Maar toch hoe nietig was dit alles, had hij
Zijn arbeid niet om wiekslag hem te zijn....
Voortbrengingsweelde stroomde uit ieder blad
Dat dichtbeschreven werd ter zij gelegd.
En de oogen van een tijd, die nog niet was,
Zag hij daaruit bewondrend op zich rusten....’
* * *
De fijne Engelsche romanschrijver Maurice Hewlett voelde zich gedreven om, naar aanleiding van den verkiezingsstrijd, te spreken tot het Engelsche werkvolk. In zijn langen brief schrijft hij o a. 't volgende: ‘Al wat de overrijken met hun schatten doen is, naar ik geloof, slecht voor hen zelf en voor ons (de werkers). Het is om hen en om hen alleen, dat de monsterachtige uitgaven voor vloot en leger tegenwoordig worden gehandhaafd. Want alleen van hun zijde kan er eenig oorlogsgevaar rijzen. Zonder hen zou - hier en elders in Europa - de oorlog ophouden, een onmogelijke zaak blijken. Oorlogen worden ontworpen en uitgelokt door financiers, door de kleine opdat zij groot, door de groote opdat zij nog grooter mogen worden. Behalve in het onderstelde voordeel van den godsdienst is er in de geschiedenis geen voorbeeld van een oorlog, die niet als beweegreden had, dat het eene volk land, macht en geld van een ander wilde hebben. En nu hebben de arbeiders persoonlijk belang bij deze zaak, want in een oorlog zijn zij 't die worden gekeeld en neergeschoten.’
* * *
Den 23 December stierf Mr Nicol. Pierson. Hij was geboren te Amsterdam in 1839. Na een reis in Amerika vestigde hij zich als koopman te Amsterdam. In 1864 werd hij aldaar directeur der Surinaamsche Bank. Hij schreef ‘De Toekomst der Nederlandsche Bank’ en in '68 werd hij benoemd tot bestuurder van die Bank. Van 1885 tot '91 was hij president er van en sinds 1904 commissaris.
Intusschen was hij een man van drukke studie in de staathuishoudkunde. Door zijn groot en klein handboek daarover verwierf hij zich een befaamden naam. De Leidsche Hoogeschool vereerde hem in 1875 het doctoraat honoris causa. In '77 werd hij hoogleeraar aan de gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, en in '83 Lid der Koninklijke Academie van Wetenschappen.
In 1891 werd Pierson minister van Financiën in het kabinet van Tienhoven. Door zijn belastingshervormingen verlichtte hij den toestand van 't lagere volk. Het ministerie trad af met de Kamerontbinding van 1894. Drie jaar nadien werd hij premier, en nam voor zich weer het ministerie van Financiën.
Pierson was een der uitstekendste mannen van de Hollandsche liberale partij. 't Was een broeder van den grooten letterkundige Allard Pierson.