Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1923(1923)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 668] [p. 668] Pinksterlied † Aan Dres Margriet Baers. ‘Toen ik nog jong was, alvorens rond te dwalen, vroeg ik openlijk om wijsheid in mijn gebed... En zij ontlook als een vroegrijpe druif. Mijn hart verblijdde zich in haar’. (Boek der Wijsheid.). Nu 'k sta op dezen Pinksterdag, En weder koor op koor, Zoo 't reeds door twintig eeuwen plag, Gods Wijsheid zingen hoor: Gods Wijsheid in zijn diepste Zelf, Gods Wijsheid in zijn Werk: Het aardrijk en het blauw gewelf, De Moeder-Maagd, de Kerk... Hoe door zijn Geest weer alles wordt Tot oervolkomenheid, Daar Hij Gods Wezen overstort In d'afgrond Hem bereid... Nu schouw ik weer uw schoone ziel Als 't nedrig diepe dal, Dat voor Gods voeten openviel, En vruchtbaar blijven zal. De wijnstok heeft in haar geblomd Tot vol en rijp genugt, En wie om Wijsheid tot haar komt Die vindt de vroege vrucht. Gij hebt den tijd voorbijgespoed, En door den Geest volbracht. Wat 's levens rijpheid slechts bevroedt, En grijsheid heeft betracht. Uw leven is een zien geweest Der diepste Oorzaaklijkheid, Een mededeelen van den Geest In stil en trouw beleid. Maar voor die spanning van uw ziel Was 't lichaam veel te broos; Zijn kracht viel als elk blaadje viel Der rijpe lenteroos. De Dood heeft 't wezen vrijgemaakt Dat naar zijn Oorsprong stond, Dat nieuw, het hoogste Leven smaakt In diepsten Wezensgrond. Gij gaat nu waar de maagden gaan, Aan Catharina's hand, En draagt uw lichte lamp voortaan In 't eeuwig Zonneland. En staande op dezen Pinksterdag In 't godgewijde koor, Waar ik zijn psalmen zingen mag Die klinken de eeuwen door, Bevroed ik hoe de Geest bezielt Een needrig-rein gemoed; En biddend ben ik neergeknield Om wat u leven doet. Zr M. JOZEFA. Vorige Volgende