Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24(1924)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 524] [p. 524] Nocturne. Door Gerard Walschap. Ik waak op in den nacht voor uw klop aan mijn deur, wreed leed van veel maanden en jaren, g'hebt lam Blijdschap geslacht en zijn bloed blijft een smeur op uw kleed en uw lang hangende haren. Zoude ik oopnen dees deur die 'k op onrusten sloot voor de rust van bewustlooze nachten, om geen troostloozen treur, doch 't verheugdere rood van Gods dapperen daagraad te wachten. Oh voor één nacht van hoop keer uw angstige schrêe, laat uw treden mijn drempelen duchten, of de dag misschien droop van Gods klaarten, Gods vrêe, of Gods' vreugde verlichtte al de luchten! Gun me rust nog één nacht tot den uchtlijken stond; als God laatste vlam hoop zoude blusschen kom dan weder, u wacht open woonst, en mijn mond wacht uw heetste en uw bitterste kussen. Oh bestendig getok van verduldig wreed leed als een snuivende dier rond de muren... Zie, den slagboom vertrok ik en 'k open een spleet, want uw aandrang, wie kan hem verduren? [pagina 525] [p. 525] Maar ik plof op den knie vóór uw aanschijn bebloed en een snik stropt mijn keel tot versmorens, want uw aangezicht, zie, is Gods aanschijn en 't bloed is het bloed van Gods nagelen en dorens. Vorige Volgende