| |
| |
| |
| |
Overzicht van tijdschriften.
De Vlaamsche Kunstbode. Februari 1902.
Miserie, een sprookje van Reimond Styns. - Eene schets van A.V. Bultynck De Speelduivel. - Verzen van Med. Verkest, P.-P. Denys en Karel Bogaerd. - Levenschets van H. Van Peene en Nap. Destanberg, overgenomen uit het Volksbelang. - Voorts het tweede bedrijf van Frans Gittens vaderlandsch drama De Maire van Antwerpen.
| |
Het Katholiek Onderwijs. Januari, Februari en Maart 1902.
In de drie laatste afleveringen bijzonder opgemerkt: het vervolg van De Opvoeding bij de Hindoes in den ouden tijd; Kinderspelen ter school, het verslag van M. Gustaaf Segers over den driejaarlijkschen wedstrijd voor Nederlandsche tooneelletterkunde, overgedrukt uit het staatsblad; uitleg der wet van 25 Augustus 1901 betreffende het pensioen der onderwijzers, overgedrukt uit het Vlaamsch Bestuur; vervolg van De Opvoeding bij de Grieken van den ouden tijd; begin eener studie Opvoeding en Moedertaal.
| |
Germania. Februari 1902.
Engelsche Eerloosheden uit de ‘Alldentsche Blätter’ van 25 Januari 1902: Hoe Engeland den naam van ‘perfide Albion’ verdient. - Vervolg van Dr H. Kraegers studie Die Figur des Kindes auf der antiken Bühne. - Germaansche Beschaving van Omer Wattez. - Slot van Die deutschen (germanischen) Götter en van W. Thelen's In en om Ysland. ‘In 1874 werd de grondwet afgekondigd, die nu nog Ysland beheerscht (er is spraak die te herzien). De koning wordt vertegenwoordigd door een Gouverneur en oefent de uitvoerende macht uit, terwijl de wetgevende macht aan den koning en aan het Althing of Parlement toebehoort. Te Kopenhagen zetelt een minister voor Ysland.
‘Politieke partijen, zooals wij die verstaan, zijn onbekend. Vooruitstrevenden of behoudsgezinden, om alleen de hoofdschakeering te nemen, verdeelen de burgers niet; van Socialisten of Anarchisten is nog geen sprake Een waar Eden in dit opzicht! Economische vraagstukken of aangelégenheden van stoffelijken aard houden hoofdzakelijk het Althing onledig.’ - Vervolg van Dr Vallentins lezenswaard Das ‘humane’ England. Schrijver klaagt over het gemis aan inrichting en éene leiding bij de Boeren. ‘Eine andere Lettung, mehr Straftheit und Energie, Männer wie Botha, de Wet, de la Rey, die leider erst zu spät in de Vordergrund getreten sind - und alles wäre anders gekommen.’
| |
| |
| |
Vlaamsche Zanten. Februari 1902.
Vervolg van Huwelijks-gebruiken, bij den trouw van Sigebant, Kûdrûn, Hagene, Ortwin. - Volksliederen en rijmkens op Nieuwjaar. - Van J.V. Vl. begin eener Bijdrage tot de Geschiedenis der Belastingen.
| |
Onze Kunst. Maart 1902.
Dit tijdschrift brengt ons iederen keer eene nieuwe verrassing, eene versche veropenbaring van schoonheid, bijgevolg van vreugd. Zoo is het jongste nummer gewijd aan den schilder Hendrik Luyten, die onlangs eene tentoonstelling hield van zijne werken, in de zaal Verlat, te Antwerpen. Fraaie platen geven eenige van die werken terug. Ook krijgen wij sierlijke reproducties van schilderijen van Claus en anderen.
De Heer Buschmann zij gelukgewenscht over dit zoo kunstrijke initiatief, weerdig van het schoonminnende Antwerpen, en dat zeker de rijpste vruchten belooft te dragen.
| |
Tijdschrift van het Willems-Fonds. Januari-Februari 1902.
Boer Wilders, schetske van P. Van Assche. - Bij de gebeurelijke drooglegging der Zuiderzee zullen de zuiderzeevaarders schade lijden. Van kapitein Van der Veur een artikel De schadeloosstelling aan de Zuiderzeevisschers. - Verzen van Richard De Cneudt. - Paul Fredericq deelt een brief mee van Jan Frans Willems, den 10 Februari 1832 aan Minister van Maanen geschreven, waaruit blijkt hoe Willem getrouw was aan 't vorstenhuis Oranje-Nassau en nog altijd de hoop koesterde dat de scheiding niet on vederroepelijk was. - In kroniek Uit Noord-Nederland wordt gehandeld over Bouwmeester den tooneelspeler, Herman Heyermans, het hoofd ‘onzer tooneelschrijversbent’, het driedaagsch Nederlandsch Muziekfeest en Dr. Kalff, Jan ten Brink's opvolger. ‘Het zal toch wel in Noord en Zuid algemeen bekend zijn dat de fout van wijlen Dr. Jan ten Brink, in wiens hoofd scheen gevaren, al wat in boeken stak, is geweest, dat hij de beweging van '80, opzettelijk heeft genegeerd; hij vertelde er nooit dan kwaad van en het goede erkende hij er niet in. Jong Holland heeft hem daarom den rug toegekeerd en geen gelegenheid laten voorbijgaan om hem als te boek steller van Nederlands letterkundige geschiedenis onbevoegd te verklaren. En tal van onbeduidenden, die het vermogen misten om Ten Brink's enorme kennis en verdiensten te waardeeren hebben aan dat wederkeerig negatie-spelleje meegedaan. Ten Brink heeft de krachtige nieuwe strooming in Hollands litteratuur niet willen erkennen, niet willen zien en... ze is over hem heengegaan.
Maar nu komt zijn opvolger en vergelijkt een dichteropenbaring, van Willem Kloos met een uitlating van Schiller en een plaats bij Vondel.
Dit wettigt het vermoeden, dat de literaire beweging in Holland van het laatste kwart der 19e eeuw voortaan als een onmisbaar element in onze ontwikkelinsgeschiedenis zal beschouwd worden bij het doceeren in Nederlandsche Letterkunde aan de Leidsche Universiteit’.
| |
Biekorf. 1 Februari.
In deze en in de twee volgende afleveringen vervolg en slot van M. D's artikel over Kerkzang en volkslied in de middeleeuwen. Schrijver oordeelt dat de kerkzang van de Benediktijnen overal zou moeten aangenomen worden. - Spreeuwen, gedichtje van Heirman. - Van E.V.G. een paar bladzijden over De Franschen te Nieuwpoort. - Nog een gelegenheidsgedicht uit de nalatenschap van G. Gezelle, en Mingelmaren.
| |
| |
- 15 Februari.
Ik wist er een die... een liefelijk trippelend vers van Caes. Gezelle. - Naar aanleiding van een werk van W.H. James Weale schrijft J.B.D. een woord over Hans Memlinc. - Spoorwegmijmering, middelmatige vertaling van een middelmatig gedicht van Weber.
- 1 Maart.
Mijn pijpken en ik, vers van A.D. - Een belangwekkende bijdrage over Oude bijgeloovigheid in Veurne-Ambacht. - Mijn hoveken! van J. Van den Berghe is een vrij goed gedichtje. - Mingelmaren.
| |
Musica Sacra
Musica Sacra, 3 en 4 vervolgt Système musical de l'église grecque van Gaisser, spreekt van orgelbouw, cijfermuziek, enz. Hoe of het Requiem van Verdi tot stand kwam, enz. enz. De muzikale bijlage zal algemeen opgang maken.
| |
Volkskunde. 7e-8e aflevering.
Over Allerheiligen-Allerzielen, een zeer belangwekkend artikel van A. De Cock. Het behelst een studie over de middelen door het volk, sedert den heidenschen tijd reeds, aangewend om den geest van de afgestorvenen te paaien, en hem te beletten de levenden te benadeelen: Het slot van 't art. volgt den naasten keer. - Virg. Loveling levert een in vokstaal opgesteld schetsje, getiteld: Verleid worden (= door een plaaggeest van den rechten weg afgeleid worden) - A.D.C. zet zijn reeks spreekwoorden en zegswijzen voort, afkomstig van oude gebruiken en volkszeden; geeft nog een paar varianten van het Liedje van den Uil; nog 3 sagen betreffende de stalkaars; en de kroniek van de studie der Folklore in Noord- en Zuid-Nederland. - Van Dr W. Zuidema allerlei Gronïnger Volkswijsheid. - Voorts boekbeoordeeling.
| |
Leuvensche bijdragen.
Leuvensche bijdragen. 4e jaargang, 3e afl.
- Deze slotaflevering van den vierden jaargang is buitengewoon omvangrijk; zij bevat meer dan 170 bladzijden. In de Boekaankondiging bespreekt L. G(oemans) de tweede afl. van J. Te Winkel's Atlas der Noord-Nederl. tongvallen, en H. Meyer's werk over ‘die Sprache der Buren’. - De hoofdinhoud is echter de uitgave, door E.H. Soens, van een groot getal ‘onuitgegeven gedichten van Anna Bijns’, - en van anderen. Want de titel is eenigszins bedrieglijk: overigens wijst daarop de uitgever zelf, dat de Refereinen en andere stukjes welke hij mededeelt slechts ten deele aan het Antwerpsch begijntje mogen toegeschreven worden. Hij heeft zijn arbeid eigenlijk opgevat als de voltooiing van de uitgave waarmede Prof. Van Helten, onder den titel ‘Nieuwe Refereinen van Anna Bijns, benevens enkele andere rederijkersgedichten uit de XVIe eeuw’ in 1886, voor de Gentsche Bibliophilen, een begin heeft gemaakt. De schifting tusschen hetgene van Anna Bijns is, en datgene wat van anderen is, bemerkt E.H. Soens, valt uiterst moeilijk; ja, in vele gevallen is zij onmogelijk. ‘Onder de stukken uit handschrift B (moet het niet zijn hs. A?) vindt men zelf’, doch met twee strophen minder, Anthonis de Rovere's gedicht ‘van twee amoruese vrouwen’ (Rhet. werken, Antw. 1562) terug, welks inhoud eene z o merkwaardige overeenkomst aanbiedt met dien van Maerlant's tweeden Martijn, en met de eerste geschiedenis uit Cats' Self-strijt.’ - Vele aanteekeningen geven gewenschte opheldering over moeilijke plaatsen en uitdrukkingen; de zorg welke de uitgever aan de interpunctie heeft besteed dient dankbaar aangestipt; ook thans nog blijven er moeilijkheden van allen aard genoeg over, waarvan het beloofde vervolg, - naar wij hopen, - er nog ettelijke uit den weg zal
| |
| |
mogen ruimen. - E.H. Soens, aan het slot zijner korte inleiding, deelt inderdaad mede dat het tweede gedeelte zijner studie zal bestaan uit ‘eene volledige tafel der refereinen, rondeelen en andere gedichten in de uitgaven van Bogaers, Jonckbloet en Van Helten, Ruelens, en in deze uitgave opgenomen, alsmede een onderzoek naar hetgene over Anna Bijns' levensomstandigheden en persoonlijkheid uit archiefstukken en uit de gedichten met zekerheid en met waarschijnlijkheid kan afgeleid worden.’
| |
De Banier. 1902, 3.
E.H. Geurts geeft eene keurige letterkundige ontleding van P. Génard's ‘Een Ecce Homo’, gevolgd van een kort overzicht over het leven en de werken van den talentvollen Vlaming, P. Génard.
E.H. Paquay, eindigt zijne geschiedkundige studie: St. Trudo. Samenvatting der ‘Vita St. Trudonis’ van Donatus met aanteekeningen.
Frisc over die Heiden, geeft ons eene beoordeeling over dichter Lenaerts. Aldus vat de kritieker zijn oordeel samen: Lenaerts heeft wat bij de meeste schrijvers te kort schiet: poëzie. In Oda en Ylfken, in Alvermannekens nog meer, zijn verzen, die de beste hedendaagsche dichters volgeerne onderteekenen zouden. Geslagen verzen, die dreunen als het zuiverste metaal of als een rimpelend heidewater wegdeinen in teedere harmonie, die schitteren in den glans eener nieuwe beeldspraak of doomen in de morgenfrischheid van het jeugdige woord. Verre van het woordgeknutsel der ultra-modernen, staat hij toch met beide voeten op den nieuweren bodem. De geest van Gezelle, tegelijk met de studie der volkstaal, heeft krachtig en gelukkig op hem ingewerkt en hem tot zelfstandig dichter ontwikkeld. In het oog springende gebreken heeft hij, hij erkent ze in zijn werk maar durft ze niet aan: 't is te laat!’ Beleid, overleg, zelf critiek schijnt hij te vluchten als doodend, zeker toch als belemmerend, voor de poëzie, die hem alles is. Het ‘ad unguem’ valt hem te zwaar. Dat is jammer, want goed geschreven ‘formvollendet’ werk alleen zal bewaard blijven en hooggeschat.
Laat het mij eens zeggen: J. Lenaerts ontbreekt juist datgene, wat in de oude te erg miskende klassieken zoo overvloedig te vinden is: karakters scheppen.
Dichter, gemoedelijke dichter is hij, maar geen dichter des gemoeds; en daarom is hij niet gelukt in de poëzie der geschiedenis.
Getrouwd. Gedicht door J. Lenaerts.
| |
Revue de Belgique. 15 Februari 1902.
Deze aflevering is gansch gewijd aan Victor Hugo, bij den hondersten verjaardag zijner geboorte.
Emile Verhaeren en Paul Mussche - dragen twee gedichten op aan Victor Hugo.
Retté (Adolphe). - Een gansch eenzijdige beschouwing over Hugo als Lyrieker. - Horrent (D.) - La Pensée de Victor Hugo. Victor Hugo is geen diep denker, doch een groot dichter. Hij bezat een gewoon verstand - doch paarde een teeder gevoel met eene rijke verbeelding. ‘Hugo apparait comme le poête, le véritable poête, celui qui a la conscience de son art et qui s'efforce de s'en rendre digne, celui qui a su exprimer en visions tumultueuses et en vers immortels l'émotion de toute l'humanité devant la grâce et le sourire d'un enfant, l'indignation d'un peuple devant la cruauté et l'implacabilité de la justice, l'effroi de l'âme devant l'insondable énigme de la nature, de la mort et de la divinité. L'oeuvre de Victor Hugo est le plus bel exemple de labeur de foi, d'opiniatreté, qu'un siècle puisse léguer à un autre.’
| |
| |
Van hoogere opvoeding beroofd, heeft hij niet hoog zoo kunnen opstijgen om overal nieuwe gedachten, grootsche ideën te zaaien. Van de christelijke opvoeding, die hem zijne moeder geschonken had legt hij meermaals in zijnen werken de getuigenis af, - geloofde in den God, dien zijne moeder hem had leeren liefhebben en aanbidden.
Robert Sand - Victor Hugo et le dràme moderne.
De Romantische drama's van Victor Hugo zijn niet leefbaar, - de realistische drama's zijn overwegend geworden. Ruy Blas en Hernani kunnen enkel nog met goed gevolg opgevoerd worden.
Du Bois (Albert) - à Guernesey - Een kijkje in de woning, en in het intiem leven van V.H.
Duchesne (Alfred) - ‘Le Rin’ et ‘les Burgraves’ van Victor Hugo. - Deze twee werken duiden het keerpunt in V. Hugo's leven. Tot in 1843, was de dichter vooral lyrieker, wierp slechts een oogopslag op de sociale kwesties - na 1843 werd hij epieker en nam werkelijk deel in de staatkunde.
Boghaert-Vaché (A.) Victor Hugo en Belgique. - De eerste Reisindrukken van V.H. in België (waaronder: J'admire comme les Belges parlent flamand en francais. Ils ont un n'est-ce-pas? qu'ils mettent à toute sauce. - Later, België, zijn tweede Vaderland geworden - is hem lief. Doch bitter venijn spuwt hij uit, nadat de Regeering hem dreigt en verder uitlevert.
| |
Revue de l'Université de Bruxelles. Januari-Februari 1902.
De Reul. - Du point de vue sociologique dans l'Histoire du Langage.
Vermeylen. - Questions de Méthode. - Leçon d'ouverture du cours d'histoire de l'art. Belangrijk. Wij komen er op terug.
Bayet. - A propos des ‘Avariés’.
Jottrand. - Escales d'adriatique. Varia en bibliographie.
Durendal. Février 1902.
Le Mur, dramatisch gedicht van E.H. Hoornaert, schoone, kloeke verzen. - Le Pâtre van Maurice des Ombiaux, niet slecht geschetst, maar versleten. - Arnold Goffin bespreekt eene voordracht van Juffrouw Marie Closset Des Images. - Vervolg van G. Virrès' roman Bonnes Gens dans leur petite ville.
| |
La Réforme sociale. 1 Maart 1902.
I. Un organisme de la vie moderne dans la petite industrie. - Les sociétés économiques, door V. Brants.
Hoe kan de kleine burgerij uit haren staat van verval en verkwijning opgebeurd worden. - Schrijver werpt een oogopslag op verschillende degelijke inrichtingen in Duitschland, die machtig hebben bijgedragen tot verbetering der kleine neringsstanden. Wijs beleid, taaie wil en ondervinding moeten hand in hand gaan.
II. Les revendications des mineurs jaunes door M. Delcourt-Haillot.
Deze willen: 1. Modifications à la loi de 1894 sur les retraites.
2. Liberté d'organiser plusieurs sociétés de secours mutuels dans les exploitations.
3. Liberté pour les employés et ouvriers payés au mois de ne pas faire partie des mutualités.
4. Obligation pour les délégués mineurs de se cantonner dans leurs fonctions.
III. Monographie d'une école ménagère à Roubaix door Mme Del- | |
| |
court-Haillot. Het onderwijs der huishoudkunde is geroepen om veel goeds te stichten. Schrijfster brengt hulde aan de huishoudkundige scholen van België.
IV. Comment un ouvrier s'élève, door Deviolaine.
V. L'Ecole professionnelle féminine d'imprimerie d'Autin, door Mejuffer Pernot en Déchelette.
VI. L'Union mutuelliste des femmes de France, door Delaire.
VII. L'Etat contre la famille. Korte samenvatting eener voordracht, door René Doumic.
De Fransche staat begunstigt het familieleven niet. Erfrecht, echtscheiding, politieke en economische princiepen en gevolgen komen regelrecht in strijd met den vreedzamen huiselijken haard.
VIII. Een bezoek in het Women's collegie, de indruk is niet te gunstig geweest.
| |
La Revue Philanthropique. Bestuurder Strauss. Februari 1902.
Dr. Marandon de Montyel. L'Open. Door Augusta Moll Weiss. - La question du nom Marcel Sauteraud. - De l'assistance maternelle. Gonzalve. - Menusier. - Les avariés.
Alfred Nast. - L'Ecole Theophile Poussel. Verder - Revue d'Assistance.
| |
Etudes, 5 Februari.
L'idée socialiste (Roure): ‘idée de réforme, foi dans le pouvoir de l'Etat, égalisation des conditions sociales, solidarité’.
L'Enseignement libre, notes et souvenirs, vervolg.
L'état présent des études bibliques en France.
La prédication de St. Vincent Ferrier.
- 20 Février.
L'idole, à l'occasion du centenaire de V. Hugo. (Suau). V. Hugo's ongeluk is het geweest een soort van volksafgod te zijn geworden - ongeluk onder zedelijk en artistiek opzicht. - Hij zelf bewerkte dien toestand; immer naar de opgaande zon gekeerd, zonder vaste grondbeginselen volgt hij in al hare wendingen, bezingt en verheerlijkt de heerschende gedachte. Daarbij hooveerdig tot krankzinnigheid toe; een weinig te verschoonen misschien om reden zijner ingeborene geestesstemming, zijner soms onwillekeurig overdrijvende en misvormende verbeelding.
La dette française et ses origines depuis le Directoire jusqu'à nos jours. (Massabuan).
Essai impérial d'Eglise nationale, onder Napoleon I; mislukte zooals men weet. Belangwekkende bijzonderheden.
L'ourse et le petit ours. Kronijk uit de 12e eeuw. Frisch en lief. Te lezen. (Brémond).
| |
De Katholieke Gids. Maart 1902.
Slot van eene lezenswaarde studie over Victor Hugo. - Een brief aan Dr Boissarie over het onderzoek naar het wonderbare. - Vervolg van Neofitus' studie over de ritueele moord. De moord van Damascus (1840) wordt besproken.
| |
Van Onzen Tijd. Februari 1902.
Een Verhaal uit de Middeleeuwen van Albertine Smulders; Avond van Marie Koenen, verzen van Albertine Smulders en Arnold Lauters. Verzen zeggen door C.R. De Klerk.
‘Een verzen-zegger kan ‘beter dan de beste tijdschriftstu- | |
| |
diën er toe bijdragen het beschaafd publiek in te leiden in de vergelijkende historische critiek, enkel en alleen door een wel overwogen keuze van verschillende toon-verwante dichters, waardoor een vergelijkend verzen zeggen zou ontstaan.’ - Th. Molkenboer wijdt eenige zeer waadeerende bladzijden aan Marius Bauer. De Hollandsche schilders werken onmiddelijk naar de natuur, voor velen ware het niet mogelijk iets zonder direct voorbeeld op het doek te brengen.
‘En hierin onderscheidt zich nu juist Bauer en zijn kunst van de overige Hollanders, dat hij, bij zijn enorm vermogen als schilder, grootere phantasie bezit en tevens het zeer speciale talent heeft van dat ongeziene, alsof het werkelijk bestaat, te kunnen afmalen.’
| |
Neerlandia. Februari 1902.
A.B. Cohen Stuart schrijft ‘België en Nederland moeten hunnegoede sprekers uitwisselen... Iets van zeer veel beteekenis zou 't wezen als 't A(lgemeen) N(ederlandsch) V(erbond) wist te bewerken dat geregeld Vlaamsche tooneelgezelschappen hier als gast kwamen spelen, en omgekeerd de Hollanders in België.’ In 't eerste artikel wordt die wenk nader toegelicht. - Belangrijke inlichtingen over Het Lijden in de Kaapkolonie. De Afrikaanders bleven rustig in 't begin van den oorlog toen de krijgskans de Boeren nochtans zoo gunstig was; nu is de opstand overal dank aan het schrikbewind der Engelschen die ‘hunne verliezen niet kunnende verkroppen, hard en wreed geworden’ zijn.
| |
De Katholiek. 2 en 3.
Fr. Madou schrijft eenige blz. over het ‘fransch tooneel in de Middeleeuwen’ tegen Boileau's meening gericht en volgende de beschrijving der onwikkeling van dat tooneel naar Marius Sepet. - J. Van der Burght beschrijft Wrunde. - J.V. De Groot herdenkt kardinaal Wisemans Geloof en Wetenschap, en Andr. Mutsaers geeft in een artikel Kunsttheoriën, gedachten omtrent de klove die er bestaat in de beoordeeling van Schaepman als dichter enz. De jongeren gaan te zeer op ‘in het individueele, in het Ik’, zooals Kloos b.v... Wij mogen van de mannen van '80 eene alleszins vertrouwbare kunsttheorie niet verwachten, al maken zij ook ‘dichtstukjes van zeldzame schoonheid’ ... Zij lijden aan goddelooze philosophie, pantheisme naast scepticisme en materialistisch sensualisme’.
| |
Vragen van den Dag. Februari-aflevering.
Dr. H. Blink wijdt zijn artikel aan de geschiedenis der bloembollenkultuur die, bijz. rond Haarlem zoo hoog in eere wordt gehouden en voor wier produkten soms eene gekke verliefdheid heerschte. De H. Krelage, die op stuk van den bloemenkweek in de laatste helft der 19e eeuw eene internationale vermaardheid verworf, wordt genegen herdacht.
B. Van Hage voleindt zijn ontwikkelingsoverzicht van den tuinaanleg. - Iets over den Zondvloed, door K.D. Nauta. Schrijver stelt tegenovereen wat tegen of voor een gedeeltelijke zondvloed ingebracht is door Pr. Huxley en Rev. J. Langton Clarke en doet ‘voorloopig’ uitspraak, in den zin van dezen laatsten: ‘de zonvloed kan wel degelijk in de vallei van Mesopotamië ‘hebben plaats gegrepen, op de wijze zooals dat in de Bijbel beschreven is’. - Li Hung Chang's dood, door W.J. Oudendijk, ooggetuige. - Uit de ‘Deutsche Revue’ is van Prof. Funck Brentano een lezenswaardig artikel overgedrukt. De Professor licht eens het voorhangsel op van het hof van Lodewijk XIV, en wij zien er achter den prachtzieken Roi-soleil, zijne jongens
| |
| |
en hofdamen tooneeltjes spelen, wier driftige ongematigdheid en onkiesche ruwheid wij liefst op onze tijden nooit zouden terugzien. - Het overzicht van ‘maand tot maand’ grijpt, naar gewoonte, wat het voor een middelmatig ontwikkeld doch leergierig publiek meest wetenswaardig in het ronde vinden kan. Over sommige aanhalingen zou er nochtans heel wat te zeggen vallen, b.v. over de ‘Sociale beginselen van Dr. Fred. V. Eeden.
- Maart-aflevering.
Dit nummer begint met hulde te brengen aan den onlangs gestorven Prof. Cornelis Tiele, die wereldbekendheid verwoif door zijne studiën over de ‘Godsdienstwetenschap’. Zijne ‘Inleiding tot de Godsdienstwetenschap’ is de klaarste tolk der uitkomsten, welke hij uit zijne opzoekingen heeft gemeend te moeten opmaken. - Lectuur voor Jongens, door Civilis. Te rechte wordt hier geklaagd dat leesboeken, welke men bij de knapen laat aanlanden, niet altijd de noodige eerbaarheid, en tusschen de eerbaren maar weinig de kracht hebben om den jongelingsgeest te boeien. Hij doorsnuffelt en keurt wat de Nederlandsche letterkunde in dit genre bezit, maar is daarbij zoodanig in Holland verdiept dat hij niet eens den tijd heeft om te kijken naar wat er ligt bezuiden den Moerdijk. - Niet onaardig is het artikeltje: Hoe de dieren zwemmen. - In ‘de Natuurkunde van het dagelijksch leven’ geeft Prof. Dr. Börnstein (Deutsche Revue) de wetenschappelijke verklaring van eenige dagelijks voorkomende of benuttigde natuurverschijnselen, de spaarzaamheid van vetgeschuurde ketels bij het warmen, de witte dampwolken; iets over het fietsen en schaatsenrijden. Naar vorm en gedacht aanbevolen bij wie zich bezighoudt met het volksch maken der natuurkennis. - Reizende lieden of scharenslijpers in Drente, door H. Tiesing.
| |
Tijdschrift van het Kon. ned. gen.
Tijdschrift van het Kon. ned. gen. voor munt- en penningkunde, 1.
Penningen van 1863, door Zwierziena. - Jan IV geeft verlof te Maestricht te munten, door Cumont. - ‘Blauwe guldens’, door J. Fr. ter Gouw. - Vondsten, Berichten, enz.
| |
De Gids. Maart 1902.
Twee sprookjes van Louis Couperus: Van dagen en seizoenen en Van de onzalige erfenis. - Begin eener studie van prof. van Hamel: Fransche Symbolisten waarin, naar de jongste gegevens der geschiedenis, 't Fransche symbolisme geschetst wordt. In 't vervolg zal de schrijver antwoorden op de vraag ‘Of... zou wellicht het symbolisme zelf zijn tijd reeds hebben gehad?’ - Eene quarantaine op les îles du Frioul door M. Vissering, een der passagiers van de ‘Senegal’. - Onze zeemacht door J.G. Van Rossum. Schrijver besluit ‘dat het mogelijk is onze schepen veel strijdvaardiger te maken; dat meer dan tot nu toe gezorgd moet worden voor het physiek en moreel gehalte van de bemanning’. - In het drijmaandelijksch letterkundig Overzicht bespreekt W.G. van Nouhuys zeer waardeerend de twee deelen Verzen en de Laatste Verzen van Guido Gezelle ‘dezen zeer oorspronkelijken poeet.’
| |
De Hollandsche Revue. 25 Februari 1902.
In de rubriek Wereldgeschiedenis: Grieken en Latijnen wordt gehandeld over het ‘Voorval van Jerusalem’ uitgelokt door Grieksche monniken die den 4 November l.l. de Franciscaner paters hadden aangevallen op het plein vóor de kerk van het Heilige Graf. Na weken onderhandelen hebben de partijen genoegen genomen met eene schikking ‘waarbij den Franciscaners het volle recht van bezit wordt toegekend
| |
| |
over de drie eerste vloersteenen op het plein van den trap, welke naar de naast de Heilige Grafkerk gelegen katholieke kapel leidt, en waarvan de Grieksche monniken het recht van schoonvegen als hun toekomende hadden opgeeischt. Verder hebben de Grieksche monniken den Franciscaners openlijk hunne verontschuldigingen moeten aanbieden, waartegenover de Latijnsche paters hebben moeten verklaren dat zij de verdediging hunner rechten hadden moeten overlaten aan de plaatselijke overheid (die niets voor hen wilde doen!)
Over eene schadevergoeding is men het niet eens kunnen worden, maar de Franciscaners hebben weer het recht gekregen gedurende één dag per jaar de hoofddeur der Grafkerk te mogen bewaken, d.w.z. dien dag daar de gaven der vrome pelgrims in ontvangst te mogen nemen’. - In de Belangrijke onderwerpen aan te stippen: De inkwisitie in de Middeleeuwen, naar een artikel van J.H. Maronier in den Tijdspiegel waarop nog al veel te zeggen ware; ook de Nederlandsche predikant in de letterkunde. ‘De belletrie-dominee is of een huichelaar of een domoor: meerder soorten kent onze letterkunde anno 1901 niet... De huichelaar is gemeenlijk heerschzuchtig en belust op geld. De domoor ijdel.’ - Karakterschets, Mr G. Van Tienhoven, kommissaris der Koningin voor de provincie Noord-Holland. - Als boek van de maand: ‘Inleiding tot de Theosofie’ door J.W. Boissevain.
| |
De Economist. Februari 1902.
Nederland en Duitschland aan de Eems, door G. Mesdag Jacn. In den loop van het jaar 1901 is de nieuwe Emderhaven door de Duitsche Regeering officieel voor het verkeer geopend geworden. Schrijver stelt een onderzoek in over Emden's verleden, toont ons hoe Emden's roem is voorbijgegaan, hoe de leven wekkende rivier zich van de eens bloeiende en welvarende stad heeft afgewend, hoe het lot van Veere en Brugge het hare is geworden en hoe de pogingen van eene energieke en werkzame bevolking verlamd zijn door de onmacht van zwakke en onwillige bestuurders en door ongunstige politreke omstandigheden. De Emder haven belooft voor de toekomst, zal haar verkeer verder en verder uitbreiden, en de onkosten vergoeden. Het verkeer tusschen Rotterdam en Amsterdam is vergemakkelijkt.
De praklijk der ongevallenwet, door Mr. L. Del Baere. - Eene grondige studie over de moeilijkheden die zich zullen voordoen in de toepassing der ongevallenwet. Wat verstaat men door ongeval, door bedrijfsongeval, en gevolgen? Even zooveel moeilijke vragen, die van de rechtspraak eene billijke oplossing vergen!... Deze opgeworpen vragen met hare juist antwoorden verspreiden veel licht in de duistere punten der wet.
De Internationale geldmarkt, door C. Rozemaad. - Op alle geldmarkten heerscht groote geldruimte en het ontbreekt niet aan teekenen die doen vermoeden dat talrijke finantieele operatiën met goed gevolg van stapel zullen loopen. Frankrijk is en blijft nog steeds de financier en bankier van Europa.
Economische kroniek. - Suikerconferentie. - Werkloosheid. - Werkstakingen en uitsluitingen. - Amsterdamsche woningraad. - Universeele stuiverspost. - Beperking van den arbeidsduur in Frankrijk. - Britsche arbeidsstatistieken. - Inkomstenbelasting in Pruisen. - Adepten voor het beginsel der Staatspensioneering.
Handelskroniek. - Handelsberichten. - Scheepsbouw in 1901.
Economische nalezingen en berichten.
| |
| |
| |
De Nieuwe Tijd, Amsterdam, Februari 1902.
H. Van Kol, Het imperialisme van Nederland. (Slot) - W.J.V.G. Van oude en nieuwe Militaire Wetten. (Slot) - A. Braun, De Achturen-Dag, Vertaling van E.H. - J.J. De Roode, Indrukten en Vooruitzichten - J.C. Ceton (Slot), Vrije School of Verplichte Staatsschool. - Ed. Polak. De Toestand en de Arbeidsvoorwaarden der Leerlingen en jonge arbeiders en arbeidsters in Nederland. - H. Roland Holst.: ‘De Nieuwe Geboorte’ verzen.
| |
Zeitschrift für christliche Kunst, 2
Zeitschrift für christliche Kunst, 2, bevat: Früh. mittelalterische Inschriftsteine zu Dottendorf, door Effmann, met eene menigte voorbeelden. Fick en Kraus hadden reeds voor eenige jaren dit onderwerp behandeld, wat nu door de afbraak der oude Kerk lichter te onderzoeken is geraakt. Kolberg te Braunsberg geeft eene studie over eene Drievuldigheidsbeeltenis te Wormditt.
| |
Das litterarische Echo. 15 Februari.
Otto Hauser geet het eerste deel van een artikel over Das Sonett, en verwijlt een oogenblik bij de meesters van die dichtsoort in de verschillende letterkunden o.a. de Provençaalsche, waarin het klinkdicht ontstond, de Italiaansche, de Spaansche, de Portugeesche, de Fransche, de Hollandsche. - Anton Bettelheim deelt iets mede over de letterkundige betrekkingen tusschen Berthold Auerbach und Grabbe. - Alfred Klaar zegt nogal kwaad van Ph. Langmann's laatste drama, Die Herzmarke, en P.H. Hartwig veel goed van Jörn Uhl, roman van Frenssen, ein Raabe-Schüler. - Voorts bespreking van Neue Dramen, door W.v. Scholz; van Neue Skizzenbücher, door T. Schäfer; van Muzik-Litteratur, door R. Louis.
- 1 Maart.
Otto Hauser (die onlangs een werk heeft uitgegeven: ‘Die niederländische Lyrik von 1875 bis 1900’ eindigt zijn artikel over Das Sonett, door de geschiedenis van dien dichtvorm vluchtig na te gaan in Engeland, Duitschland, Denemarken, Zweden, IJsland, Polen, enz. - Alfred Ruhemann, uit Brussel, maakt Duitschland bekend met den Belgischen roman- en tooneelschrijver Gustave van Zype. ‘In een land als België, waar de kwezelarij, de dorpstorenpolitiek en de bureelratterij elk vrij woord - hoeveel meer elk ontuchtig woord - scheinheilig zoekt te versmachten, is een Van Zype waarlijk een levensmoede held, elk zijner tooneelwerken een bittere artsenij die door de samenleving met weerzin wordt ingezwolgen. Gustave Van Zype wordt meer gevreesd dan gevierd. En ondanks dat zou hij wellicht populair zijn, indien niet ook hij, evenals alle Belgische schrijvers van eenige beteekenis, het beneden zich achtte zijn werken in 't Vlaamsch te schrijven.’ (!!) - R.M. Werner bespreekt de jongst verschenen dichtbundels; P. Legband de historische drama's; Fred. Sommer en Consentius Skandinaafsche romans; Drews, Bertz en Brömse aesthetische Schriften.
| |
Stimmen aus Maria Laach, 2.
Duhlman besluit zijne studie over chineesche beschaving. - C.A. Kneller geeft eene studie over de Christelijke eigennamen. - Men verwachte toch niet dat de eerste Christenen groot gewicht gelegd hebben op passende namen. Na drie eeuwen kon men onder de Conciliën acten der christelijke namen nog niet herkennen. Men vond zelfs de heidensche godennamen niet. Hoe de christelijke namen meer en meer in gebruik
| |
| |
kwamen, schildert ons de schrijver. - Baumgartner vervolgt zijne studie over Chateaubriand.
| |
Documente des Socialismus, herausgegeben von Ed. Bernstein. Maart, 1902.
I. Vooreerst een overzicht over de volgende nieuw verschenen Socialistische werken.
a) In de Hoogduitsche taal: a) Bernhard (Georg.) Krach, Krisis und Arbeiterclasse, Berlin. (I vl. in 8o).
b) Hertz (Fr.-V.): Wie studiert man Socialwissenschaft? Eine Anleitung, Wien. (I vl. in 8o).
c) Losinsky (Dr. Eugen): Was haben die Armen den Christentum zu verdanken? Berlin. (I vl. in 8o).
d) Nossing (Dr Alfred). Die moderne Agrarfrage. (vol. in 8o).
b) In de Fransche taal: a) Lavy A.: l'OEuvre de Millerand. Un ministre Socialiste, (1899-1992.) Faits et documents. Parijs (I vl. in 8o).
b) Morris. Nouvelles de Nulle part. (Traduction) 8o.
c) Pelloutier, Fernand: Histoire des Bourses du Travail. Origines - Institutions - Avenir - Préface de Soul. Parijs. (I vl. in 8o).
c) In de Italiaansche taal: Bonomi, Ivanve e Veffani, a) Carlo: II Movimento Proletario nel Mantovano. Milano. (I vol. in 8o).
b) Li Leghe di resistenza e il Partitio socialista. (Uit de sociale werken. Milaan, I bd. in 8o).
c) Turati - Socialismo e Radicalismo. Milaan. (I vl. in 8o).
II. Uit de Geschiedenis van het Socialismus - Friederich Engels über Bruno Bauer und das Urchristentum. -
Zur Charakteristik der deutschen Volkshebungen van 1524 und 1525. Vormunftrecht oder Evangelium? - door Menrad.
Francois Vidal und die Arbeitscommissien des Luxembourg. (1848). door Dr. Michels.
III. Oorkonden van het Socialismus. Oorkonden uit de Duitsche Werkliedenbeweging. 1848-1849.
Omroeper - Tijdschriften.
| |
Deutsche Ründschau, herausgegeben von Julius Rodenberg. Maart, 1902.
I. Vice-mama, eene vertelling van Ernst von Wildenbruch, (2e vervolg).
II. Wilhelm Müller's Unveröffentliches Tagebuch und seine ungedruckten Briefe. door James Hatfield.
III. Staatsbeamtenthum und Staatswissenschaft. Beachtungen über die wissenschaftliche Vorbildung des höheren preussischen Beamtenthums. door Gustav Sohn.
IV. Victor Hugo. Von Hugo von Hofmannsthal. Das Weltbild in seinen Werken.
V. Herder und die Herzogin Louise. door Eleonore von Bojanowski (IV slot).
VI. Frans Xaver Kraus.
VII. Friederich der Grosze und die Herzogin Friederike Elisabeth von Württenberg door Richard Fester.
Verder politiek en Letterkundig overzicht.
| |
La Fédération artistique. 19, 20.
Propositions d'esthétique (suite), door Vurgey, waarin behandeld wordt: ‘Il ne suffit pas qu'une chose soit incomplète, pour quelle soit
| |
| |
belle’. Heden zou men het haast denken, als men de werken der jongsten doorloopt. In L'idée dans l'art toont Baes dat eenvoudige trekken gedachten kunnen wekken, en in de Critère de la Beauté komt Gry op tegen het dogmatisme in de science esthétique dat heden is, ‘une prétention exorbitante’. Het komt er op aan.
| |
Revue d'histoire ecclésiastique. 1.
Een boekdeel van ongeveer 300 bladzijden bevat behalve eene studie over de vervolgingen van Callewaert en het ‘Concilie’ van Keulen van 346, door L. Duchesnes, van bl. 17 tot ca 290, Melanges, Compte rendus, Chronique Bibliographie. Maere schrijft over Venturi's Arte italiana, en van idem, over de beeltenis van Maria. Van Rosy kondigt aan Wegens ‘Portal der H. Sabina’ enz. Wij vinden eindelijk nog een overzicht van Kurths Clovis, ‘qui montre comment l'Eglise dans une de ses crises les plus terribles... se dégage de ce cadavre qui s'appelle l'empire romain.’
| |
La Revue Socialiste. Februari 1902.
Dick May, Les dimanches de M. Benjamin Souzet. - Elie Peyron, Loi-Mort de Rossel. - Christian Cornélissen, La valeur précapitaliste. - Gustave Rouanet, Contre la Tuberculose. - Marius-Ary Leblond, Un romancier anti-bourgeois (Mirbeau). - Edgard Milhaud, Les diverses formes d'action du parti socialiste Allemand. - Gustave Rouanet, République et Université. - Adrien Veber, Mouvement social. - Overzicht van Tijdschriften.
| |
La Revue de Paris, 1 Maart 1902.
Fernand Gregh - Victor Hugo - (I deel) als dichter.
Ch. de Bordeu. Le Chevalier d'Ostabat (Roman I deel).
Anatole France - Le siège d'Orléans - 1828. - Het einde van een Roman.
Anatole Leroy-Beaulieux - Le Jubilé de Léon XIII.
Het vierde eener eeuw is Leo XIII de Leeraar, naar wiens woord van wijsheid de halve wereld luistert, - de Koning, aan wiens geestelijke heerschappij zich talloozen met liefde onderwerpen, - de Hoogepriester, onder wiens zegenende hand zich allen buigen, grijsaards of kinderen, armen of rijken, vorsten der wetenschap of geringen van Geest - de Vader der werklieden, - de Scheidsrechter en Bemiddelaar der volken. Op economisch en op staatkundig, op wetenschappelijk en artistiek gebied is Hij toongevend.
Hannah Lynch - Très véridique histoire d'une petite fille (3e deel.)
Edmond Pottier - Le Palais du Roi Minos (II d.)
d'Arjuzon - Le Comte et la Duchesse de Saint-Leu - Een greep uit het leven en verblijf van Lodewijk Napoleon, Koning van Holland.
Achille Viallate - États-Unis et l'Amérique latine. - De Vereenigde-Staten trachten van de Zuider-Republieken eene gansche Amerikaansche eenheid te maken. - Zal die toenadering zich verwezenlijken?
| |
Quinzaine, 1en Februari 1902.
Ch.M. des Granges: Racine et la Critique. - F. Montrésor: Vraie ou fausse monnaie III. - L'abbé L. Follioley: La Loi de 1850. Le rapport Beugn ot. La Petite Loi. - H. Patrigot: Pour Alex. Dumas. - J.F. Fidao: Le bilan de l'Individualisme. A propos de quelques travaux récents. - G. Fonsegrive: La science et la démocratie.
| |
| |
Is de wetenschap voordeelig aan de democratie? Fousegrive meent van ja. Immers: 1o De grondslag der democratie is de gelijkheid van allen voor de wet; nu, de wetenschappen toonen dat alles gelijkerwijze aan de natuurwetten onderworpen is. Dus wordt met het verspreiden der wetenschap, tevens het gedacht van gelijkheid meer bekend gemaakt. - 2o De wetenschap heeft de geheimen der nijverheid doen verdwijnen; - 3o dank aan den vooruitgang der wetenschap is alles veel goedkooper geworden. - Daarenboven bewijst de wetenschap nog dienst, met regelen aan de democratie voor te schrijven. - P. Philippon: Ballons dirigeables.
| |
The Dublin Review. Januari 1902.
De besluiten der bisschoppen aangaande de opvoeding door W. Richards.
Schrijver drukt hierop, dat in Engeland de katholieken in het lager onderwijs hunne gelijkheidsrechten niet genoeg doen gelden, en deelt de maatregelen mede, die de bisschoppen voorstellen om dien ellendigen toestand te vebeteren. - De wet tegen de kloosterorden in Frankrijk door J.B. Milburn. - Angélique Arnauld (slot) door Barbara de Courson. - De gevaren der ongeloovigheid door J. Godfrey Raupert. Schrijver toont hoe het leven der ziel ook waarachtig een leven is, dat misschien onder natuurlijken invloed kan ontstaan maar onmogelijk kan voortduren en bloeien zonder het voedsel dat de geloovige in de HH. Sacramenten vindt. - De Engelsche paus door L.C. Casartelli. Belangwekkende levensschets van Adrianus IV, - als zwervende student in Frankrijk, als abt te Avignon, als kardinaal en gezant van den H. Stoel in de Scandinaafsche koninkrijken. Paus gekozen in 1154, moest hij langdurig strijd voeren voor de vrijheid der Kerk, namelijk tegen Frederik Barbarossa. Wat zijne beruchte bulla Laudabiliter betreft, waardoor Ierland aan Hendrik II geleverd werd, houdt L. Casartelli, met de laatste geschiedschrijvers, ze voor echt, en poogt den paus te verontschuldigen, daar hij door den valschen koning over den toestand van de Iersche kerk bedrogen was. - De afschaffing der kloosters in Oostenrijk door keizer Jozef II. door J. Verres. - Tafereelen van het tijdvak der hervorming door Miss. J. Stone.
| |
The international Socialist Review, Chicago, Januari, 1902.
Prof. Oscar L. Triggs, The Socialization of Art. - Peter Burrowes, Philosophical conversation. - Alessandro Schiavi. Congres of Socialist Peasants - Helen Archibald Clarke, The Vote an Implement of Progress. - Louis Bertrand, The Cooperative Movement in Belgium. - Marcus Hitch, Economie and Political Determinism - Simons, Chicago Ars and Crafts exhibition - Marscist, Ghorki, The Portwyer of Unrest. - Pemberton - The charity Girl.
| |
Razon y Fe, Madrid, Febrero 1902.
J. Espi begint eene studie over ‘La metafisica y el Empirismo’. In dit eerste deel geeft hij de verschillende theoriën der tegenstanders der Metaphysiek van af Baco de Verulan tot onze huidige positivisten, ondertusschen de sensualisten en materialisten alsook het Kautsche idealisme vermeldende.
La nueva ley de asociaciones. - P. Vellada. Toekomende maand eindigt de termijn door het Koninklijk besluit van 19 September vastgesteld en waardoor de kloosterorden verplicht worden de wet van 30 Juni
| |
| |
1887 na te komen die hun oplegt de lijst hunner leden en der bezittingen van het klooster aan het Staatsbestuur te overhandigen. Doch in de Senaatzitting van 8 November heeft minister Sagasta beloofd het nieuwe dekreet niet toe te passen zoolang de in voorbereiding zijnde wet op de associatien niet zal besproken zijn. De schrijver hoopt dat deze nieuwe wet het Concordaat zal eerbiedigen en de geestelijke orden vrijlaten.
Santiago de Galicia - Fidel Fita. - Nuevas impugnaciones y nueva defensa. - De bespreking van vervalschte archieven der XIIe algemeene kerkvergadering wordt voortgezet.
El Evangelio en la Escuela Critica (vervolg) L. Murillo. Om te bewijzen dat de Katholieken niet immer zoo graag met de protestantsche kritiek hoeven meê te gaan, toont de schrijver dat onder kritischtheologisch oogpunt het werk van Dr Harnack vele verbeteringen vergt en op menige plaatsen afkeuring verdient. Voor Harnack bestaat het bovennatuurlijke niet. Al de feiten van het Evangelie hoeven op natuurlijke wijze verstaan te worden. Sommigen wat moeilijker op die manier te verklaren, hebben iets ‘ondoordringbaar’ dat den schrijver voor verdere uitleggingen vrijwaart. En nochtans kent hij aan Jesus eene bovennatuurlijke zending toe: ‘God werkte in hem!’ - ‘Op hem is voor ons de zekerheid gebouwd van een toekomend leven.’ Men vraagt terecht waarop Harnack die beweringen steunt. Deze kritiek van Harnack's werk is stevig gebouwd en de protestantsche schrijvers zouden meer zulke katholieke tegensprekers op hunnen weg moeten ontmoeten.
Una celebridad desconocida (vervolg) Julio Alarcon. Concepcion Arénal en hare werking tegen het socialism; hare spreuk is: Resignarse y reformarse.’ - Gelatenheid en verbetering betrachten - de christene liefde is het redmiddel.
Un nuevo libro de España Visigoda. Narc. Noguer.
La revolución en Colombia. Luis J. Muñoz.
|
|