Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1904(1904)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 145] [p. 145] Het angelus Het klokje klept om 't duisterend verleden, het klept de avond na een korte dag. Het kleppeklept eentonige gebeden die bleek versuizen in een zwaar gezucht, en dan weer doffen door de doffe lucht, de avondlucht van norsch opnachtend heden. Het klept zoo narig over dorre landen. Het klept zoo traag, zoo glazig en zoo droef. Bewustelooze vouwen stramme handen, en doode oogen staren naar de kim waar even nog 't verschemerend geglim der zonne beeft op zwarte wolkenranden. Het klept zoo weeïg over dorre zoden waar scheefgewaaide kruisen roereloos om ruste bidden en tot ruste nooden. Een klopje, een kort... Droef snikt de laatste snak, of er een hart in lijdensavond brak, en stoort de slaap der weggeteerde dooden. Constant Eeckels. Vorige Volgende