- Verzen van J.C. Bloem, J. De Stoppelaar, en P. Verbruggen. - Aan de Grenzen der Economie (Is. P. De Vooys): recensie over nieuwe boeken. - Boeken, Menschen en Stroomingen (A. Verwey) over Dr Schoenmaekers' Christosophie.
- Dec. 1911. - Kunst en Gemeenschap (H.P. Berlage), een opstel vol flink-wijsgeerigen kunstzin. - Milton: het Paradijs Verloren, voortzetting van Gutteling's vertaling door Alb. Verwey. - Van Kist tot Daalberg (J. Koopmans). - Verzen van H. Labberton-Drabbe. - Aan de Grenzen der Ekonomie (Is. P. De Vooys), o.a. over het boek van dichter N. Van Suchtelen: ‘De waarde als psychisch verschijnsel’, waarmee hij dit jaar tot Dr. in de Staatswetenschappen promoveerde. - Politieke Feiten en Richtingen (G. Benger) o.a. over de huidige oorlogs- en vredeskansen. - Boeken, Menschen en Stroomingen (A. Verwey) over de Verzen van A. Roland Holst, en over Dr. Bavink's ‘Modernisme en Orthodoxie’.
DE NIEUWE GIDS, November 1911. -
Nero en Agrippina (H. Van der Wal), drama in drie bedrijven; veel goeds, maar weinig verrassing in de karakterontwikkeling, allicht omdat de personnages té traditioneel zijn voorgesteld. -
De Post van den Helicon (H. van Leeuwen), een studie over Kinker, die veel nieuws brengt. -
Uit mijn Dagboek (Fr. Erens), over den dood van zijn papegaai, prachtig, -
Nieuwe Beginselen voor Muziek bij Tooneelwerk (P. Spaan). -
Psammaticus Filologus (P. Van Moerkerken) de bekende geiten- en kinderen-historie, guitig verteld. -
Verzen van Mien Vermeulen-Duinker, van Victor E. Van Vriesland, van Jos. Cohen, van J.H. Leopold. -
Henry David Thoreau (D
r E.D. Baumann), de wijsgeer, dien men gerust een tweeden Emerson kan heeten. -
De bedroefde Mefisto (L. Carbin), een zorgzaam gekoesterde schets. -
Literaire Kroniek (W. Kloos), lofrede op Van Deyssel's ‘Uit het Leven van Frank Rozelaar’. -
Philosophische Kroniek (M.G. Grashuis), over het pragmatisme van W.-James. -
Staatkundige Kroniek;
Buitenlandsch Staatkundig Overzicht (Chr. Nuys). -
Boekbeoordeelingen (Aletrino).
- December 1911. - Nero en Agrippina (H. Van der Wal). - Reïncarnatie en Karma (A.E. Thierens), een lang artikel van den theosophischen schrijver. - Peer Gynt (Edm. Visser) Met Peer Gynt heeft ons Ibsen gegeven den universeelen fantast. - Wodan en Loke (J.B. Schepers), weer een fragment uit het epos van de Lage Landen. Ditmaal wordt ons meegedeeld, dat het geheel een gedicht is in 24 zangen, geschreven tusschen 1902 en 1906. Nu krijgen we den 5n zang: ‘De groote Slag’, den 6n: ‘Rust en Onrust’, en den 7n: ‘De groote Strijd’. - Verzen van J. Reddingius. - Literaire Kroniek (W. Kloos): nog eens over Adriaan Van Oordt, die het overigens wel verdient. - Philosophische Kroniek (M.G.J. Grashuis), naar aanleiding van ‘Over het Bewustzijn’ door Dr E.J. Wynaendts-Francken. - Staatkundige Kroniek (M.). - Buitenlandsch Staatkundig Overzicht (Chr. Nuys): Over China. - Buitenlandsche Literatuur (P.N. Van Eyck), de degelijke dichter-criticus is nu aan zijn nr X; Walter Pater ditmaal, de beroemde Engelsche schrijver.
DE VLAAMSCHE GIDS, Nov-Dec. 1911. -
Onze Kunstenaars en ons Volk (Pol de Mont): zijn kranige rede, uitgesproken op Vlaanderens Kunstdag te Gent. -
Tropendroom (Em. Vander