| |
| |
| |
| |
Overzicht der tijdschriften
Biekorf.
Nrs 19 en 20 brengen het slot van Horand's Doodendans. - E.H. Dumez vult de studie van E.H. Mervillie over de Bietjes aan met eenige lezenswaarde aanteekeningen over de Graafwespen of graafbíetjes of nog steenhurzels genoemd. - E.H.L. Dewolf bespreekt het feestnummer van De Vlagge gewijd aan E.H. Hugo Verriest en prijst er dezen laatste als ‘een vooruitzienden, een rechtschapen, een krachtdadigen en leidzamen man..., eenen held ten dienste van het Vaderland.’
Met de nrs 21 en 22 gaat de blijde mare dat Hugo Verriest, Dr. Em. Lauwers, Dr. Depla, notaris Persyn en Stijn Streuvels hun vaste medewerking toegezegd hebben aan Biekorf; en reeds in deze nummers vertelt E. Lauwers heel geestig naar het Engelsch van Rudvard Kipling van Rikke-Tikke Tavi ‘een slangenstekker, zoo iets als een kleine katte van pels- en van steertwegen, maar net als een wezel van kop en doeninge’ Nog te vermelden twee gedichten van E.H.B. Van Haute: Golgotha en Gezelle, en eene bijdrage van E.H. Cesar Gezelle over de Anden.
| |
Het Katholiek Onderwijs. November 1904.
Vervolg van het opstel Geschiedenis der Opvoedkunde. Ditmaal worden de denkbeelden van Victorinus van Feltre, leeraar aan de hoogeschool te Padua uiteengezet - Overgenomen uit De Opvoeding eene lezenswaarde bijdrage over den wasdom der kinderen en het werk dat aan scholieren mag opgelegd worden. - Begin eener bijdrage Draait de aarde rond hare as.
| |
't Park's Maandschrift, 15 November 1904.
Deze aflevering brengt een kort verslag van de reis van den H.E.H. prelaat naar de missie van Brazilië met eenige wetenswaardigheden over dit land. - Voorts eenige korte geschiedkundige aanteekeningen van E.H. Jansen over de parochie Butzel.
| |
Bijdragen tot de Geschiedenis
Bijdragen tot de Geschiedenis, bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant. October 1904.
M.H. Jacobs deelt twee oorkonden mee uitgaande van het bestuur der Munt te Brussel in 1704 en 1705, waaruit op te maken is wat vroeger de waarde was van een pond ouden grooten Tournais. - Vervolg van Edm. Gueden's plaatsbeschrijving der straten van Antwerpen. - De oude Abdijen hadden refugiën 't zij te lande om daar zieke en kranke kloosterlingen te verzorgen of om van daaruit de kloostergoederen te bewaken, 't zij in de stad,
| |
| |
als toevluchtoord in slechte tijden. E. Steenackers geeft eenige bijzonderheden over twee dergelijke refugiën van St-Bernardsabdij aan de Schelde: een te Coolhem onder Puers en een te Mechelen. - Vervolg der Histoire de Pellaines van E.H.C. Buvé.
| |
De Banier, deel 11.
Dr. J. Gessler begint een opstel: Taalkundige Studiën. In het eerste deel Taal, dialect en plat, wil hij het ontstaan van de hedendaagsche talen en dialecten kortbondig bespreken. - H.B.B. deelt wetenswaardigheden mede over de Geheimen der Zee. - De Profundis, gedicht door H. Haenen.
| |
Neerlandia. October 1904.
Een vormstrijd in Zuid-Afrika. Een lezenswaard artikel waarin gehandeld wordt over den strijd om vereenvoudiging in de schrijftaal.
De Zuid-Afrikaansche Taalbond wil vereenvoudiging, in hoofdzaak.
Geen verdubbeling van de o en de e in de open lettergrepen dus oor - oren, heer - heren. Op het eind van een woord blijft de e dubbel geschreven; dus zee. Voor de duidelijkheid, waar noodig, een accent; bedélen, bédelen.
Waar de tusschenletter n in samenstellingen niet wordt uitgesproken vervalt ze: dus boerewoning.
In samenstellingen vervalt de s op het einde van een lettergreep als de volgende met een s begint; dus volkstammen.
De tweede naamval wordt vermeden behalve in geijkte uitdrukkingen.
Een, geen, mijn, zijn, haar, hun, uw blijven voor alle geslachten en naamvallen, enkel- en meervoud, onveranderd.
Het lidwoord de, geplaatst voor alle zelfst. naamw. die niet door het aangeduid worden, blijft in alle geslachten en naamvallen, enkel- en meervoud, onveranderd.
Jij, je, jullie, u vervangen, behalve in deftigen of plechtigen stijl, gij, enz.
Aanbevolen worden uitdrukkingen als Jan z'n hoed, moeder haar doek.
Hun mag, naast haar, als meervoudsvorm van haar gebruikt worden.
De t van de 2e pers. enkelv. in den onv. verl. tijd vervalt; dus: je nam, kreeg, enz.; bij inversie vervalt de t ook in den tegenw. tijd, dus: ben-je. loop-je, enz.
De Taalbond gaat dus minder ver dan Kollewijnianen, maar sommige schrijvers willen verder gaan en Afrikaansch schrijven.
| |
Kunst en Leven.
De 7e aflevering brengt een artikel van Joh. Szelinsky over Vlaamse en Hollandse Meesters in de National Gallery te Dublin met afbeeldingen van werken van Key, Fr. Hals, Rembrandt, Govert Flinck, G. van den Eeckhout, B. Van der Helst en Verspronck. Voorts verslag over de laatst geopende tentoonstellingen van schoone kunsten.
| |
| |
| |
De Belgische School.
De Belgische School. Opvoedkundig maandschr., Brugge, October 1904.
Ter Gedachtenis van Mijnheer J.B. Emond (met beeltenis). Welverdiende hulde aan den braven man! - Geloof, Schoollied, muziek van Jos. Libot, woorden van Lod. Mercelis. - Belang en doel der Zielleer voor den onderwijzer. - De landelijke school in Amerika. - Onderscheidingen voor dierenbescherming. - De onderste vensterruiten. - De bemesting der weilanden (met plaat). - Verzamelingen van landbouw. - Officiëele stukken.
| |
St-Cassianusblad.
St-Cassianusblad. Tijdschr. voor Opvoeding en Onderwijs, Mechelen, October 1904.
Een omvangrijk nummer. behelzend het algemeen verslag van het zilveren jubelfeest der Vrije Katholieke Normaalschool van Mechelen en van hare leeraars de heeren Tysmans en Spaeninckx. Talrijke beeltenissen luisteren dit nummer op.
- November 1904.
Deze aflevering brengt het vervolg der belangrijke bijdrage van Prof. Tysmans: Ter nagedachtenis van wijlen Kan. L. Michiels. - De Wet van '79 en hare gevolgen voor Godsdienst en Maatschappij, door A. Bellemans. - Besluiten gestemd op den Landdag van den Christen-Onderwijzersbond. te Gent, den 4 en 5 Sept. - Un refus de présidence bien motivé. - Onderwijzers-Congressen in Duitschland. - Praktisch onderwijs: Les over het kousenbreien. - Het Muntwezen. door J.L. Wouters. - Officiëele stukken. Boekbeoordeelingen en -aankondigingen.
| |
De Student.
Verdient een pluimken voor zijn puike grootverlofnummers.
In 't eerste nummer vinden wij eene grondige bijdrage over Coremans' Wetsvoorstel. Klaar wordt er, onder anderen, bewezen dat de uitslagen van de algemeene prijskampen eer voor, dan tegen de noodzakelijkheid der wet pleiten. Verder eene studie over Theodor Körner, die den Duitschen dichter-strijder doet kennen en bewonderen, en vermoeden dat de schrijver een tweede, een Vlaamsche Körner zal worden. Puidonnoozel is eene goede karakterschets. In 't Priemen een lief tafereeltje; in Op 't ijs zit rhytmus, in Lente klank. Eene aanwakkering om Onverschilligheid te bekampen, eene vraag om op Tooneelfeesten stukken van letterkundige waarde op te voeren, en oproep van A. Fierens tot het aanstaande Heilig Sakramentscongres, een breedvoerig verslag over de werking van Het Algemeen Katholiek Studentenverbond, goedverzorgde Boekbeoordeelingen en Overzicht van Tijdschriften, eindelijk eene lange reeks Mengelingen geven aan dit nummer een ernstig degelijk uitzicht.
In September kregen wij over Het Congres te Hasselt eerst een lofartikel wegens de algemeene toedracht, en dat was recht, daarna een verslag van de werking der studentenafdeeling waarin de handelwijze van den voorzitter tegenover zekere wenschen gehekeld wordt, en dat was ook recht; over Pater Verest en Coremans, eene weerlegging waarmee de geleerde Jesuiet zal moeten afrekenen; verder eene levensschets van Jan de Block, weer een overzicht van de werking van Het A.K.S.V., een artikel om tegen het gebruik der Gewestspraken in te gaan. De oorspronke- | |
| |
lijke letterkundige bijdragen zijn talrijk en over 't algemeen zeer wel: er zit leven in. Luien en Zonnebrand zijn ‘Streuvelsche’ beschrijvingen maar met meer bezieling dan gewoonlijk. De verzen munten bijzonder uit door de techniek: de studenten leeren onze zangerige taal flink hanteeren. Misschien is de strekking wel wat uitsluitend om de muziek der verzen te verzorgen, poëzie is geen toonkunst. In de beschrijvingen zou men ook zeggen dat de plastieke kant te veel beoogd wordt, maar dat kan bij toeval komen,
De Student gaat zijn vijf-en-twintigjarig bestaan vieren, en belooft ons een feestnummer. Hij is zeker in staat ons iets prachtig te bezorgen, en mag met moed zijn tweede kwaart-eeuw intreden.
| |
Durendal. October 1904.
Johanne, eenige blz. uit een roman La Cité ardente van Henry Carton de Wiart die eerlang verschijnen zal. - Slot van J. Ryelandt's studie Les dernières sonates pour piano de Beethoven. ‘J.S. Bach a l'âme profondément religieuse, il est si sûr de sa foi que le trouble ne le hante pas. Beethoven émeut davantage parce que son âme est essentiellement moderne. Chez lui on sent le doute, la lutte des passions, de l'esprit et de la matière! Mais la lutte se termine par le cri de victoire, le triomphe de l'esprit, l'envol vers les régions supérieures, l'Hymne à la Joie!’ - E.H. Moeller vestigt de aandacht op een kunstenaar die zijn weg gaan zal: Frans Beauck, koster der kerk in de Montjoielaan bij 't Soniënbosch. - De afbeeldingen in deze aflev. en ook deze in de November-aflev. zijn treffend. - Slot van G. d'Arschots Notes de Voyages. Sebastopol. - Gazettes des faits et livres door Firmin Van den Bosch.
- November 1904.
Georges de Golesco ontleedt het muziekdrama Sainte Cécile van Jos. Ryelandt, hij roemt ‘l'abondance et la distinction des idées musicales... sa portée poétique et expressive... sa simplicité profonde’ en drukt den wensch uit dat het moge opgevoerd worden. - Poussière du chemin door Arn. Goffin. - Te lezen het Introduction à un Essai sur le Drame espagnol waarin Emile Fernand tracht het Spaansch karakter te ontleden.
| |
De Katholieke Gids.
De aflevering van November is bijna gansch ingenomen door het vervolg van A. op de Laaks vertelling Walther Claus. - J.C.v.d. Loos schrijft over Het Wapen van Aemstelland.
| |
Van Onzen Tijd, 4e jaarg. nr 1.
Marie Koenen geeft het begin van eene novelle: De levensavond, levendig voorgesteld. - Maria Viola, een artikel Orienteering handelt over de jongere Hollandsche letterkunde, inzonderheid over de nieuwere richting bij de Nederlandsche Katholieken. - Voorts verzen van Herman Van Zuyle en Ed. Brom.
| |
De Gids. November 1904.
Californische vruchten vinden meer en meer aftrek in Europa. Luther Bierbank is de bijzonderste Californische plan- | |
| |
ter die zeer vele nieuwe varieteiten gemaakt heeft. Hugo de Vries is zijne beplantingen gaan bezoeken en vertelt over wat hij gezien heeft en over de werkwijze van Bierbank. - De Vurige Doorn, eene schets door Herman Teirlinck - Slot van Dr. D.G. Jelgersma's artikel over Modern Positivisme waarin hij de kennisleer van Ziehen bespreekt; 't besluit is dat Ziehen ‘aanvankelijk uitgaat van de leer van Berkeley wat betreft de voorwerpen der buitenwereld en van die van Hume wat betreft zijn eigen Ik, maar dat hij bij verdere ontwikkeling zijne denkbeelden hoe langer hoe meer ontrouw wordt aan de leer zijner beide groote voorgangers en ten slotte komt tot een leer, die het volkomen tegendeel is van de hunne.’ - De indische begrooting voor 1905 sluit met een te kort van 14,6 milioen gulden, 9,3 millioen uitgaven zijn te besteden aan productieve werken; het werkelijk te kort is dus 5,3 millioen. Mr. C.Th. van Deventer onderzoekt wat zou kunnen gedaan worden om den toestand te verbeteren. - Byvanck bespreekt de uitgaaf van Brieven van Betje Wolff en Aagje Deken, door Dr. Joh. Dyserinck. - Voorts verzen van Hel. Lapidoth-Swarth.
| |
Vragen van den Dag. November, 1904.
J. Herman Riemersma hangt een levendig tafereel op van Friesland in den wintertijd. In gewone tijden is de Fries een toonbeeld van voorzichtigheid en zuinig overleg. Hij brengt gaarne in toepassing wat hem kenmerkend typeert: ‘Kom ik er vandaag niet dan kom ik er morgen en overmorgen is er ook nog een dag’. Maar het ijs brengt leven in den Fries.
Kosmisch en Aardsch Vulkanismus. - Lezenswaard de beschouwingen van wijlen prof. Ratzel over de natuurschildering als aanvulling van de aardrijkskunde. - De Stille Oceaan, door J.B. Schepers. - Jos. Loopuit schrijft over Sociologie en Economisch Materialisme. Giambattista Vico, de laatste groote en zelfstandige theoloog, die ondanks dat hij noch geestelijke was, noch tot de doctors ecclesiae geteld werd, als apologeet van het katholieke organisatiebegrip, zeker wel naast Thomas van Aquino verdiende gesteld te worden, was de eerste socioloog in den zin van August Comte's latere bedoelingen.
| |
De Hollandsche Revue. 25 October 1904.
In de rubriek Wereldgeschiedenis wordt gehandeld over den toestand in Rusland, in Finland, in 't vorstendom Lippe en ook den nu vredelievenden voorzitter Roosevelt, vroeger betiteld met den naam van ‘bigstick’ ‘houwdegen’. In de Belangrijke Onderwerpen o.a. wordt eene brok meegedeeld uit een nieuw verschenen boek van Dr J.K. Funk, over spiritisme.
De karakterschets is gewijd aan Dr C, W. Bollaan, bestuurder van het lupus-instituut te Rotterdam, waar met de lichtmethode van wijlen prof. Finsen de lupus bestreden wordt. Als boek van de maand Liefde's meerderjarigheid, door Edw. Carpentier.
| |
Taal en letteren. 15 Oct. 1904.
Vooraan de rede gehouden op het Nederlandsche Congres te Deventer door G. Van Hulzen. ‘Het moderne begrip in onze literatuur, zooals ik het zie, vraagt niet in de eerste plaats de
| |
| |
fantazie, maar vraagt naast de schoonheid onmiddellijk de waarheid; eerst de werkelijkheid en dan het ideaal. Niet de verdichtsels meer voorop, maar de ervaring, de waarneming der feiten rondom ons, en deze feiten zoo gesteld, dat uit de schoonheid van het geschrevene, uit de schilderachtige raakheid van woord de aandoeningen dadelijk opwellen en de waarheid naar voren treedt’. Heel de rede is te lezen. - Een en ander over Jacob Cats, door Dr Buitenrust Hettema. - E.P. Stephanus Schootens gaf onlangs uit Dat bouck der Bloemen, handschrift berustende in de bibliotheek van het Minderbroedersklooster te Reckheim. Dr Lecoutre oordeelt dat men hier te doen heeft met een tot dus ver onbekend werk van Dirc Potter Van der Loo. dichter van den Minnenloep.
| |
Noord en Zuid, November 1904.
M.L. de Keyser laat eene lezing drukken die hij gehouden heeft over het lezen: de stem, de uitspraak, de ademhaling. J.L. Van Dalen zegt dat de ondervraging over het Nederlandsch op de examens voor hoofdonderwijzer ernstiger zou kunnen wezen en minder op kleinigheden uitkomen.
| |
Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis.
Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis. Nieuwe Serie, Derde deel, afl. 2.
Testamentum domini nostri Jesu Christi., door Mr C.F.M. Dalemen, Slot. Avondmaalsliturgie. Meister Eckart en de Nederlandsche mystiek, door Dr C.G.N. de Vooys. - De kloosters Mariënburg en Mariënhof te Soest, door J.J. Bos.
| |
Op de hoogte.
Op de hoogte. Maandschrift voor de huiskamer. Afl. 11.
Dit tijdschrift streeft er meer en meer naar om zijn ondertitel waardig te zijn: Maandschrift voor de Huiskamer. Geen diepe beschouwingen noch geleerd werk; maar wat van alles, hedendaagsch, en rijk geïllustreerd. Met Nieuwiaar komen 8 bladz. per nummer meer en zal eene nieuwe rubriek worden bijgevoegd over photographie. Het tijdschrift is niet katholiek, maar wij hebben nog niets stootends gevonden en gaarne zouden wij het de plaats zien innemen van het ook ten onzent nog al verspreide Lecture pour tous.
In deze afl. de gewone indeeling, bijzonder opgemerkt: het delven van steenkool in Hollandsch Limburg, de ‘Prix de Rome’ van schilderkunst, dit jaar toegekend aan Jan Sluyten; Iets over het systeem de Sonneville voor 't aanleeren van muziek.
| |
De Katholiek. November 1904.
De voorname brok van deze aflevering is het tweede deel van E.P. de Groot's artikel Keizer Juliaan en zijn Cultuurkamp. Schrijver speurt hier den geest na die den keizer heeft bezield en gedreven tot den strijd tegen het Christendom. ‘Sedert eeuwen heet Juliaan de Afvallige. Waarvan viel hij af? Van het Catholicisme? Dit zou niet licht te bewijzen zijn. Zelfs schijnt het genoegzaam bewezen, dat hij niet katholiek werd opgevoed.., Juliaan's godsdienstige opvoeding was niet degelijk genoeg, om hem tegen eenzijdige bewondering der klassieken en eene daaruit voortvloeiende onchristelijke stemming krachtig te beschutten’. Verder wordt uiteengezet hoe hij tot het veel- | |
| |
godendom overging, - Slot van Dr. W.H. Keesom's bijdrage Radio-Activiteit. H. Wismans wijdt een artikel aan het boek van hoogl. Collard van Leuven: Méthodologie de l'enseignement moyen. - We lezen 't vervolg van Simon Boers' Indrukken IV. De Milaneezen V De Dom. 't Karakter der bevolking van Milanen wordt zeer levendig geschetst; voorts verzen.
| |
Het Nieuwe Dompertje.
Het Nieuwe Dompertje. Kath. maandschr. uit Rotterdam. Sept. 1904.
De H. Stoel, het Duitsche Rijk en de Fransche Republiek, door P. Buissink, pr. - Mislukte Socialistisch-Communistische Proefnemingen, door H. Ammerdorffer, - Belangrijke jaren uit de Geschiedenis van het Pausschap, door Sig. Vrijheer von Bischoffshausen. - Bijdragen tot de kennis der vrijmetselarij, door Jac. P. van Term. - Consolator mundi, gedicht van Christ. Kops, O.F.M.
- October 1904.
Indifferentisme, door J.X. - Hélène Lapidoth-Swart, door Christ. Kops, O.F.M. De eerw. schrijver laat volle recht aan de verdiensten zijner landgenoote weervaren, en, op het einde zich de vraag stellend: ‘Moet de lectuur van H. Sw. voor ons niet als gevaarlijk beschouwd worden?’ antwoordt hij: ‘... Toch is hare lezing voor een Katholiek, wiens geloof niet al te sterk is, die bovendien meer drijft op zijn gevoel dan handelt met zijn verstand, niet aan te bevelen. En voor de overigen? Natuurlijk: díe sta, zie toe dat hij niet valle. Ik wil hier niet gaarne als raadsman optreden. Mijn persoonlijk gevoelen echter is, dat er weinig gevaar in ligt. Hél. Sw. moge het al hebben over een God van tranen, die geen liefde toelaat, over een God van smart, een wreeden God, zie, dat liedje is ons nu al zoo lang voorgezongen, dat het de aandacht al niet meer trekt. Bovendien, onder ons, Katholieken, zijn er, die toch ook wel iets van lijden weten, al missen ze het artistiek vermogen van H. Sw., om dat alles te verklanken in onvergankelijke kunst, maar van dien zoo wreeden God bespeurden wij toch niets.’ - Wij zullen Pater Kops niet tegenspreken, doch anderdeels voegen wij zonder eenige weerhouding er bij: Voor katholieke jeugd, inzonderheid voor meisjes, deugt de lezing van H. Sw. niet. - Belangrijke jaren uit de Geschiedenis van het pausschap, door Dr. Sig. Vrijheer von Bischoffshausen. - De man met het ijzeren masker, door J. Van Zeyl. - M'n Poëzie, door Fr. Martialis Vreeswijk, O.F.M.
J.v.O.
| |
La Quinzaine. 1er août 1904.
Victor du Bled: La société polie et les salons pendant le premier empire. - Henri Welschinger. Waterloo. Mr. Henri Houssay had doen opmerken dat van de vijf volkeren die te Waterloo gestreden hebben, vier er een gedenkteeken hadden opgericht aan hunne gesneuvelde helden. De Franschen alleen waren aan die plicht te kort gebleven. Eindelijk heeft de maatschappij ‘Labretache’ een monument op het slagveld doen plaatsen Mr. Welschinger geeft uittreksels uit de redevoeringen ter gelegenheid der onthuldiging uitgesproken en maakt vervolgens in korte woorden de geschiedenis van den 18den Juni 1815.
| |
| |
- Jean Rolly. La vraie vie VI. - Henry de Montardy. Au Maroc. - George Fonsegrive. Le Paysan et les villégiatures. Voordracht, gegeven in de ‘Action sociale de la femme’, waarin Mr. Fonsegrive aan de Parijsche damen hunne plichten doet kennen tegenover het volk dat zij te dikwijls helaas! gedurende de zomermaanden verbitteren. - C. Mano. La Vie intense. A propos des oeuvres du Président Roosevelt. - Amélie Murat. Poésies. Scène biblique. Songe de Jacob. Scène évangélique: Les bergers à la crèche.
- 16 août 1904.
J, Wehrlé. Le Christ et la conscience catholique. E.H. Wehrlé toont eerst welk valsch beeld wij van Kristus zouden hebben, indien wij het artikel, door baron de Hügel, in de ‘Quinzaine’ geschreven tegen ‘Blondel’, nauwkeurig lazen. De oorzaak ervan is, volgens Eerw. H. Wehrlé, dat de ‘Hügel’ te veel de leering van Loisy aankleeft. Vervolgens tracht hij het ware beeld van Kristus te teekenen. - François de Galaupe. Deux romans allemands. Petite garnison. Séna ou Sedan. - Jean Rolly. La vraie vie VII. - Victor du Bled. La société polie et les salons pendant le premier Empire. II. - W. Chapman. Poésie: Les trois couleurs. - Edward Montier. Opinions et OEuvres sociales. Les cravates vertes. - Georges Grappe. George Sand. - Raoul Narsy. Art et Littérature.
1er septembre 1904.
D.B. De laflotte, La Charité à Lourdes. (Notes d'un brancardier). - Gabriël d'Azambuja. Le Secours jaune. Tegenover het schrikbeeld ‘le péril jaune’ stelt Gabriël d'Azambuja ‘le secours jaune’ dien hij bijzonder vindt op gebied van studie, handel en nijverheid. - Jean Rolly. La vraie vie (fin). - Charles Florisoone. La Légende dorée des Gaules. - Légende de Saint-Germain-l'Auxerrois. - George Fonsegrive. Le Catholicisme et la Politique française. Korte geschiedenis van de moeilijkheden die reeds lang bestaan tusschen het Fransche gouvernement en de Pausen Leo XIII en Pius X, en bijzonder van ‘l'incident des évêques’. Fonsegrive toont waarin de twist bestaat: de Paus wil alleen over het geestelijke oordeelen en kent zich het recht toe de bisschoppen naar Rome te roepen, hunne zaak te onderzoeken en hun de geestelijke straffen door de Kerk voorgeschreven toe te passen. Hij ontkent niet, dat indien hij de bisschoppen moet afzetten, hij samen met het gouvernement moet handelen. Het gouvernement weigert aan den Paus het recht zijne macht, op welke wijze het ook zij, op de bisschoppen uit te oefenen zonder de toestemming van het gouvernement. - A. Lugan. Opinions et OEuvres sociales. L'évangile contient-il une doctrine sociale? Tegenover degenen die schreven dat Jezus een oproermaker, een socialist was, bewijst Lugan dat Hij de meest voldoende en de schoonste maatschappelijke leering heeft verkond, die ooit gepredikt werd. - Emile de Saint-Auban. Chronique dramatique. Théâtre français et Histoire française.
16 septembre 1904.
Comtesse Roger de Courson: Un groupe de victimes de la Terreur II. Les Sacramentines de Bollène et leurs compagnes.
| |
| |
- Max de Borsau. Socialiste. I. - Abbé Félix Klein. A Baltimore. A Philadelphie. - George Fonsegrive. Le Catholicisme et la Politique française. Hoe hard het ook voor Mr. Fonsegrive valt moet hij vast stellen dat de Fransche Staat niet meer katholiek is. De regeering verklaart dat zij onzijdig wil zijn. Om haar princiep gestand te blijven had zij in ‘l'incident des évêques’ niet mogen tusschen komen. Hare handelwijze in dit geval bewijst dat zij op eene gansch andere manier het woord ‘laïque’ verstaat, als het de voorgaande regeeringen, in 't bijzonder ‘l'Ancien Régime’, verstonden. Zij schijnt niet onzijdig te willen zijn, maar meester over de bisschoppen en priesters; daaruit zou natuurlijk de kerkvervolging voortspruiten. - Jean Laroche. L'anoblissement de la famille de Jeanne d'Arc et la noblesse de ses descendants en ligne féminine. - Léon de Seilhac. La grève de l'industrie textile. - Baron Frédéric de Hügel. Correspondance. - Raoul de Narsy. Art et Littérature,
1er octobre 1904.
Victor Giraud. Chateaubriand et la critique. - Baron de Mauricourt. Les faits et les causes des journées d'octobre 1789 (d'après un député à l'assemblée constituante). - Max de Borsau. Socialiste II. - Anatole Le Braz. Les copistes de Mystères en Bretagne. - A. Koszul. L'Evolution d'une secte. - Paul Gaultier. L'Enseignement de l'histoire de l'art. De geschiedenis der kunst moet een wetenschappelijk- en een kunstwerk zijn. In dit vak moet de leeraar een geschiedkundige zijn; hij hoeft de zeden, de maatschappelijke en politieke toestanden te kennen en uit te leggen. Daarenboven moet hij de schoonheid van ieder werk kunnen genieten en door zijne leerlingen kunnen doen smaken. - Georges Blondel. L'Evolution commerciale actuelle. La France s'en préoccupe-t-elle assez? - Maurice Faucon. Poésie: Croix brisée. - François Loison. Poésies: Le Moyen-Age. Les Croisés. La Mort du Chevalier. - Marie Duclos. Opinions et oeuvres sociales. Ecoles rurales.
| |
The Dublin Review. Juli 1904.
The Dutch Pope, by the Bishop of Salford: Hier wordt het leven van paus Adriaan VI uiteengezet. Van geringe afkomst, klom hij na schitterende studies, spoedig den trap der weerdigheden op en werd met eenparigheid van stemmen tot paus gekozen. Wat hem bijzonder kenmerkt, is de strengheid van zijnen handel en wandel, alsook zijne standvastigheid die met nederigheid altijd gepaard ging. De schrijver eindigt met te zeggen dat Adrianus zekerlijk een Pius X was, vier eeuwen voor zijnen tijd geboren. - The Acts of Paul by the Rev. Fr. Bacchus: Een keurig artikel; men verhaalt hoe deze werken van Paulus gevonden werden, wat zij bevatten en hoe ze langen tijd in minachting waren bij velen. - Unwritten history: An Episode of the Reign of Terror, by the Countess de Courson. - Life and Energy by the Rev. Walter Macdonald D D. - A Catholic Champion against the Reformers of the Sixteenth Century, by the Rev. Dom Maternus Spitz O.S.B.: Bartholomaeus von Usingen was eerst professor van wijsbegeerte te Erfurt, en leeraar van Luther geweest, toen hij in het orde van Augustinus trad. Hij was de vriend van zijnen leerling vóór dezes val, streed tegen hem na zijnen opstand, en bood eenen hevigen
| |
| |
wederstand aan de ‘Hervormers’ te Erfurt en Würzburg. - More light on Religion and Philosophy, by C.S. Devas. Het boek van Dr Otto Willmann, ‘Geschichte des Idealismus’ wordt aan de Engelschen bekend gemaakt. - In an East-end Lane, by Miss M. Quinlan. - The ancient church of Armenia by the Rev. W.H. Kent O.S.C.
- October 1904.
A conjectural chapter in the Life of St Edmund of Canterbury, by the Rev. Herbert Thurston, S.J. - The last Days of James, Third Earl of Derwentwater, by R.E. Francillon: Na deelgenomen te hebben in den opstand van 1713, werd hij gedood te Tornhill. - True and false Reform, by Miss J.M. Stone: Verschil tusschen katholieke en protestantsche gedachten over hervorming. Hedendaagsche hervormers van Frankrijk en Duitschland, vergeleken met deze van de 16de eeuw. De methode van Loisy. De bijbel mag in het bijzonder niet uitgelegd worden, want de heilige Kerk alleen heeft dit recht; daarom werd de uitleg van Loisy veroordeeld. - The necessary Inference, by the Rev. F. Aveling D D. - Domestic affection in saintly characters, by the Rev. John Freeland. Vele plaatsen in de letterkunde bewijzen dat de heiligen eene bijzondere liefde gevoelden voor hunne bloedverwanten. Voorbeelden worden aangehaald, als de liefde van den heiligen Augustinus voor zijne moeder. - Man's Place in the Universe, by F.R. Wegg-Prosser. Onderzoek wegens het bestaan van levende wezens op eene andere wereld dan de onze. Waarschijnlijk is het, dat de levende wezens, waar zij ook zouden kunnen bestaan overal dezelfde zijn van natuur. The Benedictine Nuns of Cambray, by E.B.B. - Pope Zozimus and the Council of Turin, by the Rev. Dom John Chapman O.S.B. - The ninth Gatha of the Avesta, by the Bishop of Salford: Deze Gatha is eene verheerlijking van den Zoroasterschen godsdienst.
| |
Das litterarische Echo. 15 October 1904.
Op Wagner, als zedelijk mensch, zat meer dan éen vlieg tot hiertoe. Ernst von Wolzogen tracht ze er af te blazen met zeer platonische beschouwingen over ‘Richard Wagner's Liebesleben’. Die gaan voort in 't volg. nummer. Zoo zou 't blijken uit de onlangs verschenen briefwisseling van den meester met Mathilde Wesendonk dat de betrekking tusschen die beide enkel eene edele vriendschap is geweest. Zooveel te beter. - Van J. Aug. Beringer een lofartikel over den merkwaardigen dichter Richard Dehmel, een der eigenaardigste lyriekers van den dag. - Onder titel ‘Im Spiegel’ de autobiographische schets van den dichter, daareven genoemd. - G. Minde-Pouet bespreekt ‘ein Ostmarken roman’ en zegt veel - soms het opperste - goed van Clara Viebig's ‘Das Schlafende Heer’, een tafereel van den Duitsch-Poolschen rassenstrijd in Ostmark. - Whitman-Uebertragungen, door Th. Achelis: Twee Duitsche vertalingen werden onlangs van den grooten Amerikaanschen dichter gemaakt, eene door Schoelermann, en eene door Federn, alle twee zeer goed, de laatste misschien nog de beste. - Een paar zeer persoonlijke stukken van Dehmel: Ein Heine-Denkmal en Drei Blicke. - De ‘Echo der Zeitungen’ en de ‘Echo der Zeitschriften klinken nog altijd in wedijver over ‘Mörike’, ter
| |
| |
gelegenheid van zijn eeuwfeest. - Een West-Zwitsersche brief, en een Engelsche, met iets over den schoonen nieuwen bundel van dichter Swinburne en over 't prachtig roman van Hope, ‘Double Harness’. De Hollandsche brief deelt het wetenswaardige mee over 't Congres van Deventer. - Uit den hoop romans van den laatsten tijd geeft de Amerikaansche brief de voorkeur aan ‘The Woman Errant’, van een anonyme schrijfster, en aan ‘The Seeker’ van Wilson. - Vervolgen Echo der Bühnen, Kurze Anzeigen, en Nachrichten.
- 1 November 1904.
Eerst het slot van Ernst von Wolzogen's Wagner-bijdrage waarover: boven ‘Humboldts werken’ worden heruitgegeven. - Oscar Walzel zegt ons dat deze nieuwe uitgave veel verborgen stukken aan 't licht brengt, en steunt het meest op 't aandeel dat deze natuurvorscher dichter-staatsman nam in de stichting van de Berlijnsche Hoogeschool. - Paul Bornstein heeft het over drie nieuwe boeken van Hans von Kahlenberg, deknaam van Helene von Monbart; ‘Die sieben Geschichten der Prinzessin Kolibri’ spoorweglectuur; ‘Ulrike Dhuym’ beter; maar 't beste, een ernstig, degelijk roman: ‘Die starke Frau von Gernheim’. - Fritz Lemmermayar bespreekt ‘Moderne Komödien’ waaronder de kleine spelen van Ferd. von Hornstein de beste zijn. - Uit Peter Hille worden den lezer eenige aphorismen opgedischt, waarvan men algauw zijn bekomst heeft; de Echo der Zeitungen geeft o.m. een naklank van 't Keulensch Kongresz gegen die unsittliche Litteratur. - De fransche brief dringt in intimiteiten over Ste Beuve en Hugo. - De Italiaansche brief is eer philologisch dan letterkundig. - Veel merkwaardigs o.a. over den tooneelschrijver Tschekow in den Russischen brief; minder in den Zweedschen en den Poolschen. In de Kurze Anzeigen o.a. een gunstig woord over ‘Hartköpfe’ een nieuwe vertelling van Bredenbrücker.
| |
Varden, Augusti 1904.
P.G. Schmiderer. Los-von-Rom-Bevägelsen III vervolg en slot van deze belangwekkende studie, waarin schrijver onderzoekt: Midler till at fremme Bevägelsen en Bevägelseus resultater. De uitslagen dezer beweging zegt schrijver, zijn: geen groot verlies voor de katholieke Kerk, geen groote winst voor de protestantsche, want zooals een joodsch gereformeerd blad zelf schreef, welke weerde heeft een toenemen van protestanten welke de katholieke Kerk verlaten hebben, niet ingevolge een innerlijken godsdienstigen aandrang. maar op grond van uiterlijke omstandigheden? Een stellig gevolg van de beweging evenwel is: een toenemende godsdienst onder de ware katholieken. - Johannes Jörgensen, Aachen, eene korte dichterlijke beschrijving van de stad van Karel den Groote. - Slot van F, Esser's studie over Den Katolske Kirhe i Japan en zes gedichten van A. Walleen.
- September 1904.
Batisto Bonnet, eene korte levensschets, met twee portretten van den provençaalschen landbouwer-schrijver, vriend van Alphonse Daudet. Min förste altergang, vertaling van het hoofdstuk Moun Bon Jour, uit Bonnet's werk Un paysan du Midi,
| |
| |
waarin hij zijne jeugd in het ouderlijk huis vertelt. Het eerste deel van dit werk is getiteld Vie d'enfant; het tweede deel Le valet de ferme behandelt Bonnet's leven als dienstknecht op eene groote hoeve. Beide zijn voorzien van eene Fransche vertaling door Daudet. Het derde deel, dat nog niet is verschenen, zal handelen over zijn soldaten tijd en zijn verblijf in Parijs. Daudet roemt het werk om zijn natuurlijke en reine zeden, prachtige taal, de schilderachtige beschrijvingen enz. - Religionskrigen i Frankrig, eerste deel eener ernstige studie over den Kulturkampf in Frankrijk. In 't begin van zijn artikel schetst de schrijver de vervolgingen, waarvan de apostelen reeds aanstonds met Christus' hemelvaart het voorwerp waren en zegt: Dit was de eerste ‘Kulturkampf’, die tegen Christus' Kerk gevoerd werd. Deze eindigde met den ondergang van het jodendom, terwijl de Kerk sterker uit den kamp te voorschijn trad dan zij geweest was bij 't begin van den strijd. - En verder wijst hij op de vervolgingen tegen de Kerk door de eeuwen heen om aldus op den godsdienstoorlog in Frankrijk te komen. - De schrijver ontwikkelt dan zijne studie in de volgende hoofdstukken: Anledningen til Kampen; Krigsplanen og Krigens Gang; Frimureriet. - Litteratur og Teater. Een laast overzicht van de laatst opgevoerde tooneelstukken in de Deensche hoofdstad, eene belangwekkende bespreking van Selma Lagerlöf's laatste werk ‘Kristuslegender’ (Zweedsch) en Niels Hansen's Pastor Moe som Sanhedsridne door Oskar Andersen, en eene bespreking van Johannes Jörgensen's nieuw boek Gräs, door Ludvig Günther.
- October 1904.
A. Perger. Dogmet af 8de December 1854, eerste deel eener studie over het dogma der Onbevlekte Ontvangenis: I. Dets Indhold; II. Dogmatisering af en overleveret Läre. H. Nyblom. Väddelöbet sierlijke ballade van de gekende Zweedsche dichteres - F. Esser. Religionskrigen i Frankrig, tweede deel: Beskyldingerne imod Kongregationerne; Foreningsloven; Kongregationernes eksistensberettigelse. - Peterskirken, gedicht van Ivar Säter.
|
|