuw, De Tijd, De Boekzaal der geheele wereld, Dietsche Warande en Belfort. Zijn letterkundige opstellen zullen in den loop van het volgende jaar verschijnen in de verzamelbundels ‘Achter de Vuurlijn’ en ‘Roofbouw’. |
Willem ten Berge. - Geboren 3 Juli 1903 te Leens (prov. Groningen) Middelbare studies aan het St. Canisius College te Nijmegen. Verzen: ‘De Reiziger’ 1928. Bijdragen in De Gemeenschap - Roeping - De Nieuwe Eeuw. |
Mej. Hans van Zyl. - Geboren te Haarlem in 1910. Debuteerde dit jaar in De Gemeenschap. Voor 1929 bereidt zij een bundel verzen voor. |
|
|