IN DEN LOOP van Januari stierf Kardinaal Richard, 89 jaar oud. Hij was geboren te Nantes. 't Was een edelman die zijn eerste opvoeding genoot op ouderlijk slot van Lavergne. Hij studeerde verder in Saint-Sulpice te Parijs, en werd na zijn wijding vicaris-generaal te Nantes. In 1871 werd hij bisschop te Belley. Vier jaar later hechtte Kardinaal Guibert hem als helper aan 't aartsbisdom te Parijs. In 1886 beklom hij zelf den hoogsten geestelijken zetel van Frankrijk; en tot zijn laatsten levensdag toonde hij zich waardig van zijn glorieuzen stoel en van de Kardinaalseere hem door Leo XIII in 1886 verleend. De laatste twee jaar van zijn leven, het voltrekken der scheiding van Kerk en Staat, waren de somberste van zijn leven en ook van 't heele godsdienstig leven in Frankrijk sedert meer dan een eeuw. Maar wat men hem en zijn Kerk ook deed lijden, de groote grijsaard dwong door zijn uitstekend karakter en zijn heilig leven ieders bewondering af. Zelden zag men in een mensch het goed hart en den hoogen geest zoo harmonieus vereenigd als in Kardinaal Richard. Grenzenloos was zijn menschlievendheid, en van zijn kloeke verstandsgaven blijven getuigen zijn historisch optreden in veel moeilijke gevallen en zijn godsdienstig-letterkundig werk: Vie de la Bienheureuse Françoise d'Amboise, duchesse de Bretagne et religieuse carmélite (1865) en zijn Saints de l'Eglise de Nantes (1873).
CATHARINA ALBERDINGK THIJM, dochter van Jozef en zuster van Karel (Lodewijk van Deyssel) overleed in den loop van Januari.
Voor hare letterkundige beteekenis verwijzen we naar de nota bij het artikel over van Deyssel in Dietsche Warande en Belfort, jrg. 1906, nr 1.