Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1910(1910)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 453] [p. 453] Voor 't lieve vaderland Voor L. Dosfel We slaan de broederhand en 't minnend hart te gader, En leggen als ons liefde en al ons kracht opeen, En vragen hulp daarbij den liefderijken Vader. Verstooten zal hij niet ons klagend hartgeween! We roepen al bedroefd: Zie, Heer, hoe zeer we 't minnen, Het land dat ge ons zoo arm, zoo diep vervallen gaaft, En hoe hartstochtelijk we lijden bij 't bezinnen Dat 't land van grootheid thans aan laagheid ligt verslaafd! Zie, Heer, we hebben 't lief tot in ons schoonste droomen, We maakten voor zijn heil ons leven tot een smart; De wreedste ontkenning kon ons liefde nooit verloomen; Verdwenen was al 't grootsche, en smachtend bleef ons hart! We weenen schiijnend om zijn schoone dageraden, Het bloeien van zijn nacht in weidschen sterrengloor, Den glans van land en wei en bosch in 't zonnebaden, Zijn zingend jubelen van 't blijde klokkenkoor. We weenen in die vreugde en in die pracht we weenen! Om 't ongenaakbaar schoon van 't oude schilderwerk, Om d'ongemeten roem der helden die verdwenen, Om 't hemelreikend slaan van Halle en Christi kerk. We waren eens uw volk, beluisterd met genaden, Aan wien Ge 't voorrecht schonkt van blijden marteldood Voor vrijheid, recht en God; een volk van trotsche daden, Van zielenadel, kunst en voorspoed, wondergroot! [pagina 454] [p. 454] Ons droefheid is zoo wreed daar alles wij verloren! Wordt dubbel rijk ons land, meer voelen we ons verarmd! Alleen door zielenpracht wordt grootheid ons herboren, Als eens uw goedheid zich om 't goede volk ontfarmt. U bidden honderden, betrouwend in hun lijden, Door wat hun dierbaarst is om redding in den nood: De wederkomst van vrije en glorievolle tijden. Een heilig heldenvolk kan niet gedoemd ten dood! Herleven zal het grootste en schoonste volk der aarde, Omdat 't wel onbewust, maar sterk geleden heeft, Omdat het lijden steeds en heil en glorie baarde, Sinds Gij na Golgotha 't Verrijzen hebt beleefd. Herleven zal 't omdat na eeuwen van verkwijnen Nog op zijn kust weergalmt het machtig opstandslied, Omdat nog als voorheen de wonderschoone lijnen Van belfort en van kerk opslaan naar 't luchtverschiet. Omdat ook meer en meer maar voort daarhenen reiken Met wensch en heimwee voor hun arme broedren al, En voor hun liefde zal eens alle kilheid wijken, Omdat God onze bede en liefde aanhooren zal! En bouwen zal ons volk in glorietrans der luchten Den mooisten tempel eerst, voor U, zijn God en Heer! En naar het fonklend kruis opleiden al de zuchten En al de heimweesmart van groote zielen weer! Arth. Coussens. Vorige Volgende