Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1908

[p. 196]

Inhoud van tijdschriften

ONZE KUNST, Augusti 1908. - Rembrandt's voorbereiding van de etsen van Jan Six en Abraham Francen (Prof. Jhr. Dr. J. Six). - Kunst van Heden (Slot) (Jul. Schmalzigaug). - K.P.C. de Bazel (III). - Kunstberichten uit Amsterdam, uit Rotterdam, Ambachts- en Nijverheidskunst, enz. - Boeken en Tijdschrijten.

BIEKORF, 12 Juli. - Een Woordeke-op-en-weg (J.U.) een praatje over den ‘naamdag’. - Bij zonnesterven (Cl. Vander Straeten): Tweespraak tusschen avond en maan met een prachtig slotvers. - Werken (Dr Aug. Schepers): hoe gezond het is en wat een genot. - Eerste uitgang der koeien (Warden Oom): geestig-schilderachtig vers. - Mengelmaren: Dante in Vlaanderen.

- 13 Juli. - Geest en lichaam (L.G.): een brokje gezonde wijsbegeerte. - Uit het Landleven: Weer een goed gedraaid gedicht van Theo Brakels. - Mengelmaren.

DE GIDS, Juli 1908. - Een huis vol menschen (C. en M. Scharten-Antink): slot van dien roman, zoowel naar opvatting als naar uitwerking een der merkwaardigste boeken uit dezen laatsten tijd. - Schimmen: verzen van C. Lapidoth-Swarth. - Insulinde's Toekomst (Mr C. van Deventer): er moeten in de Oost radicale verbeteringen komen ten koste van Nederland's Staatskas; anders is het verlies dier kolonie slechts een quaestie van tijd. - Napoleon en Nederland van 1799 tot 1806 (Dr H. Colenbrander): vooral de rol van Schimmelpenninck als gezant te Parijs is belangwekkend. - De Schadeloosstelling van de Leden der Tweede Kamer (Beelaerts van Blokland): weeral iets dat uit Parijs komt en dat bezig is zijn omreisje door Europa te doen. - Potgieter herdacht (J.N. Van Hall): ‘De schim van Potgieter kan te vreden zijn’ over de stille viering van zijn eerste eeuwfeest; waardeerende bespreking van Verwey's ‘Droom en Tucht’, ‘het Testament van Potgieter’, en de twee deeltjes in de Nederlandsche Bibliotheek. - Uit het Rijksprentenkabinet (J.S.D.) aanbeveling van ‘afbeeldingen’ naar belangrijke prenten en teekeningen in het Rijksprentenkabinet onder leiding van Van der Kellen, W. Versluys, Amsterdam. - Buitenlandsche letterkunde (J.N. Van Hall): over François Coppée. - Spoorweglectuur: een keuvelarijtje van J. de Meester. - Muzikaal overzicht (H. Viotta). - Parlementaire Kroniek. - Buitenlandsch Overzicht.

DE XX^e EEUW, Juli 1908. - Een Arme (Jos. M. van Mens): treffend gevonden en gezegd. - Moewe Jaren (A. Aletrino) vervolg. - Gedichten (Edm. van Offel): ver van te zijn vrije zangen des harten. - De Scheiding van Kerk en Staat in Frankrijk: slot van de merkwaardige studie van G.W. Van Vierssen Trip, die eerlijk zijn best heeft gedaan om onpartijdig te blijven. - Schetsen (H. Bouma): Van Deyssels-dunnetjes van inhoud, maar

[p. 197]

bijna even gaaf van vorm. - Liefde voor mijn Vader, prozagedicht (L. Van Deyssel): ons dunkt het stuk merkwaardiger om zijn ethische dan om zijn esthetische elementen; maar wat een rankteere zegging weer! - De heilige Tocht (Ary. Prins) weer drie bladzijdjes. - Staatkundige Kroniek (M).

DE NIEUWE GIDS, Juli 1908. - ‘Lanseloet ende Sanderyn bij de Hagespelers’ (Fians Mijnssen): ‘De opvoering was... als een mooie droom’. - Bij Ludovic Halévy's heengaan, door Dr J. De Jong, een dankbaar operalief hebber. - De Watermeulen van Deurne (K. Van der Oever): slot van die kleurige, hartelijke vertelling. - De Ahasverieden (Alfr. Verren): wellicht zal schrijver eenmaal op andere planeten beter worden verstaan en genoten dan op de onze. - Drie Sonnetten (H. Boeken): ongenietbaar. - Frits Roosdorp (G. Van Hulzen): een gevoelde herinnering aan dien vroeggestorven moderne, bij de tiende verjaring van zijn sterfdag. - Het veredelen van kultuurplanten (R.): bespreking van Hugo De Vries' nieuw werk. - Literaire Kroniek (W. Kloos): een uiterlijk geestige, in den grond verontwaardigde tuchtiging van Adema van Scheltema om zijn ‘grondslagen eener nieuwe Poëzie’. Toch ben ik zeker dat meer dan een moderne bij de lezing van dit boek zijn troontje zal voelen waggelen.

ONZE EEUW, Juli 1908. - Ida Westerman (Slot) (Ger. Van Eckeren) slot van de novelle. Van Eckeren heeft eigen gaven, duurzamer dan woordcultus. - De Motie-Bos in de Tweede Kamer (Mr H. Smissaert): altijd nog over exploitatie van spoorwegen door den Staat. - De Limes, eene Taunus-herinnering, (F.J.L. Krämer) de ‘Pfahlgraben’, de ‘limes’ der Romeinen. - Waar heeft het Indo-Germaansche stamland gelegen? Zeer merkwaardige bijdrage, eigen beschouwingen gevend nevens geleerdheid uit de werken van Much, Ratzel, Hirt, Schrader. - Nieuwe Boeken (G. Haspels): de sympathiek-degelijke romanschrijver is minder verkwikkelijk ditmaal als criticus. - Buitenland: een nieuwe politieke rubriek in ‘Onze Eeuw’ - Onze Leestafel.

DE BEWEGING, Juli 1908. - Multatuli en de Romantiek (J. Prinsen). ‘De Beweging’ wordt blijkbaar het orgaan van de nieuw-oplevende Romantiek. - Bilderdijk's Treurspelen (J. Koopmans) ‘Kormak’ wordt genoemd een koninklijk stuk, hoog van stijl, en met koninklijke gevoelens. - Het Meer, verzen van Jan Prins. - Gedichten (P. Van Eyck), poëzie, stellig verwant met die van den anders door de modernen zoo zeer versmaden Fiore della Neve. - Arbeidswetgeving en vakbeweging in Nederland (J. Molenmaker). - Boekbeoordeelingen: o.a. onverantwoordelijke, zooniet ontoerekenbare kritiek over de ‘Gedichten van Edw. B. Koster’ en over de verzen van V. de la Montagne, en op zijn minst onrechtvaardige over Reddingius.

DE NATUUR, 15 Juli 1908. - De Teekenkunst in voorhistorischen tijd (J.H. Van Balen) met belangwekkende afbeeldingen. - Voor welke constructies vindt gewapend beton toepassing? (J. Rückert) o.a. bij dijkwerken. - Een bezoek aan de Papoea's van Noord Nieuw Guinea (W.v.B.). - Een gewijzigde Deprezafbreker voor de Ruhnikorff. - Bestuurbare Luchtballons (J.M. Kleiboer): die van

[p. 198]

Parseval. - Nieuwe Banen in de metallurgie (Dr A. Snijders): nieuwere methoden voor het opsporen en gewinnen van goudertsen. - Lithopone (G. Uhl): bereiding van dit mengsel van zwavelzink en gepraecipiteerd bariumsulfaat. - Een viertal Dagvlinders (J. Daalder): citroenvlinder, papilio podalirius, koninginne-page, peterselie-vlinder. - Het vervaardigen van vlakke glazen platen. - De zakzonnewijzer van Eise Eisinga (Dr P. Schuringa).

REVUE DES DEUX MONDES, 1 Juin 1908. - La politique extérieure après le plébiscite (Em. Ollivier). Voor Ollivier, de minister van Napoleon III, draagt natuurlijk enkel Bismarck de schuld van alles in 1870: ‘La politique de l'empereur fut à tous égards loyale et sérieuse, fidèle à ses principes, respectant le droit des autres peuples, animée d'un zèle sincère pour le maintien de la paix’. - Conspirateurs et gens de police. - L'aventure du colonel Fournier et la mystérieuse affaire Donnadieu III (Gilb. Augustin-Thierry). - Aloyse Valérien, slot van Rod's roman. - Paysages de la Grèce (L. Bertrand): thans is de beurt aan Aulis (van Iphigenia), Corinthe, Nemea, Mykene, Argos, Tyrinthe, en, tusschen Tripoli en Sparta, Mistra. - La Médecine, les Médecins et les Facultés de médecine (Ch. Richet). - L'évolution de Péducation au Japon, II. - Les tendances socialistes et réactionnaires (Vay de Vaya et de Luskod). - Chronique de la Quinzaine, histoire politique (Fr. Charmes).

- 15 Juin 1908. - La reine Victoria, d'après sa correspondance inédite (A. Mézières): ter vollediging van dit echt koninginnebeeld, met haar plichtbesef, haar gezond verstand en haar familiegeest. - Ciel rouge: begin van een roman door Claude Ferval. - Madame, mère du Régent: mort de Charles-Louis; Liselotte le roi (namelijk Louis XIV, et Mad. de Maintenon), les grands chagrins (Arv. Barine). - Octave Gréard (comte d'Haussonville): sympathieke studie over dien grooten ijveraar voor 't meisjes-onderwijs, en tusschen in een beeld van de beide groote waarover Gréard eenmaal schreef: Prevost Paradol en Schérer. - Le mariage secret de Mad. la duchesse de Berry (Costa de Beauregard). - Revue musicale (C. Bellaigue): Hippolyte et Aricie, Boris Godounow, Snegourotchka. - Le poète de la vie familière (R. Doumic): een fijn artikel over Coppée.

LE CORRESPONDANT, 10 juin 1908. - La Politique intérieure après le plébiscite (E. Ollivier). Geen vriend van Gambetta. - Deux ans au palais Farnèse (Ch. de Moüy): In 1886, '87 en '88, de politiek van Crispi jegens Frankrijk, en die van Goblet jegens Italië. - François Coppée (E. Harancourt): een klinkend lofartikel: ‘Dans une forme exquise il a fixé une sincérité parfaite... Au regard des générations futures il aura la mérite d'avoir décrit son temps et son peuple, une famille d'hommes, un moment de sa patrie... Comme technicien de la métrique, il déconcerte, et je crois pouvoir attester que pas un seul, hormis Hugo, n'a possédé plus subtilement la science de son métier. - Les Indes anglaises (***). - A travers la Révolution (de Lanzac de Laborie) aan de hand van een heelen hoop nieuw verschenen boeken. - L'Action française (Ch. Maurras, L. Moreau): nog altijd die pennetwist aangaande de royalisten-partijen. Voor l'Action française zijn alle middelen goed ter Restauratie, le ‘Correspondant’

[p. 199]

wil van geen revolutionaire pogingen (Et. Lamy en de Voguë). - Les Salons de 1908 (Max Doumic).

- 25 juin 1908. - La Politique intérieure après le plébiscite (E. Ollivier). - Les Idées religieuses de Leibnitz (G. Fonsegrive). - Les Maîtres de l'Océanie (Biard d'Aunet). - Le premier Congrès international contre le Duel (Pierre de Rohu). - Conflits d'ámes (J. Bertheroy). - Jeunes romanciers (H. Bremond). - Le Syndicalisme révolutionnaire et la Confêdération genérale du Travail (L. de Seilhac). - Journal d'un voyage à Terre-neuve (Rob. Perret). - Les OEuvres et les Hommes (Ed. Trogan).

ETUDES, 20 juin. - I. La cause de la Paix et les deux Conférences de La Haye (M.A. Pillet): den vrede zouden zij geenszins bevorderd hebben. - II. Le Modernisme en Allemagne (Joseph Brücker): over Ehrhard en Schnitzer. - III. Saint Ignace de Loyola et la communion quotidienne (Joseph-Marie Cros): vóór Ignatius was het gebruik maar ééns 's jaars de heilige communie te ontvangen vrij algemeen geworden, bij kloosterlingen zoowel als bij leeken. Overal zette hij de christenen aan ten minste wekelijks te communiceeren. Als hun geen doodzonden klaar en duidelijk vóór 't geweten stonden en de dagelijksche communie voordeelig scheen zouden zij die ook aandurven: ze was hun geoorloofd, het beste dat ze doen konden. - IV. Mélanges pour l'étude du Pentateuque (Gabriel Huvelin): niets nieuws. - V. Deux systèmes de Théosophie (Paul Carty). - VI. Madagascar. Dix ans (1896-1906) (Pierre Suau): vervolgt. - VII. Bulletin d'Histoire moderne (Joseph de la Servière): 't gaat over 14 nieuwe boeken. - VIII. François Coppée (Pierre Suau): enkel vier bladzijden in kristalhelder Fransch, over het werk van Coppée en zijn karakter. ‘Longtemps, ce que F.C. a écrit sur la bonne souffrance consolera, éclairera, fortifiera des âmes. Redevenu chrétien, il le fut avec humilité et ferveur. Il ne se fit point une pose de sa foi, ni un piédestal de ses croyances. Il bénit la miséricorde de Dieu, la jugea infinie, et fut le publicain qui ne méprise personne, et qui, dans un recoin obscur du temple, se frappe sincèrement le coeur.’

- 5 juillet 1908. - I. Le 16 juillet à Lourdes en 1858 (L.-J.-M. Cros): critische studie over de laatste verschijning. - II. Madagascar. Dix ans (1896-1906) (Pierre Suau): 12^e artikel en slot. - III. De la Sainteté de Jeanne d'Arc (chanoine Dunand): een théologische verhandeling van 1628, en die, alhoewel niet onbekend, hier voor het eerst uitgegeven en ontleed wordt. - IV. Les Tombeaux des Médicis (Gaston Sortais): critische beschouwingen. - V. La Suppression des Jésuites (1773-1814) (L. Delplace): vervolgt. - VI. Autour de la question religieuse (Lucien Roure): overzicht van een half dozijn jongst verschenen werken, voor of tegen den godsdienst pleitende. - VII. Le Décret ‘Ne Temere’ sur les Fiançailles et le Mariage (2 août 1907) (Lucien Choupin): een toelichting komt nooit te laat, als ze zoo helder is.