Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1909(1909)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Flandria illustrata De Begankenis De blijde klokken bammen. Door de blauwe lucht Rondom de naalde van den toren zwenkt 'n vlucht Gezwinde duiven. Slutse kermiswimpels hangen De galmgaten uit, te krinkelen lijk slangen. De schutterij bezet de markt. De kolven staan In rotten. Zweetend met hun zware hoeden aan, De mannen slentren weg en weer en roezemoezen Of drinken schuimend bier uit koele steenen kroezen. Ter puie van het stadhuis waakt de trommelaar. Hij wordt het ver gestuif van drommend volk gewaar En roffelt. In 'n omzien grijpen al de mannen Hun logge kolven vast en scharen zich gespannen En bonkig, schouder tegen schouder, in 't gelid. Hun verschgewasschen linnen hozen blekken wit. Messire de Chavigny komt op de markt gereden Met twintig ruiters. Achter hem te voete treden De schepens rood getabbaard en de waterschout, Die beide duimen in z'n leeren buikriem houdt. Vervolgens twee en twee, de dekens van de gilden En dan 'n bende knapen met vergulde schilden. Deemoedig in hun ruige pij, langs elken kant, 'n Reke paters met flambeeuwen in de hand. De zilte zeewind jaagt. In bont gedwarrel flappen De kostelijke vaandels van de broederschappen. 'n Kittig kinderkoor verhaast z'n trippelgang En zingt met helder stem den Pange-lingua-zang. Het volk stroomt uit de monding van de nauwe straten. Men ziet de balgen glinstren van de wierookvaten. [pagina 6] [p. 6] Messire de Chavigny zeer zenuwachtig prikt De lanken van z'n peerd. Het edel dier verschrikt En spartelt dat de sperken uit de steenen springen. Het kruis is ginder. Schrille schellen tingelingen Al door malkander. Onder wegend kerkgewaad 'n Grijze priester met het vonklend toonstuk gaat De steile trappen van het stadhuis op. Beneden Trekt de eerewacht de stalen zweerden uit de scheeden. De priester steekt het toonstuk kruiswijs over 't volk. In 't zonnelicht omhooge giert 'n wierookwolk En heinde en verre schalt en deunt tot in de duinen, Het feestelijk gestoot van zilveren bazuinen. Om. K. De Laey. Vorige Volgende