| |
| |
| |
| |
Overzicht van tijdschriften.
Volkskunde, 5e-6e aflev.
Van A. De Cock: een belangwekkend artikel over Taalvervorming in den kindermond, met tal van aardige voorbeelden; spreekwoorden en zegswijzen afkomstig van ambachten; aanteekeningen over de Noot in de volksgeneeskunde, naar aanleiding van een door Dr. M. Sabbe meegedeeld gedicht ‘Lofsangh der Okernoten’ (Brugge, 1703). - Van J.D.C., een paar opmerkingen aangaande den oorsprong van het Uitvaartbrood. - Voorts Nederlandsche sprookjes opgeschreven door G.J. Boekenoogen, t.w. Van kannegien vul, Van het gevonden geld, Van den kikvorsch die in een prins veranderde, Van den prins die zijn vrouw vergat. - Kroniek over Oude huwelijksgebruiken. - Boekbeoordeelingen.
| |
De Banier, Hasselt, December.
St. Trudo. Samenvatting der ‘Vita Sr-Trudonis’ van Donatus, met aanteekeningen. Vervolg (A. Paquay). - Kijk! wat mag dat zijn? (B. Buckinx), een volksliedje dat waard is getoonzet te worden. - De liefde is blind of moet het zijn (A.C.), eene eigenaardige vertelling, doch wat uit de lucht gegrepen. - Boekbeoordeelingen (Geschiedenis der voormalige heerlijkheid Vlijtingen door Willem Simenon van Dr. A. Habets). - Moedertaal door De Vos en Beknopte Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde door W. Neylen, van J.G. - Filips van Artevelde en Kermisklok, Doodsklok door Jan Boucherij, van Taxander. - Vlaamsche Katholieke Landsbond (F.) (verordeningen). - Arbeid (Nemo) vervolgt.
| |
De Taalstrijd hier en elders. Aflev. 1, 2 en 3, 1901-1902.
De bijzonderste brok van deze drie afleveringen samen is wel het kapitel handelende over De Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool, (bl. 35-84). Hieruit blijkt klaar en tamelijk volledig wat tot hiertoe gedaan is en welke verschillende meeningen er vooruitgezet worden-Waarom echter geen woord gezegd over den jongsten zitdag van den Katholieken Landsbond te Gent, waar deze zaak ook verhandeld werd? - Voorts in deze afleveringen nieuws over de verkrachting van art. 137 der wet op de burgerwacht te Leuven en te Gent; eenige uittreksels uit de redevoering van Jan Van Ryswyck, in de Beurs te Antwerpen den 21 Juli ll. ter gelegenheid der Nationale Feesten; een artikel overgedrukt uit het Volksbelang over Coremans wetsvoorstel, dat de wet van 1883 op de vrije gestichten van middelbaar onderwijs wil toepassen, enz.
| |
| |
| |
Het Katholiek Onderwijs, December 1901.
Wij vestigen de aandacht op drie artikelen in dit nummer: 't vervolg van de studie: De opvoeding bij de Hindoes in den ouden tijd. Voor den alouden Hindoe ‘bestond het waar en oprecht geluk in den niet, in den nirvána, den oorsprong van ieder wezen (zoo men toen beweerde) weder te keeren en dan ontdaan van allen last, van alle gebrek en leed, het hoogste heil in al zijn volheid te kunnen genieten. Daarnaar poogde en werkte hij met gedurig te strijden tegen zijne neigingen, om alle aardsch gedacht en begeerte uit zijn hert weg te krijgen en om, door dwaze verstervingen en pijnlijke lijfkastijdingen, tot de volslagene zelfverachting te geraken’. - Publiek en gezag, een goed artikel uit De Vrije School overgenomen, waarin schrijver toont hoe het optreden van het publiek tegenover schooljongens, dikwijls onbehendig, ja uitdagend is. - Verder een artikel over Malta, ter gelegenheid van het opdringen van het Engelsch als officieele taal.
| |
De Vlaamsche Kunstbode, December 1901.
Adeste Fideles, kerstvertelling van A.V. Bultynck. - Winternachtsdroom, het zangspel van Leonce du Catillon waarop Aug. De Boeck muziek gemaakt heeft. - Slot van Lybaerts critisch overzicht der Driejaarlijksche Tentoonstelling van Schoone Kunsten te Antwerpen. Schrijver handelt over de afdeeling: beeldhouwkunst en vindt ze ‘in haar geheel genomen, maar onbeduidend... Wel komen er schoone, goed gekende namen op de lijst der tentoonstellers voor, maar, och arme, hetgeen zij tentoonstellen heeft niet veel om het lijf of zagen wij reeds op twee of drie vroeger gehouden tentoonstellingen.’ - Voorts nog verzen van E.J. Ossenblock, Jacob Stinissen, Gustaaf Rens en Karel Bogaerd.
| |
Germania, December 1901.
Van Jef Hindendael eenige lezenswaarde bladzijden getiteld Louw en Plokhoy; aan te merken de brieven van Louw aan den schrijver, waarin gewezen wordt op de onmenschelijke handelwijze der Engelschen die o.a. niet duchten krijgsgevangen boerenvrouwen prijs te geven aan hartstochtelijke kaffers. - Dr. Valentin geeft het vervolg van zijn studie Das ‘humane’ Engeland, waarin hij toont hoe Engeland den oorlog gezocht heeft in Zuid-Afrika. - Chamberlain heeft beweerd dat de Duitschers, in den oorlog van 1870-71 er veel erger op toegegaan zijn dan nu de Engelschen in Zuid-Afrika. Daar tegen worden hier uittreksels van brieven aangehaald, door Molkte tijdens den oorlog aan zijnen broeder geschreven. - Verders nog in dit nummer vervolg van Welsers Germaansche Stijl en Duitsche Kunst en van Jul. Sabbe's Peter Benoit De Vlaming ‘Vóor hem waren er, ja, Vlaamsche toonkunstenaars, maar door al de winden van het stoffelijk belang en de levensnoodwendigheden, werden zij onvermeld uit elkander geslingerd en over Europa heen verspreid, zonder nut of roem voor hun eigen volk.
Met Benoit, uit Benoit wordt eene Vlaamsche, eene Dietsche muziek geboren, dochter van eigen bodem en volk, en zich van de oudere scholen al dadelijk wetende te onderscheiden.’
| |
De Vlaamsche School
De Vlaamsche School, 10 en 11,
brengt Dirk Bouts en zijne school, met Wauters als leidsman. Vier afbeeldingen uit Munchen - De geboorte Christi, Het verzamelen van het manna, Abraham en Melchisedech en Elias in de woestijn - versieren de aflevering, met tekst van Van der Linden.
| |
| |
In 10 wordt Peter Benoit vervolgd in ‘losse nota's met eene karikatuur van Delcroix.’ - De Malander's schilderijenkabinet wordt ingezien door Een blik op een Bachanaal, die men in de natuur liever mijden zou, eene Magdalena en van Rembrandt Een man in Oostersche kleedij.
- Nr 12. - Onze Kunst, 1. Het slotnummer der Vl. S. bevat het slot van Dirk Bouts en zijne school, door H. van der Linden. Er wordt op gewezen dat talrijke schilderijen hier onvermeld zijn, en dat Bouts, ofschoon te Leuven ingeburgerd zijnen Haarlemschen oorsprong niet verloochende. De platen stellen voor: Het laatste avondmaal en Het Paaschfeest, beiden te Brussel. - Het korenwegeltje van V. Loveling. Nicolaas van den Eeden, geb. 1556, met eene (mislukte) plaat, door Maurits Sabbe. - Babel van Couperus, wordt gunstig beoordeeld door Max Rooses. Eene plaat naar Jan van Beers: Breydel en De Coninck bij het sterfbed van Jan van Maerlant. Cecilia, naar A. van Welie, halfbakken gekomen.
Onze kunst belooft ‘nieuwen vorm’, bijdragen van Jan Veth, Max Rooses, Vermeylen en vele anderen. De eerste plaat stelt voor: Dansende boeren van den ouden Breugel.
Vóor in de aflevering worden advertentiën geplaatst over Victoriawater, Beuklaarkoekjes, enz. zooals het de tegenwoordige wansmaak en (helaas!) het geld voorschrijft.
Ondertusschen vinden wij hier aan Jan van Eyck (toegeschreven) den kardinaal van Santa Croce uit Weenen en Dresden en de Mariaboodschap uit Berlijn; Van Memlinc een Manshoofd uit den Louvre. Eindelijk geeft Veth eene studie over Jacob Mari, met beeltenis. Tot slot: Het Mattenweven in Ned. Indië door Loeber Jr. en wat kunstberichten.
| |
Limburg's Jaarboek
Limburg's Jaarboek, zevende deel, derde aflevering,
bevat nota's over de St. Willibrordskapel te Geysteren, van G. Ariaans (tweede art.). Vervolgens Den beginne des Cloesters Jerusalem te Venras in 1422, door L. Peters en andere wetenswaardigheden, bijzonder voor Limburgsche familiegeschiedenis.
| |
Musica Sacra
Musica Sacra, 1-2.
- Wij roepen de aandacht onzer lezers op Musica sacra, Revue de chant d'église et de musique religieuse. Namur. Wesmael-Charlier. Maandelijks afleveringen van 8 blz. tekst en 4 blz. muziek. Jaarlijks 5 franken. 1 en 2 bevat het vervolg eener studie over Grieksche muziek en eene algemeene tafel - een hoogst nuttig vereischte voor een goed werk.
| |
Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, 9e jaar, nr 8.
Drie korte mededeelingen: Van R. Maeterlinck Le nouveau diptyque du musée de Gand; van F. Van den Beneden: Renseignements généalogiques inédits sur Georges Chastelain, historien gantois en van Nap. de Pauw: Les travaux effectués au Château des Comtes de Flandre à Gand, au XIVe siècle. Uit het verslag der algemeene vergadering van 12 November ll. blijkt dat M.V. Fris, leeraar aan 't Koninklijk Atheneum te Oostende, eene uitgebreide studie ingezonden heeft over den Slag van Groeninghe. M. Pirenne zei hiervan ‘Je connais ce travail, M. Fris me l'avait déjà communiqué et je crois pouvoir dire qu'il est très intéressant et très bien fait’.
| |
| |
| |
Jong Dietschland, Kerstnummer 1901.
Er staat weer wat goeds in dit nummer. Aan eene moeder bij het afsterven van haar dochtertje door J. Joos. - Eene kernachtige redevoering van Fr. Van Cauwelaert aan studenten waar de stelling verdedigd wordt: ‘Vlaamsche Katholieke studenten, gij moet u oefenen en volmaken om eens de vuurbakens van uw volk te zijn, als hoogere menschen, hoogere Vlamingen, hoogere katholieken’. - Van J.D.C. eene ernstige beoordeeling van G.D. et J. Minnaerts tooneelspel Siddharta. ‘Al de gestalten van dit tooneelspel zijn zoo bedaard, zoo koel, zoo traag in hun spreken en doen. Zij zijn alles behalve Oostersch. Ik had mij altijd voorgesteld dat Oosterlingen menschen waren met bruisend bloed, vurige ziel, geweldigen hartstocht, toomelooze verbeelding, kleurrijke taal... Maar van dit alles geen spoor. Waarom lazen de schrijvers niet eens de Profeten, of het boek Job, of zelfs... Max Havelaar?’
In dit artikel nog over onze armoede aan tooneelspelen ‘Kan iemand Vondel's spelen, zonder geeuwen zien vertoonen? En Bilderdijk, die meesterwerken voortbracht in alle dichtervakken, slaagde er niet in een goed tooneelspel te schrijven. Engeland heeft eene Shakespeare; Duitschland, Goethe en Schiller; Frankrijk, Corneille, Racine, Molière; Spanje, Gullielmo de Castro; wij - 't is treurig om zeggen - bijkans niets.’ - C. De Visschere komt op tegen het bekronen van tooneelwerken na enkele lezing. Een tooneelwerk bekronen zonder het te hebben zien opvoeren is onzin. - Een schetske Wit en Zwart dat aanleg verraadt. - Goede verzen van Gotfried Hermans en Herman Broeckaert.
| |
St. Cassianusblad
St. Cassianusblad, Maandschrift voor Opvoeding, Onderwijs en Onderwijzersbelangen. Uitg. P. Ryckmans, Mechelen. Prijs: fr. 3.50.
Nr van Januari 1902, 4e jrg.: Nieuwjaarspraatje, door kan. J. Muyldermans, handelend over ‘de voornaamste, de kardinale deugd des onderwijzers: de liefde, en die liefde is viererler: liefde tot God, tot zijn ambt, tot zijne schooljeugd en tot het volk of vaderland.’ - Pestalozzi, vervolg eener studie door R.L.S. Bespreekt o.a. Pestalozzi's voornaamste schrift: ‘Hoe Geertruid hare kinderen onderwijst’. - Middelen om al den leerlingen een regelmatig geschrift te doen verkrijgen. Ontwikkeling in vorm van brief, door Zuster X. - De Wet van den 25 Aug. 1901 in toepassing, door W.V. - De philosophische Eieren, dichtje van Harm. Asschenbergh († 1792), ter vergelijking met soortgelijk dichtje van Langbein († 1835) en eene omwerking in proza van kan. J. Muyldermans. - Practisch Onderwijs. Het Schaap, door Prof. Spaeninckx. - Vervolg der Geschied. van de Nederl. Letterkunde in de XIXe eeuw. door Prof. Verheyen. - De Cijferistengilde van Mechelen, door A.V. - Verder officiëele stukken; schooltoelagen, ontslagen, benoemingen, rustgelden, eereteekens, snippers (allerlei nieuws en aanteekeningen), boekbeoordeeling, en aankond. van nieuwe boeken.
| |
Durendal, December 1901.
Messe des bergers, lieve verzen van Victor Kinon. - Van Georges Virrès, Bonnes gens dans leur petite ville, begin van een roman. - Godfr. Kurth kondigt de Margerie's vertaling in verzen aan van Dante's Divina Comedia. ‘J'ai écrit que cette traduction est admirable et je ne m'en dédis pas, encore bien que je suis loin de ne pas en voir les imperfections peut-être inévitables, des tournures obscures ou gauches, une littéralité parfois excessive. Mais qu'importe. Ce que je puis affir- | |
| |
mer, c'est que cette traduction de Dante, plus qu'aucune de celles que j'ai maniée (in nota, je parle bien entendu des françaises. D'autres langues sont moins rétives, l'allemand et le flamand en particulier) vous fait éprouver la jouissance de l'original.’ E.M. Cuppens vervolgt zijn studie over Guido Gezelle. ‘La West-Flandre est sans conteste celle des provinces flamandes où l'idéal religieux, artistique et intellectuel des gens instruits est le plus élevé, où l'on trouve le plus d'hommes remarquables dans différentes sciences et surtout dans le noble métier des beaux-arts.
C'est à Gezelle que la West-Flandre doit cette prééminence si enviable, et la puissance éducatrice qu'il possédait, non seulement comme grand artiste, mais aussi comme éducateur et conducteur de jeunes âmes privilégiées, est loin d'avoir sorti ses derniers effets; si un Albert Rodenbach, cet enfant de génie que la Flandre pleure encore, était le fruit glorieux du professorat d'un Hugo Verriest, il procédait cependant de Guido Gezelle, qui avait formé son maître.’
| |
Revue Générale, December 1901.
Ernest Dubois. - De internationale vereeniging ter wettelijke bescherming der werklieden, en 't congres van Bazel (27-28 September).
A. De Ridder. - De zaak van het Halssnoer. - Deze zaak veroorzaakte, volgens Goethe, een schok die de grondvesten van den Staat ondermijnde. Ten onrechte wordt koningin Maria-Antoinetta beschuldigd zich bij de Joodsche juweliers Bahmer en Bassenge het snoer te hebben aangeschaft. Me de la Motte speelde in deze zaak de plichtige hoofdrol en deed door kardinaal Prins de Rohan, het snoer voor de koningin bestellen, hetwelk zij zelve verkocht; wanneer de koningin de zaak vernam en de rechtbank uitspraak deed, was haar naam door vijanden reeds bezwadderd.
M.-F.-G. Porsaith de Prousar. - De koningsgezinde partij in Amerika. - Deze partij heeft twee vertegenwoordigers; de ‘Witte Rozen’ zijn voor Robrecht van Beieren, het ‘Ariaansch Order’ voor Don Carlos van Bourbon genegen. ‘Hare partijgangers hebben betrouwen in de verwezenlijking hunner wenschen.’
J. Vosters. - De algemeene wil in het ‘Contrat Social’ van J.J. Rousseau. - Rousseau schrijft: ‘Het hoofdzakelijke van den algemeenen wil is dat deze van allen uitgaat... Het is niet altijd noodig dat hij eenparig weze... Dikwijls bestaat er een verschil tusschen den algemeenen wil en den wil van allen.’
... - Het vraagstuk der ontvolking in Frankrijk. Gedurende de 6 jaren 1890-95 was er een klaar aangestipt overschot van overlijdens op geboorten. Onder de middelen die de schrijver opgeeft om den toestand te verbeteren: ‘ontslaging of vermindering van soldatendienst voor hen die op 19-jarigen ouderdom 1 of 2 kinderen hebben. - Herstel der zoogenaamde ‘Tours’ voor de bastaards en verlatene kinderen. ‘Is het eene aanmoediging tot onzedelijkheid... of eene merkelijke vermeerdering der kinderen zonder gekende ouders? Wij konden zeggen: “des te erger” maar wij zeggen met overtuiging: “des te beter”. Moge de helft van Frankrijk uit kinderen bestaan zonder familie, zoo de herbevolking aldus ontsta.’
Cyr. V. Overbergh. - Lotgeval van den ‘Senegal’.
Ch. de Berckeley. - De markies van Louvancourt.
Eug. Gilbert. - De kanselredenaars en de Fransche samenleving van de XVIe tot de XXe eeuw.
| |
| |
| |
Annales de la société d'archéologie
Annales de la société d'archéologie, XV, liv. II.
J. Claerhout geeft nota's over bronzen voorwerpen gevonden bij Denterghem (uit ‘de bronzen tijd’). Van der Linden idem over ‘koperen Hollandsche tabaksdozen’ en Edgar de Prelle de la Nieppe bespreekt eene Duitsche wapenrusting der 16e eeuw voor infanterie. - P. Verhaegen beschouwt den Belgischen slavenhandel der achttiende eeuw. Niets bracht meer op dan het transport van negers uit Afrika en Amerika.
| |
Revue d'histoire ecclésiastique
Revue d'histoire ecclésiastique, 4,
bevat een artikel van A.C. De Schrevel, over ‘den tienden en 20n penning’, de bevrediging van Gent enz. welke van grootere beteekenis zijn voor de wereldgeschiedenis, dan men meestal wel denkt. Als middenpunt wordt Remi Drieux, bisschop van Brugge, voorgesteld. Het leven van den prelaat wordt nog eens kostelijk geschetst, evenals de geschiedenis van den 10n penning in Vlaanderen, die met bewijzen uit de archieven wordt gestut.
De bisschoppen drongen aan op het terugroepen van Alva. Daarbij sloten zich de hoogleeraren van Leuven aan (wordt vervolgd).
Wij hopen uit een volgend artikel te kunnen vernemen, dat de Leuvensche Hoogeschool noch middellijk noch onmiddellijk schuld heeft aan de wijze waarop Willem van Oranje gebruik gemaakt heeft van de Gentsche bevrediging en dat de nadeelen voor de Hollandsche katholieken uit de pacificatie voortgevloeid, streden met de houding door de katholieke hoogeschool aangenomen en met hare bedoeling.
| |
Revue de l'art chrétien
Revue de l'art chrétien, 6.
- Levensbeschrijving van Guffens, met de welbekende kruisiging, geschreven door J. Helbig. - Bilson behandelt het oude thema Les origines de l'architecture gothique en komt tot de slotsom, dat hier nog veel onzekers heerscht ten opzichte van den bouw der gewelven. De Engelsche schrijver hecht een buitengewoon gewicht aan den spitsboog, alsof hierin het eenig of eigenlijk kenmerk der gothische bouwkunst is gelegen. Voorzeker hij behoort er toe, doch er bestaat ook architectuur die de 14e en 15e eeuw karakterizeert, zonder spitsbogen. Die jacht naar spitsbogen is eene verouderde sport, uit het jaar 1800 en zooveel.
| |
La Fédération artistique.
La Fédération artistique.
In de nummers van October en November vinden wij in de eerste plaats een spot met La chaux qui abime nos belles oeuvres. ‘Mollement elle a couvert de son voile blanc’ eu ‘a soustrait (onze kunstwerken) comme des vierges pudiques aux promiscuités des foules.’ Hoe te handelen, zegt Camille Tulpinck. -
De Ulenspiegel van Charles de Coster wordt weder eens opgehaald door Elsa Schulhoff. In een volgend artikel wordt van Archéologie ..... et politique gesproken: ‘Les avis de la Commission ne sont plus respectés.’ - In nr 5 behandelt Edg. Baes La légende, veroordeelende de jacht naar positivisme par notre génération autogobiste et philonéiste par excès, qui, sous le prétexte de ‘pratique’, ‘renie, répudie et détruit, tous ce qu'il y avait de poétique en nous’, van Leonidas tot Willem Tell. - In nr 7 beklaagt Alphons van Rijn hoe de kunstenaars ophouden te verstaan, dat ‘ce qui est rationnel quand il s'agit de sciences exactes ne l'est plus du tout dès qu'il s'agit d'art seul’. Het ontbreekt hun daartoe aan verbeelding. Art et locomotion is het artikel getiteld.
| |
De Economist, November ('s Gravenhage).
De industrieele ‘Trusts’ der Vereenigde Staten van Amerika, door G.M. Boisserain.
| |
| |
Schrijver doet een nauwkeurig onderzoek over de groote industrieele corporaties in de Vereenigde-Staten van Amerika, welke de verschillende bedrijven onder één bestuur willen brengen.
Men heeft hier te doen met eene beweging op economisch gebied van zeer groote beteekenis (vervolgt).
Verplichte beslechting in der minne van arbeidsgeschillen (II vervolg, door Prof. Reiger). Hij bestudeert de arbeidsgeschillen die opgerezen zijn in de verschillende landen, en doet een kijkje op de verzoening, de verplichte conciliatie en arbitrage vooral in Nieuw-Zeeland, waar het stelsel van verplichte beslechting en overeenkomst niet bemoedigend mag heeten.
Schrijver betwijfelt of staatsgezag het beste middel is om de geschillen uit te maken.
Onderling overleg der partijen, vriendschappelijke bemiddeling door toedoen van vrijwillig gekozen scheidsrechters zullen best de verzoening bevorderen. - Economische kroniek.
De voorgenomen boycot (onmogelijk, ondoelmatig). - De ingetreden depressie - suikerpremiën, arbeidsuur in Zwitserland. - Handelskroniek. - Begrooting van Watersstaat. - Economische nalezingen en Berichten.
Tabaktwist in Engeland. Jaarboek van arbeidswetgeving. Overzicht van den goud- en zilvervoorraad der voornaamste Europeesche circulatiebanken.
| |
Noord en Zuid
Noord en Zuid, 11,
schrijft over Cyriel Buysse, den neef van Virginie Loveling en Paul Fredericq, ‘den Vlaamsche Zola’. Hem worden al dadelijk ‘de walgelijkste bijzonderheden verweten, die hij met voorliefde beschrijft’. Ook wordt zijn ‘glimlachen’ menigmaal ‘grijnzen’, ofschoon anders de gevoelens van ‘zonde, berouw, boete, teederheid, smart, vaak voortreffelijk uitgewerkt zijn’. Mea culpa is zelfs een boek van ‘diepen bijna heiligen ernst in zijne wreedheid’. Het latere werk is van veel minder allooi; 'n Leeuw van Vlaanderen is wat rustiger, en als politieke roman betreffend België aan Nederlanders belangwekkend. - Van Moerkerken behandelt met goede wenken, de opvoering van Esmoreit.
- Nr 12, levert eene ontleding van Starings Verjaardag (VI. 105-120), en wenken over Lezen III, beiden door Schelte van Kloosterhuizen. Molenaar zet zijne Bloemlezing uit het Woordenboek voort.
| |
De Katholiek
De Katholiek, 11,
Joannes de Presbyter in Harnack's theorie, door Breda, vervolgd. Louis Lammens: keizerin en dichter: Heine op Montmartre; Elisabeth's ‘bedevaart’. Van Cooth schrijft: ‘Critiek naar den eisch des tijds’, ter gelegenheid der Miracles of unbelief van Frank Ballard.
- Nr 12. Habets schrijft over de Nederlandsche overheersching in Spanje (1517-1520). - Rijkenberg: Telegraphie zonder draad. - Binnewiertz vervolgt zijne ‘Poëtiek’.
- Januari 1902.
Van Dr. J. Schrijven: de Bakermat der sprookjes.
Van A.M.J.S. Binnewiertz: Over Bilderdijk. 't Is een stevige verdediging van een minder gunstig oordeel over Bilderdijk, reeds vroeger geuit, en door een Bilderdijkiaan beknibbeld in de Maasbode. Als episch dichter is Bilderdijk een onzer onsterfelijken; maar de lyrieker: in deze zeer prettige keuveling wordt bewezen dat men over den 2en best zwijgen zal uit eerbied voor den 1sten.
| |
| |
Van Dr. J.v. Gorkom: Bijzondere Universiteiten in Nederland.
Door E.H.R. beoordeeling van W. van Neylen's Beknopte Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde, waardeerend.
| |
De Gids, Januari 1902.
Styn Streuvels levert het 1e vervolg van zijn novelle: Langs de Wegen.
Van Mr. G. Quack een artikel, belangrijk voor de geschiedenis van de staathuishoudkunde. Hij bespreekt ‘Thompson's oude vergeten Boeken’. Die boeken verschenen tusschen 1824-30 en heeten: 1. Inquiry into the Principles of the Distribution of wealth: 2. Appeal of one half the human race, Women against the pretentions of the other half, Men; 3. Labor rewarded, the claims of labor and capital conciliated; 4. Practical directions for the speedy and economical establishment of Communities on the principles of mutual cooperation, united possessions, and equally exertions and of the means of enjoyments. Alles socialistische gedenkbladen uit de eerste helft van de vorige eeuw; een arsenaal, waarin Karl Marx nogal iets heeft gevonden.
J.E. Jaspers verhaalt een reisje in de Post met titel: Van een Indisch woud.
Een tiental bladzijden van J. Vürtheim over ‘het Gulden Vlies der Argonauten’.
Bespreking van de verzen van Giza Ritsch door Van Hamel.
Verzen van P.C. Boutens: al wat modern is; ergo te lezen in de stemming van ons grijs-nevelige dagen.
Sonnetten van R. De Cneudt: Afgezien van de schoonheid harer taal, heeft deze jonge dichter den trant beet van H. Lapidoth Swarth, van haar navolgers en, ongelukkig, soms ook van haar nahinkers. Weemoed, altijd weemoed: waar halen ze hem toch vandaan! Nevens onbeduidende en geforceerde verzen, een schoon slot aan: Langs kille vaart; en een schoon geheel: Kloosterdood.
Het dramatisch Overzicht van Van Hall geeft nieuws over Paul Hervieu's Fakkelloop, over 't Pantser van Herman Heyermans Jr, en over 't pasgevierde Jubilé van Bouwmeester.
Viotta's muzikaal Overzicht: Richard Wagner und Leipzig von Eugen Seguitz. Buitenlandsch Overzicht.
In de Bibliographie korte bespreking van L. Couperus' Kleine Zielen.
| |
De Nederlandsche Spectator.
De Nederlandsche Spectator.
- Wynandts Francken zet voort: Grondslagen der Ethik en waarschuwt daarin tegen idealisme, Men moet rekening houden ‘met de feitelijke werkelijkheid’ anders missen ‘de moreele idealen alle levensvatbaarheid’ en worden ‘ijdele en onvruchtbare droombeelden’. Fiat! - volgt slot van Forum Romanum door... Pasquinelli. Dr. A.S. Kok beoordeelt Aan Flarden, tooneelspel van Mej. Top-Nalf en zegt dat deze dame voortaan ‘weerstand moet bieden aan de verzoeking voor het tooneel te schrijven’.
- Nrs 49-52. - H. Brugmans bespreekt in 49 Nederlandsche Archivalia in Italië, naar aanleiding van een verslag van P.-J. Blok, op last der regeering geschreven, en uitgegeven bij van Stockum, te 's Gravenhage. Men vindt hier in 1o politieke stukken, 2o stukken van meer economischen aard, 3o stukken bijzonder de kerkgeschiedenis betreffende ‘van Willebrord af’, 4o brieven van Nederlandsche geleerden. - Hulde aan de nagedachtenis van Kate Greenaway. - 50, Oudfranse liriek en muziek, door Salverda de Grave. Een artikel van A.J. Voorduin
| |
| |
over Boycotisme. - 51 bespreekt de bespreking (in Der Türmer) van Hegermans Op hoop van zegen, ‘vol van werkelijkheidsatmosfeer’ en ‘Hollandsche herinneringsstemmingen’. - Iets over den ‘niet onberoemden’ Müller von Itzehoe, door Stellwagen. 52, over den humanist G. Geldenauer (Hist. genootsch. nr 16). - Raffler ter gelegenheid zijner biographie, door Boulger, Londen 1897. - Over de ‘Verzen’ van Albert Rehm, door C. Scharten. Men beschuldigt hem van te veel ‘jongelingsweemoed’.
| |
Ons Tijdschrift, 1901, nr 11.
In de ‘Editoriale Praatjes’ wordt betreuid dat de Nederlandsche jeugd in Engelsche spelen, cricket en voetbal plezier begint te krijgen. ‘Dit op zichzelve alleen is een allerellendigst ding; personen die weten welk een akeligen invloed deze grove spelen hebben gehad op het Engelsche volkskarakter, zullen met mij instemmen dat het naäpen ervan onzen Hollandschen jongen geen goed zal doen. De Engelsche jeugd, niet alleen in Engeland, maar ook in de Engelsche koloniën, en onder anderen in de Kaap-Kolonie, is door deze spelen totaal geruineerd. Men offert er zijne beste leerjaren aan op; en voor den sport ‘van al die spelen verliezen de Engelsche knaap en zijne koloniale kornuiten maar al te dikwijls het ernstige deel van het leven uit het oog.’
| |
De Katholieke Gids, Januari 1902.
E.A. van Winkel in ‘Te kort’ of ‘Niet te kort’ meent dat sommige katholieken, om modern te schijnen, te licht houden staan dat de Nederlandsche katholieken in kunst en wetenschap niet met den tijd meegaan. Schrijver vindt dat die bewering ongegrond is; alleszins komt zij, in de dagen dien wij beleven, niet van pas. Men zou beter doen te wijzen op het te kort der Nederlandsche Katholieken bij het verleenen van Staatsambten. - Vervolg van Neofitus studie over de Ritueele Moord. Hij wijdt uit over de moord van Trente (23 Maart 1475) en besluit ‘Wanneer ooit een geschiedkundig feit vast en overtuigend bewezen is, dan is het wel dat van der ritueelen moord van Trente, waarbij zich een groot aantal soortgelijke feiten aansluiten. In de volgende aflevering zullen wij dat van Damascus (1840) behandelen.’ Van A.J. Oostdam eenige zeer waardeerende bladzijden over zaliger Dr. Anne Johan Vitringa, beter bekend onder de namen van Jan Holland en Jochem van Ondere. Wij katholieken mogen er op wijzen ‘als op een der paladijnen van ons H. Geloof.’ Hij ‘kleedde zijn denkbeelden in een vorm, die het lezen kan vergemakkelijken en veraangenamen... In deze romans was 't Jan Holland natuurlijk niet te doen om het verhaal, maar om de bedoeling. En hij deed weinig moeite om dit te verbergen, zoodat zij niet tot de zuivere literatuur, tot de echte kunstwerken gerekend worden... Wat Jan Holland's schrijftrant betreft, zijn pen is wel versneden en menige passage ware aan te halen van groote letterkundige waarde. Onophoudelijk geeft hij blijk van een benijdenswaardige gave tot scherp opmerken en juist typeeren.’
Zooals men weet werd Dr. Vitringa katholiek in 1884. Zijne bekeering miek groot gerucht.
| |
De Hollandsche Revue, December 1901.
Onder de rubriek ‘Belangrijke Onderwerpen’ eenige lezenswaarde bijzonderheden uit een opstel van D. de Clercq over het Elmira staatsopvoedingsgesticht te New-York, een nieuwe soort gevangenis, waarvan hier veel goed gezegd wordt. Als onomstootbaar wordt de stelling
| |
| |
aangenomen ‘dat de mensch voorzeker 95% het produkt is van d omstandigheden, waaronder hij opgroeit.’ - De ‘Karakterschets is gewijd aan Joh. Braakensiek, den teekenaar van den Groene. ‘Slecht eenige losse aanteekeningen over zijn talent, leven en karakter’ die hierop neerkomen: Braakensick heeft talent, is bescheiden en is het liefst thuis in zijn gezin, bij zijn vrouw en kinderen. - Als boek van de maand: Cesare Lombroso door Prof. C. Winkler.
| |
Het Nieuwe Dompertje.
Het Nieuwe Dompertje. Katholiek Maandschrift. Uitg. Stokvis-Waterreus, s' Bosch. Prijs: fl. 1,25.
- Nr van December 1901: Dr. Cuypers bedild, door G.W. Konings. Het geldt de verdediging van den beroemden kath. bouwmeester Dr. Cuypers tegen een aanvallend artikel van zekeren heer Vander Pek. Duchtig geslagen. - De Fout van Hannibal, door Dr. A. Smits. Weerd om lezen door die leeraars die met het XXIIe b. van T. Livius bezig zijn. - Hypnotisme, door Max van Poll. Slot eener reeks art. over dat onderwerp. Bespreekt ‘de eigenaardige betrekking bestaande tusschen hypnotiseur en sujet’, en behandelt eveneens allerlei in die dingen voorkomende verschijnselen. - De Wetenschap en de H. Schrift; slot van een uit het Eng. vertaald art. Het besluit: ‘Alles saamvattend, mag men zeggen, dat al wat de nieuwere oudheidkunde aan ontdekkingen heeft opgeleverd, volkomen de juistheid en waarachtigheid van het Bijbelverhaal bevestigt.’ - Een Meidenpraatje, door C.S. Van Haastert. - Aan de Kerstmaged, proeve van vertolking uit het Italiaansch (van Vincenzina de Felice Lancellotti) door Jac. P. van Term. - Bij het sluiten van het jaar, door denzelfde. - Inhoud van den 1n jaargang.
| |
Vragen van den Dag, Januari 1902.
B. Van Hage begint eene studie over Buitenhuizen en lusttuinen. De liefde voor tuinen is den mensch van af zijn verblijf in het Eden trouw bijgebleven. Zelfs het kunstaanleggen van lusthoven stond, reeds in grijsste oudheid, aan de Egyptenaren bekend, en is, al zich te plooien naar den voorheerschenden kunstsmaak en met groeiende weelde, opvolgenlijk naar de Oosterlanden, Griekenland en Rome overgegaan. De Germanen zijn, tot rond de 14e eeuw, bijna uitsluitend gebleven bij het nuttige in dat vak: warmoeshoven en boomgaarden. - Veel rijker aan belang van praktischen aard zijn de ernstige bladzijden, in dewelke J. De Vries zijne gedachten uiteenzet over den Rechtstoestand der Ambtenaren ‘met de bedoeling aan te toonen dat er behoefte bestaat aan eene wettelijke regeling van den rechtstoestand der ambtenaren en aan te duiden, wat de ambtenaarswet, die in deze behoeften zal te voorzien hebben, zoo al zal moeten bepalen.’ Schrijver blijft nog al nauw op de hielen der Duitsche wet, betreffende hetzelfde vraagpunt. - P.L. Broeksmit handelt over de geschiedenis van den tabak, het rooken en het rookgerei. - De bladzijden gewijd aan de ontwikkelingsgeschiedenis der groote kapitalen worden vermeerderd met de levensschets van Cornelis van der Bilt, wiens ondernemingen zoo nauw verbonden liggen aan de handelsgeschiedenis der 19e eeuw.
| |
Caecilia
Caecilia, 23.
Brieven van Liszt aan de prinses von Sayn Wittgenstein, van ‘eenen edelen kunstenaar, zooals er geen schooner gedacht kan worden’. De prinses had pauselijk verlof gevraagd, van haren man gescheiden, Liszt te mogen huwen: de familie verhinderde de trouw. - Liszt vergelijkt hierin ‘le chef d'oeuvre, die Meistersinger, van R. Wagner bij Shakespeare’.
| |
| |
| |
Zeitschrift für christliche kunst
Zeitschrift für christliche kunst, 8 9.
- Het slot van Befestigte kirchen, door Heinr. Bergner met afbeeldingen der kerken van Weiblingen, Pittriching en andere. Gevolgtrekking: men moet den torenbouw en vooral de aangebouwde torens allereerst als verdedigingsmiddel verklaren; het schip als vesting komt alleen met aanbouwsels voor. - H. Oidtmann zet zijne beschouwingen voort over Zwitsersche glasschildering. - In 9 levert Schnützen een artikel over de herstelde vensters der driekoning kapel, in den Keulschen dom. - Oidtmann zet zijne studie voort van 8. Beissel opent eene reeks artikelen voor Thursymbolik, zulke zinnebeelden treft men reeds in de 5e en 6e eeuw in 't westen aan.
| |
Der Katholik, December 1901.
Altes und neues vom Primat des hl. Petrus (slot), door C.-A. Kneller, S.J. - De bekommernis welke alle katholieke verklarers van het H. Schrift, in de eerste eeuwen onzer Kerk, aan den dag leggen om de enkele misgrepen van den H. Petrus, waarvan de Evangelien getuigen, in de beste vouw te brengen, vloeit hier uit voort dat zij Petrus, de hoeksteen der Christi' Kerk, aanzien als behoorende tot het wezen derzelve en dat de eer der Kerk de eer van Christus zelf is. - Die vaticanischen Grotten (slot): Graven van keizers, koningen en Pauzen, door Karl Kaufmann. - Vervolg der verhandeling over godsdienstige volksgebruiken in 't bisdom Augsburg. - Onder opschrift ‘Ein neuer Lösungsversuch alter Probleme in der Lebensgeschichte des Hl. Paulus’ bespreekt Dr Jakob Schäfer de stellingen welke Dr Valentijn Weber in zijne pas verschenen werkjes uiteenzet aangaande den galateërbrief, als geschiedenisbron, doch met dewelke de kritiker niet instemmen kan.
- Januari 1902.
Die Glaubwürdigkeit der Apostelgeschichte und ihr kritiker Th. Mommsen, door Dr Valentijn Weber. Hooggeboekte taalkundigen en geschiedschrijvers nemen tegenwoordig de verdediging op van de geschiedkundige echtheid der acta apostolorum, ter beschaming van de godgeleerde hyperkritikers. Onlangs is Th. Mommsen de voorstanders voor vele punten krachtig ter zijde gesprongen in eene verhandeling over de gerechtsbetrekkingen van apostel Paulus; doch waar hij zich soms inlaat met aanvallen tegen de waarde dier stukken, kunnen zijne bewijzen onmogelijk steek houden. - Dr Bellesherm geeft eene levensschets van R. Fred. Clarke, S.J., engelschen bekeerling en schrijver. - Dr N. Paulus levert eene bijdrage tot de biographie van den dominikaan Jakob Hochstraten, die in Hoogstraten, hier te lande, geboren werd en zulke gewichtige rol speelde in den strijd tegen Luther. - Die Choral-Reform unter Gregor XIII - naar aanleiding van eene uitgebreide studie door P. Molitor over dit vraagstuk geleverd - door pastoor Dr J. Mühlenbein. - Eene beknopte levensbeschrijving van Ant. Engelbrecht, bisschop van Speyer, die eene wijl Luther's hervorming aankleefde, doch naderhand in den moederschoot der kerk terugkeerde. - Dr Ernst Seydl wijdt eenige bladz. aan het ontleden van C.-L. Fischer jongste werk, over Friedrich Nietzsche handelend. - Godsdienstige volksgebruiken in 't bisdom Augsburg (vervolg).
| |
Documente des Socialismus herausgegeben von Bernstein.
Inhoud: I. Bibliographie des Socialismus, bespreking der volgende werken:
Gumplowiz. Ehe und Liebe (2 auflage).
| |
| |
Koigen. Zur Vorgeschichte des modernen, philosophischen Socialismus in Deutschland.
Mamheimer. Die Bildungsfrage als sociales Problem.
Nettlau. Levensbeschrijving van Michael Bakunin, een voornaam socialist.
Schippel. Grundzüge der Handelspolitik ‘hoofdstroomingen, invloed en verkeer.’
Verder: Die Wohnungsverhältnisse in Halle. as.
II. Tweede vervolg van ‘Aus der Geschichte des Socialismus’
Robert Owens erste geschlossene Abhandelung: Bemerkungen über die Wirkungen des Fabriksystems.
Robert Owen toonde in 1813 en volgende jaren de benepen toestand der fabriek-werklieden aan, gaf theoriën tot verbetering op, die later eerst in praktijk zijn gebracht geworden. Volgt dan een philosophische studie over het Socialismus.
III. Urkunden des Socialismus.
Hier volgt het programma der Socialisten in Oostenrijk op de vergadering van Weenen vastgesteld.
Ein Charlistenaufruf gegen die Verbindung von Wirtshausbesuch und Politik.
IV. Der Socialismus in den Zeitschriften.
V. Anfragen und Nachweisen.
| |
Zeitschrift für die gesamte Staatswissenschaft.
I. Zwiedineck-Südenhorst, Dr. Otto von, Die soziale Versicherung der Verlagsarbeiter. Hier wordt een actueel vraagstuk onderzocht, dat binnenkort op het rooster van Werkzaamheden der Belgische Kamer zal gelegd worden.
II. Fechner, Professor Dr. H. Die Fabriken gründungen in Schlesien nach dem siebenjährigen Kriege unter Friederich dem Grossen.
III. Schmid, Dr. Franz, Zur auslegung des artikels 5 der Reichsverfassung, Dtitter Aufsatz.
IV. Heiss, Dr. Clemens, Ein neuliberaler deutscher OEkonomist, met name Franz Oppenheimer, een Berlijnsch geneesheer die zich op sociaal wetenschappelijk gebied verdienstelijk heeft gemaakt.
Verder: Seiffert, Karl, Beiträge zur bayerischen Finanzgeschichte. - Verschiebungen in der Staatsrechtlichen und konfessionellen Mischung der Bevölkerung im kanton St. Gallen - Baüerlichen Molkerei-Genossenschaften in Ungarn. - Die Goldproduktion des letzsten halben Jahrhunderts.
| |
Stimmen aus Maria Laach.
Stimmen aus Maria Laach. Nr 9.
- Agarstaat und Industriestaat, eerste gedeelte, door P. Pesch, S.J., waarbij men aan eene ‘Mischung von Agrarstaat und Industriestaat’ heeft te denken, gelijk dit in ons tijdperk geheel aan de orde is. - St. Beissel vergast zijne lezers op eene studie over de schatten der Merovingische koningen en kerken (eerste gedeelte). Oude en nieuwe bronnen zijn daartoe onderzocht tot op den dag van heden. Uit dit onderzoek blijkt opnieuw, gelijk uit de geschiedenis der letterkunde, hoe dwaas de uitdrukking renaissance wordt gebezigd voor de kunst van 't einde der 15e en der 16e eeuw. Alle uitgegravene kostbaarheden der Merovingische en Frankische eeuwen bewijzen dat de Grieksche en Romeinsche beeldhouw werken in de vroegste ‘middeleeuwen’, algemeen gezocht, vereerd en dan ook gestolen werden. Dat deze dieven ‘barbaren’ verdienen genoemd te worden is niet bewezen, want de regeerende Westersche vorsten deelden zelven in deze hebzucht.
| |
| |
Zur Choralkunde schrijft de welbekende pastor Schmid het begin eener studie over het o.a. in La Revue d'hist. eccl., 3e aflev. 1901 besproken werk van R. Molitor, Die Nach-Tridentinische Choral-Reform zu Rom, welke zich knoopt aan het in 1614-15 verschenen Graduale romanum (Editio Medicaea) op bevel van Paul V (1605-1621) uitgegeven, bevattende, de uitkomst van de 40 jaar te voren door Gregorius XIII (1572-1585) begonnen hervorming van het koraalgezang. Maar Paul V heeft den druk toch niet ‘goedgekeurd’. Bovengenoemd werk bevat de geschiedenis van de moeilijkheden aan de uitgave verbonden. Men vindt hier ook eene recensie over Sienkiewicz Sturmflut van W. Kreiten: 't is wel geen ‘Familienbuch’ maar de schrijver geat ‘auf sittliche Ausschreitungen.... nicht mehr ein, als die Sache unbeidingt erfordert, so dass kein Leser sich gestoszen fühlen wird.’
| |
Das litterarische Echo, 1 Jan. 1902.
Soll der Dichter einen bürgerlichen Beruf haben? vraagt Hans von Hopfen. En daarop antwoordt hij, dat, zijns dunkens, ingezien de getuigenis van geschiedenis en gezond verstand, de poezie best tiert bij menschen die anders niets behoeven te doen dan te dichten. Dat er een uitzondering kan zijn voor 't genie, spreekt van zelf. - Stijn Streuvels (Martha Sommer). Schrijfster spreekt met veel lof over onzen dichter. Ze noemt hem een tweeden Gottfried Keller, wegens overeenkomst in stof en opvatting. ‘Thans is het oogenblik gekomen’, zoo sluit zij haar artikel, waarop het blijken zal, of Streuvels, als een echt kunstenaar, onbekommerd om de eischen der groote menigte zijn weg zal gaan, ofwel of de genoten bewondering in hem de begeerte naar immer grooter huldiging ontsteekt en er hem toe verleidt het publiek te vleren, dat voor zijn voeten ligt.’ - Deze aflevering geeft ook Streuvels' portret en ‘Sonntags’, de vertaling van een schets uit Lenteleven. - In 't boekennieuws bespreekt Heinrich Hart uitvoerig ‘Der Weg des Thomas Truck’, roman van Felix Hollander; behandelt W. Bölsche de natuurwetenschappelijke, en H. Wunderlich de taal wetenschappelijke literatuur.
| |
Anzeiger des germanischen Nationalmuseums
Anzeiger des germanischen Nationalmuseums, 3,
wij vinden het vervolg van Herd und Herdgeräte, verval van de braadspitten uitvoerig behandeld, met een groot aantal afbeeldingen en historische aanmerkingen, betreffende den bouw der voetstukken en leggers, uit hout of steen, enz. van Otto Lauffer. - Augsburger Miniaturen waarvan de afbeeldingen belangrijk zijn voor de kennis der ontwikkeling van de vrouwendrachten, door E.W. Bredt. - In Albrechl Dürers Maximiliansbildnisse van Hans Stegmann, komen twee kleine en drie groote portretten van Maximihaan I voor, benevens diens zegewagen (pompeus) door Dürer geteekend.
| |
La démocratie chretienne. Revue sociale 8 December 1901.
Inhoud: 1. Un terme à nos discordes (vervolg), G. - Overzicht over de lasteringen tegen ‘de Democratie chrétienne’, met de hoop dat deze een einde nemen.
II. Les Unions professionnelles door G.V. - Uitleggingen hoe de beroepsvereenigingen best hun doel kunnen treffen, hoe ze op vaste gronden steunende, eene sterke levenskracht kunnen te weeg brengen.
III. Quelques pages de l'Essence du Christianisme de M. Harnack, relatives à la question sociale (vervolgt)... H.C.
Uit de redevoering van dezen Duitschen protestant zien we klaar en duidelijk hoe overwegend de Katholieke Godsdienst is op sociaal
| |
| |
gebied. Doch opdat de godsdienst zijn heilzamen invloed kunne uitoefenen moet de wereldlijke macht hem krachtig ter zijde staan.
IV. Deux réponses à la consultation des associations sur les retraites ouvrières. (Lille et Valenciennes - uitbreiding der wet aan al de weiklieden).
V. Pages vivantes (Mgr Touchet) - Félix Belval. - Deze bladzijden bevatten eenen vurigen oproep opdat al de katholieken uit Frankrijk samenwerken met al den ijver die hen bezielt, met al hun vermogen, opdat hun land door de katholieke beginselen teruggebracht worde tot een maatschappij van godsdienstzin, liefde en welvaart.
| |
La Quinzaine, 1 December 1901.
Abbé Frémont: Le problème des destinées de l'homme. - 't Isgetrokken uit de inleiding van het groot werk, dat de schrijver over dit vraagstuk zinnens is uittegeven. Daar zijn twee soorten van stelsels over 's menschen bestemming: wijsgeerige en godsdienstige. De wijsgeeren verwerpen veelal het bovennatuurlijke; daarom moeten wij onderzoeken of zij gelijk hebben of niet. Groote denkers, zooals St.-Augustinus, Bossuet, enz. hebben de zaak opgelost; maar het is noodig de ontdekkingen der wetenschap met die oplossing overeen te brengen.
- Ad. Lair: Les souvenirs de M. Dubois - II La fondation et les premières années de l'Ecole normale.
- Arm. Barthe: Nouvelles notes campagnardes. - Les idées de Riboteau.
- Paul Gaultier: Gavarni et son oeuvre. - Gavarni was: een teekenaar en schrijver te gelijk, die, fijn de natuur afkeek doch dikwijls tot pessimisme oversloeg.
- A.A. Fauvel: Li Hong-tchang.
- R.P. Baudrillart: L'apostolat intellectuel de Mgr d'Hulst. - Het levensdoel van Mgr d'Hulst was, de wetenschap met het geloof overeen te brengen. Kantisme en Positivisme beschouwde hij als de groote vijanden. Het zedelijk Dogmatisme, dat op het meesterschap van den wil steunt, achtte hij een onvoldoend wapen, en zocht de redding in het vernieuwen der leer van St.-Thomas. Hij was medestichter van het Institut Catholique (1875), werd er Rector van, en om de Christene wetenschap aan de wereld te doen kennen, gaf hij den grooten stoot aan het beleggen der internationale wetenschappelijke Congressen der Katholieken.
- G. Fonsegrive: Pouvons-nous avoir une Eglise nationale? - Men zou meenen ja, als men nagaat hoe de Franschen tegen Rome zijn, en evenwel aan de godsdienstplechtigheden houden. - Schrijver meent nochtans dat eene afscheuring van Rome onmogelijk is:
1o Het zou eene kerk zonder geloovigen zijn: de Katholieken, burgers en werklieden, zijn te goed over de onfaalbaarheid en het meesterschap des Pauzen onderricht.
2o 't Zou eene kerk zonder geestelijken zijn:
De Fransche priesters zijn arm, en daarom moet men overtuiging en geloof hebben om hunne loopbaan te kiezen.
3o Daar zouden geene bisschoppen in meedoen:
Zij hebben nu al moeilijkheden genoeg, zoodat het vooruitzicht van geestelijkheid en geloovigen op den hoop toe nog tegen te krijgen, hen niet zal aanlokken.
4o Daarbij, het Staatsbestuur zal niemand tot scheuring aanzetten: het werkt alleen om het geloof geheel dood te doen.
- J. Lionnet: Chronique littéraire. - Deux poètes: René Bazin et Maurice Maeterlinck.
| |
| |
- 16 December 1901.
- André Artaud: Les Apôtres du Socialisme - Pierre Leroux.
- Ad. Lair: Les souvenirs de M. Dubois - III La fondation et les premières années de l'Ecole normale.
- Ch. Urbain: A propos d'une récente biographie du P. Gratry.
- A. Barthe: Nouvelles notes campagnardes (fin). - Les moissons de chez-nous.
- X.: Les chemins de fer africains.
- Max Turmann: Après l'Ecole. - La fondation universitaire de Belleville et les universités populaires.
- Nr 7. - Het tijdschrift heeft eene Vlaamsche kenspreuk aangenomen: ‘Eigen kunst, eigen leven’. Le prix de Rome is eene klacht: ‘voilà donc à quoi a abouti ce fameux concours’ (van schilders), door de Taye. Leerzaam is een artikel van Edgar Baes over Guffens, en over de Antwerpsche ‘uitzet’, van Edmond-Louis.
| |
Etudes, 20 Dec. 1901.
‘Faux témoins contre les missionnaires’ (J. Desmarquest et J. Tabar). Wederlegging van eenige beschuldigingen gericht tegen de Jesuieten, zendelingen in China: Onnauwkeurigheid, dwaling, laster, ziedaar alles wat men vindt in de aangehaalde - 't zij echte 't zij valsche - bewijsstukken. - Le Théâtre, école du peuple en 1901 (v. Delaporre). De Hedendaagsche schouwburg, verkracht de geschiedenis en werpt gewoonlijk gevaarlijke en valsche begrippen in den geest des volks; niet volle handen spreiden de tooneelschrijvers slijk op priester, edelman, overheid; ‘démolisseurs’ ziedaar de naam die toekomt aan het meerendeel der hedendaagsche schrijvers. - Choses de l'enseignement et de l'éducation (J. Burnichon). De vrijheid van onderwijs wordt meer en meer bedreigd in Frankrijk en het oude universiteitsvoorrecht zal wel eens uit zijn graf opstaan; of dit ten voordeele van den lande geschieden zou valt te betwisten. De vaderlandsliefde zou er niets bij winnen, zooals de gekende ‘cas Hervé’ het te vreezen laat. Daarbij slaat de onderwijscommissie in hare hervormingsplannen eenen weg in die tot wanorde en onthinding leiden moet.
| |
Razon y Fe. Madrid, Noviember 1901.
Humanistas y realitas J.M. Aicardo. Eene wet van 19 Aug. 1901 brengt veran leringen teweeg in 't Spaansch middelbaar onderwijs: de tegenwoordige gestichten worden veranderd in ‘Institutes generales y tecnicos’, waar men buiten de bacheliersstudien (onze humaniora klassen) landbouw-, handel- nijverheidslessen geeft. De schrijver behandelt ten deele de vraag der klassieke studien, door dezelfde wet gewijzigd.
La ciencia libre en el siglo XIX y los origenes del Cristianismo, L. Murillo: behandelt Dr. Harnack's opvattingen nopens het leven en den persoon van Kristus.
Un libro importante sobre las ordines religiosas, P. Villados. Bespreking van een boek getiteld: Los ordines religiosas y los religiosos en España door O.J. Buitrago y Hernandez. De schrijver toont hoe het Spaansche Staatsbestuur de kloosterorden immer heeft vrijgelaten verdedigd en beschermd.
La Meteorologia en el Siglo XIX door B. Valladares, beschrijft haar ontstaan en vooruitgang bijzonder in de 19de eeuw.
Una celebridad desconoscida, J. Alarcon. Vervolg de studie over Concepcion Arenal als kristene zedenverdedigster. Zij schreef ook menig werk ten voordeele der misdadigers voor wie zij medelijden, heropbeuring en zedelijke opvoeding vraagt.
| |
| |
- Diciember 1901.
Un conflicto y las ordines religiosas, door J. Ocaña.
Een koninklijk besluit van 20 Sept. 1901, wil de kloosterorden die de stipulatien der wet van 30 Juni 1887 niet volbracht hebben, daartoe dwingen en laat hen 6 maanden tijd om zulks te doen. In schijn weinig gevaarlijk, is dit dekreet inderdaad eene inbreuk op het recht der kloosterorden.
Humanistas y realitas, vervolg, J. Aicardo. Na den ‘pro en contra’ der klassieke studien te hebben uiteengezet, geeft de schrijver hun toch den voorkeur. ‘Zullen de landbouwlessen meer den geest der jeugd ontwikkelen dan de studie der Latijnsche schrijvers’ vraagt hij!! Daarbij doet eene vertaling altijd den schrijver veel verliezen.
La ciencia libre en el siglo XIX, L. Mutillo, vervolg der studie over Dr Harnack en het Evangelie van Joannes.
El colegio pio-latino americano, C. Rodeles. Oorsprong en inrichting.
| |
La Lectura. Madrid, Noviembre 1901.
El imperialismo de Soberania de Estado y el imperialismo financiero, par J. Sanchez de Toca.
De strijd om het leven beheerscht de huidige samenleving. Deze strijd heeft eene verandering teweeggebracht in de middelen van bestaan en nieuwe sociale toestanden in 't licht geroepen. De macht van het volk is gestegen en heeft het politiek en geldelijk imperialism doen ontstaan. Het politiek imperlialism brengt nieuwe wereldvraagstukken voort; het geldelijk imperialism hervormt de maatschappelijke demokratische in ploutokratische toestanden.
Gobierno y administracion de la Hacienda, par D. Delgado.
Het is overbekend dat het Spaansche Staatsbestuur aan zijne schepselen nuttelooze vette postjes bezorgt. De schrijver eischt meer rechtveerdigheid, met het oog op de belangrijke ekonomische vraagstukken die meer het Staatsbestuur zouden moeten bezighouden.
Björnstjerne Björnson, vervolg van de vertaling van een zijner dramas.
El teatro en el extranjero, par Brieño: bestudeert de tooneelvoortbrengselen in Engeland en Frankrijk.
R. Domenech geeft eene studie over den Catalaanschen letterkundige: Santiago Rusiñol.
- Diciembre 1901.
El derecho internacional y los pueblos debiles, J. Prida.
De kleine volkeren worden overal op onmenschelijke wijze verdrukt: in plaats van daadzakelijke hulp kent onze samenleving slechts het protectoraat; hare opvoeding is de overweldiging. De politiek der machtige volkeren is zedeloos overal, en geene enkele macht durft het hoofd verheffen tot bescherming der zwakken. Het moge dan ook eene utopie schijnen, wiens verwezenlijking nog ver verwijderd is, doch het eenige redmiddel bestaat in het teweegbrengen van ‘een internationaal volk’ ten minste op rechtskundig gebied, tot bescherming der kleine landen.
España y su literatura en el extranjero a traves de los siglos, A. Farinelli.
Don Quijote als type van den avonturenridder vond menigvuldige navolgers in Italie, Duitschland, Frankrijk, Engeland. - Het artikel is gevolgd van eene uitgebreide bibliographie die de studien aangeeft welke den invloed der Spaansche letterkunde doen uitschijnen op de
| |
| |
europeesche talen. De Nederlandsche werken zijn er ruim in vertegenwoordigd.
Santiago Rusiñol vervolg, door Domenech.
Björnstjerne Björnson, einde der vertaling.
| |
Rivista internazionale di Scienze Sociali. Rome, Nov. 1901.
Provedimenti sociali populari. Toniolo. De beschermingswetten ten voordeele van het werk, die wij thans in alle landen zien ontstaan, zijn de volledige genadeslag aan het oude en versletene liberalismus toegebracht.
La liberta d'insegnamento, Prof. Piovano. Eene groote moeielijkheid voor het hoogere vrij onderwijs, is dat de diplomas die het aflevert, recht geven tot zekere plaatsen door den Staat alleen toegekend en waarvoor hij het recht heeft de bekwaamheid der candidaten te onderzoeken. Om die moeielijkheid te voorkomen, vraagt de schrijver dat men het hooger onderwijs inrichte zooals in Belgie, en hij moedigt de Italiaansche katholieken aan om hevig in die richting te werken.
Il ‘diesirae’ e l'innologia ascetia nel secolo XIII. F. Ermini.
Pensieri sulla filosofia della staria, L. de Chiusano.
- December 1901.
La questione Sociale. S. Cappellazzi: zoekt de oorzaken der krisis en de redmiddelen die dienen aangewend.
Il Feminismo. F. Crispalti: zijn oorsprong, vooruitgang en wettelijke voordeelen in verscheidene landen den vrouwen toegestaan.
Pensieri sulla filosofia della storia, L. Chiusano, volgens de op vatting van den H. Augustinus in ‘De civitate Dei’.
|
|