Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1913

[p. 338]

Communio

Jesu, naar U dat honderdvoud verlangen!

Er knielden-aan wier aanschijn glanzend zag

Van warm geloof, - verbleekend van ontzag, -

Daar wachtten vele, zacht-beroosd de wangen

Met liefde-blos, - hoe menig' schroom-bevangen,

Noodde U met stillen, oog-geloken lach! -

Enkele droeve, en troost-behoevende, ach!

Lieten haar hoofd, zoo bloemen dauw-zwaar, hangen.

Maar Gij, wit Manna, allen honger zoet,

Sneeuwde onverpoosd van gouden kelkrand neder.

Geen monden vonde' U, of ge waart de vreê der

Verzadiging voor 't hunkerend gemoed.

Uw Lichaam, Kriste-Jesu, haar gegeven

Beware uw bruiden tot het eeuwig leven!

O.L. Vrouw-ten-Doorn, Eecloo.