| |
| |
| |
Boekbespreking.
B.E. Bouman und Th. Verdenius: Deutsche Literaturgeschichte, nebst Lesebuch fur hôhere Lehranstalten. - Mit Abbildungen und Porträts. - Zwei Bande. - Uitg. J.B. Wolters, Groningen Pr. Broschiert 2 B. fl. 2, 75.
Ik ken geen duitsche literatuurgeschiedenis, met illustratieve bloemlezing, die met zooveel zorg en inzichtige kennis werd samengesteld als dit tweedeelig werk.
De verschillende stroomingen die zich hebben vertoond in de duitsche literatuur, worden met eene duidelijke volledigheid geformuleerd en in verband gebracht met de gelijktijdige stroomingen in de andere Europeesche landen.
Deze korte recensie moge volstaan om de leeraars in de duitsche taal en literatuur ervan te overtuigen dat dit keurig gedrukt en uitstekend samengesteld werk hun onmisbaar is.
Dr. V.
| |
A. Gratema en W.L. Boldingh-Goemans: Onze Letterkunde. - Derde deel. - Uitg. J.B. Wolters, Groningen. Pr. ing. 2,90; geb. 3,50.
Dit derde deel brengt de geschiedenis der nederlandsche letteren sedert 1830. Wel kon de formuleering der verschillende perioden scherper en vollediger worden gewenscht; wel schijnen de samenstellers op sommige schrijvers of schrijfsters een geheel verkeerden kijk te hebben gehad, - aldus wordt b.v. het werk van A. Salomons als intellectueele, spiritueele kunst gekenmerkt, terwijl dit louter en onstuimig gevoelswerk is, - in de handen van een leeraar met inzicht en smaak zal het werk uitstekend dienst doen. En wanneer de leeraar deze eigenschappen mist, kan het beste handboek het letterkundig onderwijs toch niet redden.
Dr. V.
| |
Esther Stahlberg, Zondag; uit het Finsch vertaald door D. Logeman Van Der Willigen. - Uitg. Versluys Amsterdam.
Ons zijn uit Finland enkel een paar schrijvers bekend, waaronder Alexis Kivi de grootste, die alle echter vaster grond onder den voet hebben dan de spiritistische Esther Stahlberg. Esther Stahlberg ziet door de noordermisten bepaald niet duidelijk door.
Heel dit verhaal is een gesprek, een omgang met een doode. Die doode was een onwettig kind en dat kind was een phenix. Alsof die kwaliteit of vereeniging van kwaliteiten iets moest goedmaken van de zonde waaruit het geboren werd en een minderwaardigheid leggen op wettige kinderen
| |
| |
minder bedeeld naar den geest! En alsof de goede kwaliteiten der misdadige ouders dezen gelijk moesten stellen met niet aldus gezondigd hebbende menschen van minder edel kaliber. Alsof het feit dat een onwettig kind ook mensch is en menschelijke rechten heeft de zonde moest goedmaken en de zondaars rechten geven in de gemeenschap! Neen het kwaad blijft bestaan al is de mensch ménsch.
Niet te betwisten dat Esther Stahlberg te vertellen en vooral te ontleden weet; en stijl en zwier voelt men doorheen de vertaling. Maar dat maakt de vrijdenkerij van deze christene niet aannemelijk. Wij betreuren dat het niet gering vertalerstalent van Mevrouw Logeman aan dit werk werd besteed tegen welks geestelijken inhoud wij ons moedig moeten verzetten.
G. Walschap.
| |
L'Art et son Avenir, par C. Van Tongerloo Edit. ‘De Sikkel’ 1924 - 7,50 fr.
Timmermans zou over dit boekje zeggen dat Van Tongerloo zich zot redeneert. Neen, maar dan zien we de werken van den schilder Van Tongerloo heel wat liever. Het staat Van Tongerloo gansch vrij te gelooven dat alles komt uit het niet; maar wat heeft de kunst daar in godsnaam mede te stellen? Men spot soms met theologanten die van uit eene definitie heel het wezen der kunsten willen afleiden; maar doen vele kunstenaars niet tienmaal erger tegenwoordig? En wat onzin zitten ze daar uit te spinnen in lange draden van welsprekendheid, enkel en alleen om te beproeven hoe diep het geduld van den lezer kan doorbuigen. En men ergert zich dood aan sommige kinderachtigheden, b.v. die twee verzonnen lessen om een onbekende met rekenkunde te leeren dat 12,5 het achtste deel is van 100; b.v. nog volgende zin: ‘cependant chaque science, en particulier, est un moyen pour analyser l'unité; ce tout trouve son départ de “un” que nous pouvons appeler l'unité’. Ja, welken anderen naam zou zelfs een al-chimist aan één kunnen geven?
We laten al die zoogenaamde diepzinnigheid van kant; en dan vinden we als theorie van Van Tongerloo dat beeldhouwkunst bestaat in esthetischen opbouw van massa's, schilderkunst in den esthetischen opbouw van kleuren, zonder dat zij rekening mogen houden met onderwerp of verbeelding; eene theorie die niet splinternieuw is, en zelfs al op den weg van zoovele theoriën die verschijnen om te verdwijnen.
Het beste in het boekje is nog wel de ontleding van Van der Weyden's doeken; Van Tongerloo brengt alles terug tot vaste lijnen en verhoudingen; maar ook die mathematieke becijferingen zal men te nauwgezet vinden om waar te zijn..
| |
De taal, door Prof. B. Faddegon. Uitg. Paris, Amsterdam.
Een prachtige uitgave van een reeks sonnetten die weinig meer dan ordinair zijn. Verstandswerk in onberispelijken, knappen sonnettenvorm. Het is àlles... behalve poëzie.
G.v.M.
| |
| |
| |
R.H. Benson, De Lafaard vert. door J.P.M. Vlekke Uitg. Nederlandsch Boekhuis, Tilburg.
Hadde deze ijverige apostel met woord en pen de zelfkritiek beoefend welke wegens zijn buitengewone begaafdheden en gemakkelijkheden van fantaseeren en schrijven, noodig waren, hij hadde ons met de schoonste romans van deze moderne tijden verrijkt. ‘De Lafaard’ is een psychologische roman waaraan wat gesnoeid mocht worden. Het onderwerp is niet lang genoeg gedragen door den schrijver, niet lang genoeg gerijpt. Enkele slordigheden ontsieren het.
De vertaling is wat al te Engelsch gebleven.
Het onderwerp is origineel, verwant met Henri van Booven's ‘Naar de diepte’ maar heel wat sterker, tragischer.
G.v.M.
| |
Engelsch Praktijk-Diploma (met hulpboekje) door C. Van Straaten. Uitg. J.B. Wolters, Groningen.
Bedoeling van den schrijver is niet het klassieke Engelsch maar de gesproken en in krant en brief en zakenhuis geschreven taal aan te leeren. Prijzenswaardig doel gewis. Velen komen uit de school die wel Shakespeare citeeren en lezen maar voor een krant zitten te haperen. En velen vertalen uit het Engelsch die zich geregeld vergissen bij gemis aan kennis van het idioom.
Schrijver behandelt 1) de moeilijkste gedeelten der grammatica, 2) groepen brieven ter bestudeering 3) eenige telegrammen met een enkel uitgewerkt voorbeeld en een reeks vertalingen uit het Engelsch. Zeer nuttig.
H.R.
| |
De Staatsidee volgens Leo XIII door Mr. Dr. L. Triebels. Uitg. Wolters, Den Haag.
Deze doctorsthesis is, zooals alle andere, de uitkomst van een lange, lastige, grondige studie. Uit acht octavodeelen, encyclieken, brieven en allocuties is hier verzameld en gesynthetiseerd de staatsopvatting van Leo XIII. Maar deze doctorsthesis is, in uitzondering met vele andere, een standaardwerk.
Voor de eerste maal is het hier beproefd een wetenschappelijk tractaat op te stellen uit het verspreide werk van den grooten staatsman die Leo XIII was. Dat beslaat de helft van het boek. De tweede helft wordt ingenomen door een kritiek van de antirevolutionaire, de Hegelsche, de sociologische en de Duguit'sche staatstheorieën, aan de toets der gedachten van Leo XIII. Zevende hoofdstuk: sociologie en staatswetenschap. Tot slot een synthese der synthese: nadere bepaling der staatsidee.
J.V.
| |
| |
| |
Herdrukken verschenen van Rene Vermandere ‘Van Zon zaliger, door hemzelf’ bij De Standaard te Brussel en van Hilarion Thans ‘Passiebloemen’ bij St. Franciscus-drukkerij, Mechelen.
F. Toussaint-Van Boelaere. De zilveren Vruchtenschaal. Uitg. Van Dishoeck-Bussum.
De verzameling van zes opstellen, Meisje met bloemen, De dubbele Fetisj, Karnaval-avontuur, Petruskens' einde, Een late Idylle, Jeugd, wordt genoemd: de zilveren vruchtenschaal. En die titel kan niet beter verrechtvaardigd worden dan door datgene wat in deze beschrijf- en vertelkunst den zinnelijken geur geeft van vreemde vruchten, ons gepresenteerd op een schaal van Nederlandsch woord van fijn gedreven zilver.
De gekende kwaliteiten van den traag-werkenden ultra-verfijnden stylist vieren in deze zes stukjes hoogtij.
Wij bewonderen ten zeerste deze kwaliteiten maar achten het oogenblik gekomen om duidelijk te verklaren dat zij ons niet meer voldoen. Wij vragen van de kunst meer dan dat en leggen met een gevoel van leegte en ijdelheid van het woord-om-het-woord dit boek terzijde.
G. Walschap.
| |
Henri Ghéon, De Spiegel van Jezus, vert. door Jozef Boon, Sint Alfonsus drukkerij - boekhandel Esschen.
Wij wisten niet dat deze verzen van Ghéon bestonden - recensent, hoe dwaas te bekennen dat ge iets niet wist! - maar dat het noodig was ze te vertalen weten we nóg niet. Het is altijd wel een prijsbare oefening voor Frater Boon geweest, maar hoe komt er ooit een einde aan als men ook oefeningen publiceert? Wij zijn op dit punt onverbiddelijk: verzen vertalen is a priori verkeerd, althans verzen in verzen. Om goed te zijn moet de vertaling slecht zijn. Dat wil zeggen: om goed vertaald te zijn mag een vers niet vertaald maar moet herdicht zijn. En wie zooveel dichter is moet eigen werk leveren. Men zegt: maar de divina komedia door Verwey herdicht, de Nuits van De Musset door Swarth, Dreizehnlinden door De Lepeleer en Hiawatha door Gezelle. Goede opwerping; maar in al die werken is het om meer te doen dan om het gedicht. En deze gedichten zijn niet zoo mooi dat men kan zeggen: een meesterwerk.
His dictis getuigen we algauw dat Frater Boon het er knap heeft afgebracht. Er ontbreekt enkel poëzie...
De teekeningen van Remi Lens zijn zeer mooi. Ook de uitgave is smaakvol.
G. Walschap.
| |
Over Finland. Suomi, het land van de Kalwala, door D. Logeman Van Der Willigen. Uitg. Sythoff, Leiden.
Een documentatiewerkje over Finland verzameld uit eenige degelijke werken over het onderwerp en bijgewerkt met de persoonlijke kennis van land, volk en streek door schrijfster zelf opgedaan. Boogt niet op volledigheid, maar is wel van belang voor wie nader met dit mooie aantrekkelijke land wil kennis maken.
| |
Ernest Claes, Kiki. Uitg. De Standaard, Brussel.
Toen de Witte dan op zijn beurt vader werd heette zijn zoontje Kiki. Kiki merkt aan vader niets meer van de zotte ravotterijen van vroeger. Kiki praat Hollandsch van nou en leuk en jij en kent geen Sichemsch. Vader doet mee aan de Opvoeding enzoovoorts waarover weleer de Sichem- | |
| |
sche jongen zoo heerlijk droomde: Witte jongen, de groote menschen ze ze kennen der niks van!
Was de Witte meer anekdoot, Kiki is zooveel verfijnder psychologie. Wijl het kind geen zusje heeft, laat ons voorstellen hem Streuvels' Prutske tot speelmaatje te geven in den tuin van onze Vlaamsche letteren dien zij met hun blijde kinderlijkheid lief vermooien. De blijde vaders hebben intusschen, daar in dat park op een bank gezeten, kunnen verpoozen, de eene van Genoveva en Tristan, de andere na het zwaartillende leven der Coene's.
Indien Kiki ook al eens verstandiger praat dan waarschijnlijk, welke gelukkige vader heeft geen wonderkind en behoort dat niet ook tot de onuitgesproken psychologische waarde van het boek en is dat niet mooi? Dit werk is echter dan het leven van Herman Coene. Grootsche schepping is niet voor Ernest Claes. Hij is een waarnemer, geen visionair. Analyse gemaakt met een bril op van onnavolgbaren humor die even gemakkelijk fijn-geestig (Kiki) als vlaamsch-koddig (De Witte) doet, dat is de blijde eigenaardigheid welke een schrijver als Ernest Claes vertoont. De duizenden die hij heeft leeren schateren met zijn Witte zal hij met Kiki fijn en geestig leeren glimlachen. En Claes leert meer: in dezen tijd vol benauwenis en problemen weet hij het geluk te vinden dat eenvoudig is en mild en zoo bereikbaar: het woont bij den mensch in huis zelf. Wat is dit dan een gelukkige kunst van eenvoud, dagelijksche blijheid en humor rond den haard. Vlaanderen, grijp toe: prijs 8 fr.
G. Walschap.
| |
Antoon Thiry. - De Droomer. Nederl. Bibliotheek. Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur. Amsterdam.
Dit is een mooi zacht boek, zooals de opdracht en de titels der hoofdstukken doen vermoeden. Het is gewijd door den schrijver aan: Mijne Goede Vrouw dit Verhaal van ons gezamenlijk Ver-beelden. En dan volgen innig en zacht, een beetje onwezenlijk en niet heel boeiend in het begin, maar U gaandeweg opnemend in zijn sfeer, zoodat ge U heelemaal verplaatst in het leven van den stillen jongen, de hoofdstukken over Angst, Muziek, De Schaduw, Het Oude Huisje, Bloei, Liefde, De Slag, om dan naar de wreedheid van het alledagsbestaan over te gaan in De Overkomst, Doolage, De Bruidvaart met het tragische einde in Mei-Avond. Een lief stil boek, dat den geur heeft van sproken die vrome begijntjes elkander vertellen in haar bloeienden hof.
S.C.V.
| |
E.W. Asscher. - Jeugdherinneringen. Uitg. door de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur te Amsterdam.
Een bundel schetsen door een Israëlitische vrouw geschreven en herinneringen uit haar kinderjaren bevattend. In haar voorrede zegt de schrijfster dat de meeste dezer in verschillende dagbladen en tijdschriften verschenen zijn en zeer zeker hebben ze paedagogische waarde. Als boek vormen ze echter iets heterogeens. Het is hetzelfde kind, dat in iedere schets
| |
| |
terugkeert, ze zijn zelfs in ik-vorm gesteld, maar om letterkundig werk te leveren moet de auteur ofwel geheel vereenzelvigd zijn met zijn slachtoffer, ofwel er geheel buiten staan. Hier krijgen wij noch het een noch het ander. Veel persoonlijke emoties, ondervindingen, kinderwederwaardigheden, en de moreele of opvoedende bemerkingen daartusschen gelascht. Voor onderwijzers intusschen aan te bevelen.
S.C.V.
| |
Lode Baekelmans. - ‘De Mannen van Elck Wat Wils’. Uitg. door P.N. Van Kampen & Zoon te Amsterdam.
Roman zet Baekelmans heel glorieus onder den titel, maar de roman is niet heelemaal af, jammer genoeg. Het begint dadelijk zoo prettig. De man in den tuin van Artis Amore heeft ons onmiddelijk te pakken en Willem Janssens - Janssens Guillaume né à Anvers le 30 mars 1878 - zooals hij in het Vlaamsche Athenaeum der Vlaamsche stede Antwerpen wordt ingeschreven, is een leuke jongen. Wij vinden het heel boeiend, vooral wanneer we den strijd der Vlamingen niet zelf hebben meegemaakt, een stuk van dien strijd der flamingentan van vóór den oorlog te zien afgeschilderd. Want ‘Elck Wat Wils’ is de letterlievende vereeniging, waarvan de schrijvers die nu in hun vollen bloei zijn, deel uitmaakten. Enkele oudere uitverkorenen waren opgenomen onder de mannen ‘Van Nu en Straks’ en daarover mag een hunner eerstdaags ook een drama of blijspel leveren. Maar.........hoe flink afgeteekend, hoe warm en levend uitgebeeld (soms maar met een aangehaalden zin) de Mannen van Elck wat Wils voor ons staan, hoe we ons voelen of we de congressen zelf hebben bijgewoond op het einde, zooals we in het begin mede seef dronken en stonden te zingen bij het beeld van vader Conscience, als roman hebben we onze bekomst niet gehad, en Lode Baekelmans blijft ons de verdere in- en uitwendige lotgevallen van Willem Janssens schuldig, indien hij voldoen wil aan de belofte van het titelblad, en ongetwijfeld aan veler wensch.
De Mannen van ‘Elck wat Wils’ is een boek van blijvende waarde, het teekent een periode. Uit moreel oogpunt is 't onberispelijk.
S.C.V.
|
|