in ‘de Kameraden’, in ‘een Romance’ en in ‘een Moord’. Het bizondere in De Bom, datgene wat men telkens voelt, maar zoo dat men zich telkens weer moet afvragen: wat is het nu eigenlijk, komt, me dunkt, hier op neer: De Bom ziet en hoort niet zoo heel veel dingen, maar de meest gewone dingen ziet en hoort hij anders dan wij. Zeg niet: dit is 't geval met alle artisten. Juist datgene waar meest alle andere kunstenaars over heen gaan, zal hij vasthouden, en er met al zijn kunstenaarsliefde bij stilblijven.
Neem b.v. het eerste stuk in dezen bundel. ‘Een Romance.’ De gezonde slaap is heel wat in 't leven van een mensch. Maar wie zal u dat zeggen zoo dadelijk inslaand als De Bom: ‘Als om tien uur alles naar bed was en meneer op zijn kamer nog zat te lezen, dan ronkte het lijze gesnork van de knechtenfamilie als gebrom van torren door de dunne muren van de aangrenzende kamer.’ Of: ‘hij sliep, als een rechtvaardige, den nacht door, tusschen twee pijpen in’.
Wat zegt ge van 't portret van dezen Engelschen onderhoorige? ‘Oh! zei, toen ik binnentrad, flegmatisch de kleine kantoorjongen, met zijn te rank opgeschoten knapenlijf en vaal dienstmatig gezichtje, terwijl hij inderhaast een omslag met de lippen bevochtigde en dichtmaakte. Dan, zijn penhouder neerleggende, zijn hoeaje opzettend, naderde hij, en zei, korrekt dienstwillig, en met 't echt-Engelsche bewustzijn van de nutteloosheid der woorden: ‘I know’...
Maar het kortste in De Bom's eigen stijl is toch steeds het kostelijkste: ‘Terwijl Herodes zijn verbazend hoofd onder de waschkraan hield en een grooten cirkel van sprenkelend water om zich heen trok’.
Dat zijn enkele zetten, notaties zooals b.v. Daudet ze bij duizenden gaf. Goed, maar we zijn er zeker in 't Nederlandsch niet aan verwend, althans niet vanwege degenen die zichzelf zijn gebleven; en daarbij De Bom kan ook volhouden, getuige ‘Een Moord’. Dat is wel het beste, het meest eigen De Bomsche van den heelen bundel. Een relaas van de egoistisch pietluttige lafheid van een celibatair rond-de-cuirtje. Zoo gezellig-humoristisch werd ons de psychologie maar zelden geschoteld. Laat De Bom toch liever zoo blijven dan op zijn Van de Woestynsch langs het strand te gaan kuieren; hoewel toch alweer zijn eigen gaven zich in die ‘wonderbaarlijke en avontuurlijke reize in