zooveel wederwaardigheden, zooveel wisselvalligheden, onaangeroerd te blijven staan in de oorspronkelijke ongedeerdheid. - Ja, zuiver is onze historische roem, en heldhaftig mogen wel de kampen heeten, gestreden, niet alleen voor vrijheid en vaderland, maar wat harder is, ten koste van dit vaderlandsch gevoel, het heiligste en diepste in ons menschelijk gemoed. Want, waar 't gewetensplicht gold, waar de hoogste belangen der ziel, die van godsdienst en geloof, hun eischen stelden, daar aarzelden onze voorouders niet.
Ik ken niets tragischer dan de lotgevallen der Vlamingen in de zoo beroerde tijden der XVIe eeuw. Zij stonden tusschen hun God en hun land, tusschen hun geloof en hunne vrijheid. En vrijheid en vaderland gaven zij ten beste voor de hoogere eischen van 't geweten.
Tegelijk mochten zij vaarwel zeggen aan alle geestelijke overwegendheid.
Terwijl de Hollanders, afgezonderd in hun op-zichzelf-staan, gestaald door hun reuzenstrijd tegen Spanje, zich op alle wijzen - stoffelijke en geestelijke - ontwikkelden en hun rang veroverden onder de machtige mogendheden, sluimerde België eene eeuwenlange dommeling in, verwijderd van de omspoelende stroomingen, achteruitblijvend in den algemeenen beschavingsgang.
Van dan af ook was het Vlaamsch tot gewesttaal vervallen; enkel door het volk, door onontwikkelden was 't nog gesproken. Maar deze taal, hoe achterlijk en vernederd ook, was de taal van een volk dat zijn geloof ongeschonden, zijne zeden rein had behouden. Gansch een erfdeel van zielegrootheid lag ongedeerd. En toen de ontwaking kwam, toen geest en gemoed, toen geloof en vrijheid den vredezoen mochten wisselen, was de rijke, warme grond daar, waarop de heerlijkste bloemen van kunst en wetenschap konden ontluiken, de sappigste vruchten groeien van echte wereldcultuur.
Mocht men niet verwachten dat de eersten om al de opofferingen te erkennen door het Vlaamsche volk gebracht op het altaar der geloofsovertuiging, de geestelijke overheid zou zijn? Maakte de erkentelijkheid zelve dat niet ten plichte? - Toen voor een tweede maal de Belgen gesteld werden