trouwd werden. We meenen dus thans niet lichtzinnig te moeten oordeelen.
Gallas' woordenboek is, zonder eenig voorbehoud, het beste wat we thans bezitten. In veel minderen omvang geeft het meer dan 't standaardwerk van Kramers: Meer woorden, want het is bewerkt naar de studie ook van de allermodernste Franschen; minder voorbeelden, ja; maar geen enkel overtollig, juist genoeg om voor iedere schakeering in de woordbeteekenis een toepassing te hebben. En dàt is 't geen we van een woordenboek mogen en moeten eischen.
Ook dit heeft Gallas voor: dat het zoo uitstekend tot naslaan is ingericht. Onmiddellijk vat het oog wat het hebben moet: ordelijke indeeling en practisch onderscheid van letterteekens. Een toonbeeld daarbij van typographische uitvoering.
Zoo 't Nederlandsch-Fransche deel een waardig weerga van dit zal zijn, mogen we verzekeren dat Herkenrath's poging om Gallas te overvleugelen deerlijk is mislukt; en dat we hier te doen hebben met een werk, 't welk tegen alle mededinging in, zijn weg tot het groote publiek wel zal vinden.
L.P.
DE WONDEREN DER TECHNIEK, uitgave van J.C. Dalmeyer, Amsterdam. 320 blz. fl. 3. -.
We geven hier de inhoudstafel van dit werk, die overigens in 't boek zelf ontbreekt:
De pyramiden van Egypte, de Tempel (toren), de Muren, de Hangende Tuinen van Babel, het Beeld van Zeus te Olympia, de Artemistempel te Ephese, het Mausoleum te Halikarnassos, het Kolossus van Rhodes, de Pharos te Alexandrië, de Romeinsche Waterleidingen, de Sphinxen en Kolonus-beelden in Egypte, - Mijnbouw, Goud; het Eldorado van het verre Westen, de Goudvelden van Australië, de Goudmijnen van den Witwatersrand, het Eldorado van het Noorden, Diamant, Zilver, de gevaren die den Mijnwerker bedreigen, de Robijn-mijnen van Burma, de Kopermijnen van den Rio Tinto, andere beroemde Kopermijnen, Kwikzilver, De Tinmijnen van Cornwall, Kolenmijnen: Oorsprong der steenkool, het ontstaan van kool, verspreiding der steenkool, het werken in de Kolenmijnen, IJzermijnen, Marmergroeven, Zoutmijnen, Wat de Sneltreinen kunnen doen, Motorwagens, De Motoromnibus, Motorspoorwegen, De Motorbooten, Plezierbooten, Motor-reddingsbooten, Motor-visschersbooten, Motorbooten voor de Marine, Electrische sneltreinen, Luchtspoorwegen, de electrische lucht- en ondergrondsche Spoorweg van Berlijn, de Ontwikkeling der Stoomvaart, het Stoomschip ‘Deutschland’ van de Hamburg-Amerika-lijn, de ‘Kaiser Wilhelm II’ van de Norddeutschen Lloyd, Onderzeesche Booten, de Spoorweg als Veroveraar, de Transsiberische Spoorweg, van Kaïro naar de Kaap, Een en ander over Amerikaansche Spoorwegen, het Panama-Kanaal, het Plan der Vereenigde Staten, de Simplon-Tunnel, het een en ander over de Veiligheidstoestellen: Het Remmen, de Signaalkast.
Zoo'n titellijst is, me dunkt, welsprekender dan bladzijden lof op de zaakrijkheid van Dalmeyer's uitgave Al wat er in staat blijkt ernstig wetenschappelijk te wezen, en wordt zonder inspanning, als een boeiende vertelling aan den man gebracht.