Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1913(1913)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 412] [p. 412] Herfst Het is de peinzens-stille, droeve herfst Nu els, en eik, en beuk, en popeldreven Bij 't nevel-weven om hun twijg-gewelf De blaren voelen uit hun kruinen beven. De takken donkren tusschen 't ijle loof, En grijpen leege lucht in droom verloren - Dáar - wijl de voorhang plots der wolken schoof Vangt, goud, de zon aan door 't getwijg te gloren. Het licht stroomt, niet te stelpen, in en stort Van laag tot laag de loovers door - en zindert De stilte vol van zijn muziek, en wordt Een waterval van glorie ongehinderd. En al wat stervend was, verteerd en bruin Staat goud en ros-oranje plots te lichten, Ik wandel in een gouden wondertuin Met gouden waas omsponnen vergezichten. Zoo, Liefde, gaat uw licht door 't dorre woud Des levens in zijn lustelooze dalen, - En alle ellende staat in louter goud Bij 't zegevierend dagen uwer stralen. Dr Felix Rutten. Vorige Volgende