Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1901(1901)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De demer. De Demer zingt een lied van de Eburonen, Die over eeuwen in zijn gele plassen Het purper van hun aksen kwamen wasschen. ‘Triomf!’ herhaalt zijn stem met wilde to1nen. Hij roemt den zegetocht der Frankenzonen. Hun merries vlogen met hun wagenassen Onstuimig door zijn poelen en moerassen. Zijn spiegel vlamde van hun eerste kronen. Ik volg zijn loop en zie een stoet van schimmen, Als goden schoon en fier als eikeboomen, Hun gulden mantel sleepen naar de kimmen. [pagina 173] [p. 173] Ik luister naar zijn sprongen en zijn slagen - En hoor een epos in zijn bedding stroomen, Dat dreunt van heldentrots en wondersagen. Vorige Volgende