| |
| |
| |
Boekbespreking
Ivans. - Onze groote onbekende. - Uitg. Bruna en Zonen, Utrecht.
Ivans is de schuil- of echte naam van den hollandschen detective-romancier die de eer geniet van de eereplaats in tallooze boekuitstallingen. De verbazende fantasie die hij te werk stelt bij de compositie van zijn verhaal, in verband stellen met zijn succes en gij weet meteen wat de doorsnee-lezer van een boek verlangt. Het gaat hier om een belangrijken diefstal van diamanten. De groote vrouwelijke detective, Miss Mac Neil is het, die geleid door Ivans het avontuurlijke net ontwart dat Ivans zelf heeft gebreid. Een eerbaar hollandsch dokter helpt haar, maar men begrijpt dat Ivans' hulp afdoender is dan de zijne. Van literatuur geen spraak tenzij dat een hollandsch volksboek dit voorheeft op een vlaamsch: dat het ten minste onberispelijk gesteld is. En wie het doet om een paar uurtjes boeiende ontspanning die grijpe toe.
G.W.
| |
Gertie de S. Wentworth James. - Het huis van mysterie, vert. uit het Engelsch door Dicky Wafelbakker. - Uitg. Bruna en Zonen, Utrecht.
Wij kunnen dit boek ontspanningslektuur minder aanbevelen. Een zoo verachtelijk hoopje ploerten en schurken komt hier tesaam die met God en gebod, eer en deugd, enz. zoo goddeloos omspringen, dat het arme goede meisje, waardoor op slot van zaken alles nog opgelost wordt, bepaald niet bij machte is om het gezelschapaannemelijk te maken.
G.W.
| |
William J. Locke. - Stella Maris, vertaald uit het Engelsch door Roldamus. - Uitg. Bruna en Zonen, Utrecht.
Op en top een engelsch boek. Van een verfijning die misschien sentimentaliteit is en van een leuk-kalme geestigheid. Het verhaal van een meisjè dat op het ziekbed zich van het leven een sprookjes-achtig-abnormale opvatting vormt. Waartegen te zoete verwanten zich na haar genezing niet durven verzetten tot het contact met de harde werkelijkheid haar droomen kaartenhuisjes met haar zieltje erbij ineendrukt. Gelukkig redt haar de openbaring van een onbaatzuchtige liefde. Vlotte vertaling.
G.W.
| |
Dr. C.G.N. de Vooys. - Taalkundige opstellen, tweede deel. Wotters's uitgeverij, Groningen.
Het eerste deel van deze, ondanks hun betrekkelijke ouderdom nog merkwaardige opstellen, werd in dezen jaargang van D.W. en B. besproken.
Terwijl het eerste een schitterend pleidooi van ettelijke honderden bladzijden was voor de vereenvoudigde spelling is het tweede boek een verzameling opstellen van meer verscheiden en uiteenloopenden aard.
In de eerste afdeeling handelend over Purisme en invloeden van omringende talen op het Nederlandsch, is vooral het eerste
| |
| |
‘Purisme’ merkwaardig. Het zal ook wel voor Nederland uiterst nuttig zijn, maar hier in den lande moest deze bijdrage in al de kranten verschijnen! Om te leeren hoeveel Purisme uit den booze is. Aan de hand van Salverda de Grave die over het onderwerp een uitvoerige studie schreef gaat hij de invloeden na van het Fransch op het Nederlandsch. Uitgebreider zijn de studies op Duitsche en Engelsche invloeden.
De tweede afdeeling over beteekenisleer: gevoelswaarde van het woord, eufemisme, volksetymologie, figuurlijke taal, vergelijking, metafoor, synoniem, etymologiseeren van spreekwoordelijke uitdrukkingen.
De ‘verscheiden onderwerpen’ der derde afdeeling wekken al evenveel belangstelling als de studiën over vreemde invloeden. De studie over Nederlandsche versbouw mocht in afzonderlijk boek worden uitgegeven om later in veler bereik te komen. Wat neemt die ernstige, zakelijke geleerde een loopje met onze handboeken van prosodie ‘om de vele wanbegrippen op dit gebied uit ons onderwijs te weren’.
Wij wenschen niet beters dan dat deze prachtige opstellen in hun nieuwen bundelvorm weer vernieuwd worden voor de aandacht en de studie van al onze leeraars en germanisten, ja ook (pium votum) voor al onze literatoren.
G.W.
| |
Nonni, Erlebnisse eines jungen Islanders, von Jon Svensson; Die Stadt am Meer, Nonni's neue Erlebuisse, von Jon Svensson. Fünfte bis siebte Auflage. Herder, Freiburg im Breisgau.
In Persijns boek over Noorwegen krijgt Ysland ook zijn plaats en in dat gedeelte valt een eereplaats te beurt aan Jon Svensson, den Yslandschen Jezuiet waarover hier vóór een maand wat uitvoeriger werd gesproken. En onder de werken van Jon Svensson bekleedt Nonni op zijn beurt dan wéér een eereplaats.
Het is niet alleen door het zeer spannend verhaal dat Nonni deze hooge eer verdiende. Het vertrek van Nonni naar het gymnasium nog verder dan het eenige Yslandsche gymnasium, naar Kopenhagen n.l., en de vele wederwaardigheden van den armen jongen op die reis, zijn ten slotte niet zoo uitzonderlijk te noemen. Het is het spel van stemmingen, zoo eenvoudig en zoo fijn herweven met de taal, iets haast onbepaalbaars, iets streelends dat stil en geweldig om beurten kan verrukken dat u, ingetogen lezer hier van bladzij naar bladzij jaagt.
Die Stadt am Meer vertelt dan de verdere Lotgevallen van Nonni in Kopenhagen. Daar was de jongen in 't vorige boek pas aangekomen als we hem plots moesten verlaten. En zou dat lieve, meer dan interessante kereltje, dat zoo'n buitengewone reis had gemaakt, nu een banaalverblijf aan het Kopenhagensch gymnasium leiden? Svensson stelt ons ten volle gerust. Die Stadt am Meer is het waardig vervolg van Nonni's leven. Het ventje heeft nog avonturen en alle slach van wederwaardigheden. Zijn gevecht met Karl en zijn kordaat optreden, revolver in hand, tegen de zeeroovers moeten voor geen heldenfeit uit zijn reisperiode onderdoen. We begrijpen en beamen ten volle Paul Bourget die van dit werk getuigde ‘La lecture de ces récits a été pour moi un enchantement’.
G.W.
| |
| |
| |
Pierre Kemp. - Limburgs Sagenboek. - Uiig. Gebr. Van Aelst, Maastricht.
We meenden Pierre Kemp te kennen als medewerker aan modernste hollandsche tijdschriften, maar wisten niet dat hij zoo wetenschappelijk ernstig aan folklore doet. Limburg is anders toch wel rijk genoeg aan fantastische en fijne en geestige vertelsels om een jong, literator voldoende te bekoren. Pierre Kemp heeft een overrijke schat gebundeld. Hij heeft hem geordend in verschillende kategorieen: van heiligen en vromen; van kerken, kapellen en wonderbeelden; historische sagen; van stichtingen en oorsprongen; van profeten en voorteekenen; duivelssagen; van verzonken klokken en kasteelen; van wilde jachten en spookwagens; van reuzen en dwergen; van spoken; van spokende dieren en dingen; van weerwolven; van vuurmannen; van juffers en gedaanten zonder kop; van verzuimde bedevaarten en ongeldige missen; van zondagschennissen; van verkochte zielen; protestantensagen; van onrechtvaardige vonnissen; varia.
Geen enkele nota bij zoo rijken voorraad; geen vergelijkende studie, geen verwijzing. De folklorist kan op deze gegevens een uiterst leerrijke studie beginnen die door Pierre Kemp verzuimd werd.
G.W.
| |
Jerome en Jean Tharaud. - Pogrom, vertaald door M.J. Premsela. - Uitg. Hollandia drukkerij, Baarn, Holland.
De twee bekeerlingen die dit boek schreven zijn Joden. Ik weet nog steeds niet of Pogram een roman is, maar een der mooiste boeken die er zooal verschijnen is het zeker en vast. En dat de ‘proloog in den hemel’ hier, een der machtigste brokken lyriek in proza is die sinds jaren werd geschreven, dat is even zeker.
Pogrom beteekent Jodenvervolging en dit boek is eigenlijk het verhaal van een Pogrom die in het begin van het boek wordt aangekondigd en waarvan in 't laatste oogenblik gemeld wordt dat hij niet zal plaats grijpen. Men zou ook kunnen zeggen: het boek is een relaas over de kampeering van kozakken in een joodsche dorpje, maar dan is vrijwel de eerste helft van 't getal hoofdstukken overbodig. Eigenlijk is Pogrom dus heelemaal geen verhaal, het is namelijk veel schooner en beter dan dat: het is een boek lyriek, karakter-studie, zeden en gebruiken-studie, studie op den godsdienst en godsdienstoefeningen der Joden in russisch Polen, maar het heeft de allure en de schoonheid en de gespannenheid van een verhaal. En wat een beeldenrijkdom en wat een mystieke oostersche gloed in die taal, een taal om te kussen!
Behalve een paar, maar een paar feiltjes leverde de vertaler meesterlijk werk.
G.W.
| |
J.H.P. Kohlbrugge. - Practische Sociologie. Deel I. Sociale opvoeding. - J.B. Wolters, Groningen.
Er is vooraf, bij de recensie over dit prachtwerk een groot voorbehoud te maken: schrijver erkent het bovennatuurlijke niet als factor tot sociale opvoeding, erkent de kracht van den godsdienst maar neemt de toepassing ervan niet aan. Overigens staat hij sterk op zedelijkheid in de sociale opvoeding.
Hij is volstrekt op de hoogte over al de sociale instellingen in vreemde landen, in het eigen land, Nederland, vooral.
Sociale opvoeding is voor hem: dienen en opvoeden. Geen opvoeding zonder zelfbeheersching en zelfbeheersching heeft alleen
| |
| |
beteekenis in verband met een hooger, leidend beginsel.
Hij behandelt speciaal de afzonderlijke sociale plichten van studenten, predikanten, geneesheeren, advokaten, officieren, ambtenaars, onderwijzers, handelaars, patroons, huiseigenaars, werklieden, hoogere standen.
Na de sociale kennis bespreekt hij de hoofdzaak: het sociaal handelen en geeft een massa practische middelen en wenken aan: onderwijs, lektuur, tooneel, bioskoop, enz....
Verschillende sociale instellingen als het werk der ‘Landpflegeschwester’, scholen voor Maatschappelijk werk, voor kinderverzorging, ‘Welvaartzorg in Duitschland’, vrouweneenigingen in Zwitserland en Duitschland worden besproken en als voorbeelden voorgesteld.
Een schat van levenswijsheid ligt in dit boek besloten. Schrijver laat feiten getuigen en hoe degelijk zijn redeneering ook weze, zij blijft bij de werkelijkheid en wordt nergens droog getheoretiseer.
Het tweede deel, dat we na kennismaking met het eerste, met des te meer belangstelling te gemoet zien, zal handelen over ‘De zorg voor het kind’.
Een prachtwerk door de uitgeverij Wolters ons in pracht-uitgave bezorgd.
Dr. V.M.
| |
De Psycho-techniek der beroepskeuze door Dr. J.L. Prak. - Uitgeverij Wolters, Groningen.
De psycho-techniek, pas ontstaan als wetenschap, leverde reeds meer dan proeven in de praktijk. De auteur zelf beoefent ze als psycholoog aan de Philipsfabrieken in Holland. Vele andere instituten, als b.v. het zielkundig bureau van vakorganisatie onder leiding van Dr Van Ginneken in Holland, bestaan in Duitschland, Amerika, Frankrijk, Spanje, Engeland, Zwitserland, België, Noorwegen, Zweden, Italië, Japan. Verschillende groote nijverheidsfirmas hebben een psycho-technisch laboratorium ingericht voor aanwerving van dienstkrachten. B.v. de Bell-Telephone CG en de Philipsfabrieken. Aan gemeentebesturen (b.v. van Amsterdam) is een psychotechnische dienst verbonden voor de aanwerving van chauffeurs, electriciens, telefonisten, politieagenten.
De Bell Telephone Cy komt de eer toe in 1880 voor het eerst de hulp ven de wetenschap voor de industrie te hebben ingeroepen: Professor Munsterberg de eer ze voor het eerst den industrieel ten nutte te hebben gemaakt.
Wat het doel is der psychotechniek zet schrijver uiteen in zijn eerste hoofdstuk. Haar geschiedenis (ze dateert slechts van 1880) in het 6e; de huidige stand van zaken in het 8e; de toekomst der psychotechniek in het twaalfde.
Na een kritiek op de gronden voor het kiezen van een beroep en op de tot nu toe meest gebruikelijke methoden om personeel uit te kiezen, zet schrijver al te bondig wat ik zou noemen de moeder-wetenschap uiteen, de psychologie. Hij vergist zich misschien door de psychotechniek voor te stellen als een vervolledigde psychologie waar zij toch enkel een practische toepassing is van psycho-physiologische waarnemingen of wetenschap. De psychologie van Aristoteles en de scholastieken blijft onveranderd en blijft bestaan. De psycho-techniek is er enkel een afgeleid en uiterst ondergeschikt, niet philosophisch maar wetenschappelijk onderdeel van. Schitterend is de weerlegging van de zwakke bezwaren tegen de psycho-techniek.
| |
| |
Een uiterst gedocumenteerd en wetenschappelijk ernstig boek dat gerust als het standaardwerk in Nederlandsche taal kan doorgaan.
V.D.
| |
G. Hoornaert, S.I.: De Strijd om de Kuischheid. Vrij uit het fransch vertaald door Kan. Dr. J. Muyldermans, Lid der Kon. Vlaamsche Akademie. Brussel, Kath. Werking, Haechtschesteenweg, 79; 1924; 19×13; 438 blz.; fr. 9.-
‘Een boek voor onze twintigjarige jongelingen,’ zoo luidt het nog op den omslag. Daaruit blijkt dat E.P. Hoornaert volstrekt niet bedoelt te schrijven voor jongeren die nog geen volkomen voorlichting behoeven; ook niet voor studenten, die ongezond nieuwsgierig zouden zijn of zóó prikkelbaar dat het nog beter is alle lezing dienaangaande daar te laten (blz. 94). Maar aan jonge mannen die kiesch onderricht of aanmoediging in den harden strijd noodig hebben, of die van de slavernij en de bedwelming der drift moeten teruggehaald tot de werkelijkheid en tot het besef der schoonheid van deugd en plicht, zal dit boek grooten dienst bewijzen. Het behoort te staan in de volksboekerijen en in de bibliotheek van hoogere gestichten, soldatenkringen, enz., om onder zeker toezicht van den priester uitgeleend te worden.
Achtereenvolgens wordt de strijd en de vijand gekenschetst; er wordt gewezen op de gevaren en de hulpmiddelen en geantwoord op de drogredenen. We zouden wellicht nog meer gedrukt hebben op het nut van een vasten biechtvader te hebben, een oprechten zieleleider (blz. 318).
Niemand minder dan de Z.E.H. Kan. Muyldermans getroostte zich het lastig werk van deze vlaamsche bewerking: een schitterend bewijs van zijn apostolische liefde voor onze jeugd. Daarvoor behooren onze jongens hem zeer dankbaar te zijn.
J. SALSMANS, S.I.
| |
Dr. K. Elebaers, krijgsaalmoezenier: Lief en Leed uit dagen van lijden. - 2e vermeerderde uitgave. Brussel, Alb. Dewit, Koninklijke straat, 53; 1925; 18×12; 216 blz.; prijs: 7 fr.
Behalve ‘Ook wat verzen’ en eenige kanselredenen, hebben we hier vluchtige schetsen uit het oorlogsleven, waaronder eenige puikstukjes, om den fijnen verhaaltrant in goed verzorgde taal, en vooral om de frissche kristelijke gevoelens. Gelukkig is het geen bombastische oorlogs-litteratuur. Dit boek zal op verkwikkende wijze goed stichten: het vereenigt het nuttige met het aangename: utile dulci. Ook is het niet te verwonderen, dat het in betrekkelijk korten tijd tot een tweeden druk kwam
J. SALSMANS, S.I.
| |
Rooses Mag. - ‘Verspreide Stukken’. - Taal en Kultuur uit Vlaanderen. - II. Nederl. Boekh. Antwerpen.
De geduldige vorscher, de bevoegde conservator van het Plantijn-museum, die May Rooses was, heeft in dit 2e deel van de reeks ‘Taal en Kultuur uit Vlaanderen’, enkele van zijn specifiek-wetenschappelijke bijdragen saamgebundeld. Het gaat over Vlaamderen's Kunstleven na 1830; De Vlaamsche Kunst in de 17e eeuw; Een Libertijn uit de 16e eeuw. (Plantijn); Provence en de Pélibres; daarbuiten een Congresredevoering en de Lijkrede op Jan Van Rijswijck. Alleszins merkwaardig als synthe- | |
| |
tische vulgarisatie van een wetenschapsmensch. Hier en daar (o.a. in het stuk over Plantijn en in de Lijkrede van Jan Van Rijswijck) steekt de ‘Vrijdenkende’ liberaal even het hoofd op. Te dien tijde had het liberalisme nog iets te zeggen, waar het nu neerligt ‘faute de combattants’.
G.M.S.
| |
M.E. Belpaire en Hilda Ram: Wonderland, Ve deel. - Derde druk, met kleurplaten van Felix Timmerman. - Uitg. Leeslust, Antwerpen.
Zoo geraakt de heele reeks kompleet, 't Is een schat voor de jeugd.
V.
| |
Stijn Streuvels I St-Jan II De Boomen. - Uitg L.J. Veen. Amsterdam, met teekening van J. Fonteine.
Twee van de allerbeste stukken uit Streuvel werk. Streuvels in zijn kracht en Streuvels in zijn warmste gevoeligheid.
C.
* * *
| |
Joost Omer Wattez). - in den strijd voor Taal en Kultuur 1e reeks. - Nederl. Boekh. Antwerpen.
De eerste band van een reeks ‘Taal en Kultuur uit Vlaanderen’ die beoogt te zijn een archief van de beste stukken uit bladen en tijdschriften van voormannen uit onze beweging. Omer Wattez opent de serie met een verzameling van voor-oorlogsche (ik meen dat het werk in 1914 werd gedrukt) ‘Handelsblad’ artikels over kunst en literair leven. Hij was de trouwe, wekelijklijksche vertolker van het Vlaamsch-germaansch gevoel en wierp op alles zijn oogopslag van dit standpunt uit. Vele lezenswaarde zaken. Minder dan de verdieping van kunstinzicht dan als documentatie en bestendiging van plus nieuws historische momenten. Gelegenheidsessays ten slotte van - te dien tijde voor Vlaanderen - opmerkenswaardige beteekenis.
G.M.S.
| |
Schooluitgaven.
Dr. H.W. Rutgers en C.P. Dyksterhuis: Deutsche Prosa zum ubersetzen; fur die höheren klassen der H.B.S. Gymnasia Lehrerseminare und fur studeerende L.O. - Uitg. J.B. Walters, Groningen, Pr. 0.80 fl. Een keuze uit het meest van een dertigtal vooraanstaande duitsche letterkundigen
|
|