Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1925(1925)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 895] [p. 895] Verzen door Dirk Vansina I. Mijn vrouw, mijn vrouw nu gaat ge nâadren tot de duistere geheimen van Gods eigen scheppingsgave; wordt Hem dienstbaar bij zijn werken. In Uw schoot wrocht Hij zijn wondren. Onze Min liet Hij ontkiemen - als een vrucht kiemt uit de bloesem - 't wondre leven dat uw lichaam tot zijn heime werkplaats heiligt; dat ik, huivrend en vol eerbied en vol vroomheid naar u opzie, die door Hem werd uitverkoren en beladen met zijn zegen... Mijn vrouw, mijn vrouw nu naakt de stond dat ik met u niet meer mag gaan en heel alleen - met Hem alleen - door angst en pijnen gij zult wâan als waren 't zeëen wijde waâtren waaronder gij de dood zult raân... Tot uit het donker, uit het duister den nacht der ongeborenheden bevrijd, het kindje komt gegleden en schreit in 't gouden licht; en gij tot mij zult keeren met stralend aangezicht. [pagina 896] [p. 896] II. Zoo d'einders die om d'aarde kringen voelen de dood w'ons omringen. Wij zijn: als een vlamme die krimpend zal dooven, als een eiland in de zee dat w'omdijken voor razende golven tot onze armen verzwakt en we spoorloos zijn bedolven. Het valt ons zoo zwaar te leven in 't nuchter besef van ons eindelijk sneven. Nietwaar: het valt ons zoo zwaar manmoedig te staren op d'enkele, schaarsche jaren van ons bestaan. - Mijn vrouw, nu gaat ge mij een kindje baren... Ik hoore in bangen nacht herboren leven dat zegelacht. Ons kindje! Met beide zijn mollige handjes zal het verwijden den knellenden doodcirkel der tijden; dat wij dieper âadmen en verder schouwen; ...en 't sterven ons zal minder rouwen. III. Ons beminnen is een gang, hand in hand naar zijn heimweeland; een verlangen, een reiken naar zijn wezen... Lieve, Lieve, wij hebben zoo om Hem geschreid om zijn godlijke Min en zijn Eeuwigheid, zoo ver van ons menschlijk bereiken. ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... ... Nu zal het Wonder ons geschieden nu dat ge moeder wordt... Voor de laaiende drift onzer liefde komt Hij nederzweven. Hij: God. en leven, gelieve, en leven in d'eeuwige ziel van ons kind. Vorige Volgende