Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 10
(1897)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 415]
| |
Zedengeschiedenis.
| |
[pagina 416]
| |
zoodaniglijk dat men in de XVIe eeuw er het slijten van verbood, op eene boet van drie honderd guldenGa naar voetnoot(1). Op het einde der XVIIe eeuw, brouwde men te Brussel Dobbel-bier, Brass-penninck en Cuyte. Het eerste gold 8 gulden 8 stuivers; het tweede, 5 gulden 5 stuivers, en het derde, 't welk tot Klein-bier vervallen was, 2 gulden en 8 stuivers de ame. Later, in 1704, werd het invoeren van bieren van minder waarde dan de Brass-penninck, stiptelijk verbodenGa naar voetnoot(2). Wat ook verboden werd onder Philip den Schoone, was zich buiten de vrijheid van Brussel met een pot bier te gaan verlustigen. Maar, zoo men denken kan, werd dit verbod gewonelijk overtreden. Rondom de stad waren er immers sommige dorpen waar men uitmuntend bier brouwde, en de daarop verlekkerde Brusselaars trokken er graag op uit. Zoo gingen zij naar Eggevoort | |
[pagina 417]
| |
onder Etterbeek, naar Koekelberg, Ganshoren, Ukkel en elders. Van de tegenwoordig geprezen brusselsche bieren die men Faro, Lambick, zelfs Geuze-lambick, noemt, was er over twee eeuwen nog geene spraak, en men weet niet wel waarom die bieren met die namen bestempeld zijn geworden. Voor de Faro, denkt men, niet zonder schijn, dat de Spanjaards hem zoo gedoopt hebben, ten rede van zijn kleur zeer wel op die van den portugeeschen Farowijn trekkendGa naar voetnoot(1); maar voor den Lambiek, de oorsprong van dien naam is tot hier toe nog een raadsel gebleven. Wij herinneren ons nogtans dat wij, over ongeveer twintig jaar, in een oud lexicon gelezen hebben, dat die naam voortkomt uit de gewoonte die de Brusselaars hadden van zich te begeven naar Lombeek; - er zijn er drie, en wij kunnen niet zeggen hetwelk, - om aldaar Lombeek te gaan drinken. Van Lombeek kwam zoo Lambiek tot bestaan en men weet hoe hij in onze hoofdstad nog altijd geprezen en... vereerd wordtGa naar voetnoot(2). De strengheid der ‘Statuijten en Ordonnantien vanden Brieders’, een onuitgegeven stuk dat wij gaan mededeelen, laat ons vermoeden hoe zeer de verval- | |
[pagina 418]
| |
sching der brusselsche bieren heerschte, rond de jaren 1534. In die tijden wist men maatregelen en boetstraffen uit te roepen en krachtdadig te doen uitvoeren, die de gemoederen der borgers moesten stillen en alle vrees van bedrog uit hun hart bannen. Alles werd immers alsdan door het stadsbestuur neerstiglijk onderzocht, geregeld en in het oog gehouden, gelijk deze oorkonde er kan van doen oordeelen: | |
Statuijten ende Ordonnantien vanden Brieders.Om te versiene ende te remedieren opte groote ende menichfuldighe gebreken, clachten ende ongeregheltheden die binnen der stadt van Bruessele ende heure vrijheijt dicwils gebeurt zijn, ende noch daghelijcx gebeuren, aengaende ende op die hanteringe vanden biere dat binnen der selver stadt ende heurer vrijheijt daghelijcx gebrauwen, gesleten, gepinneweertGa naar voetnoot(1), ende voirts vercocht; Ende om daerop goede Ordinantien ende policie, ende eenen ijegelijche ordene ende regule te ghevene, daernaer een ijegelijck met sulcker neringhen ende des daerane cleeft ommegaende hem soude weten te vueghen ende te reguleren; dat oijck de voirs. stadt van heuren assijzen, ende dingesetenen van goeder policien ende biere versien zouden moghen worden. Soe es bij Jonckeren heere de Stradio, heere van Orbeijs, Malhave,Ga naar voetnoot(2) etc., Amptman, Borgemeesteren, Schepenen, Rentmeesteren ende Raide der stadt van Bruessele geraempt, geordineert, gestatueert ende gesloten, om voirtaene bij den brieders ende andere die dat nu oft naemaels soude moghen aengaen, geachtervolgt | |
[pagina 419]
| |
ende onderhouden te wordene tghene clere ende alzoe hiernae volgt. | |
Vanden moute te doen malen.j. Inden Iersten dat van nu voirtaene egheen briedere wij hij zij, die hem binnen der voirs. stadt oft heurer vreijheijt zal willen generen met bier te brauwene, egheenderhande mout en zal moghen doen malen, noch van heuren weghen doen noch laten malen, noch ijemandt daeraff loonen, dan alleenelijck den ghenen die achtervolgende der ouder ordonnantien vander voirs. stadt weghen daertoe gecommitteert ende gestelt zullen wordden ende der selver stadt eedt gedaen sullen hebben. De welcke gehouden sullen zijn altijt den voirs. brieders gereede te zijne ende te gerievene, heur mout te ladene ende te malene, gemalen zijnde thuys te bringene ende te ontladene opden ouden loon. Te weten hebbende voer elck vuer eenen stuver, dien zij daeraff vanden brieders hebben ende ontfangen sullen, zonder meer; wel verstaende nochtans, zoe verre eenich briedere zijn mout zelve wilde malen, oft bij zijnen cnape doen malen, dat zij dat wel zullen moghen doen. Behoudelijck nochtans det tselve mout jerst ende voer al gevisiteert ende gewardeert zal zijn bij den gecommitteerden bijder voirs. stadt aldaer gestelt, ende anderssints nijet. Ende zoe wije hier jnne gebreckelijck bevonden wordde, oft de contrarie daeraff dade, dat die verbeuren zal eenen wech tot Ster Peeters ende Pauwels, te Roome, oft XX kroonen daervoer te ghevene, te bekeeren jn drijen, deen deel den heere, tweeste den voirs. stadt, ende tderde den aenbringhere. | |
[pagina 420]
| |
Vanden Moute te malene bij den Leggere,Ga naar voetnoot(1) bij den steckhuerderGa naar voetnoot(2) ende anderssins.ij. Item om dat der voirs. stadt egheen ongerieff geschieden en zoude, dat oijck de brieders derselver stadt te bat zouden moghen gerieft wordden, soe es geordineert ende gestatueert als boven dat die geswoornen vanden brieders ambachte, nu en naemaels wesende, alle jaere oft op ander tijden als des van noode wesen zal, oft als zij der bijden voirs. Rentmeesteren der selver stadt versocht sullen wordden, gehouden sullen zijn op heuren eedt, den selven Rentmeesteren, achtervolgende der oude coustumen, over te bringhen de notabelste ende bequaemste personen die zij weten sullen, om bij de voirs. Rentmeesteren daervuijtgecoren te wordden alzoe vele persoonen als des van noode wesen sal, om aen voirscrevenen brieders jnt malen ende warderen van heuren moute te gerievene; die gehouden zullen zijn der voirs. stadt eedt te doene, eer zij hem der officien van malen oft warderen zullen moghen onderwinden, ende daerbij te affirmerene dat zij alletd mout dat de voirs. brieders zullen willen malen oft doen malen, wel ende getrouwelijck zullen visiteren, warderen ende op dats noot zij, meten, oft tselve mout goet, loeffelijck wel gemaeckt ende vervolghts js van zijnen behoirlijcken graenen, ende jnder grootten naden onderstede naebescreven, ende dat zij onsen genadighe heeren der voirs. stadt van Bruessele ende de brieders, ende elcken van hem getrouwelijck theurgheven zullen, ende dat zij egheen mout malen noch laten malen | |
[pagina 421]
| |
noch op ghieten en sullen voir dat den steckhuerderGa naar voetnoot(1) onsen genadighen heere zijnen molstere behoirlijck affgenomen heeft, ende oft hij daer nijet en ware, dat zij den selven molstere affnemen, ende aen den steckhuerder getrouwelijck overleveren zullen; ende dat hij niemandts moudt en zullen malen, noch laten malen dan op zijnen behoirlijcken tourt ende staije,Ga naar voetnoot(2) nae vuytwijsen vanden berde, zonder eijmandts teecken te laten springhen oft jn zijn staije oft tourt, tzij ter zaeken vanden gathe oft anderssins te verachteren, ende die te vercoopene, leveren ofte laten doene jn gheender vueghen, zoe verre het mout jnden molen daeraff js, ten waere bij consente vanden Rentmeesteren deser stadt oft vanden ghenen dien de staije toebehoirde; jn welcken gevalle zoe sullen zij dat moghen doen, oft laten geschieden sonder eenich genuijet daeraff te hebbene, ende anders nijet. Ende dat zij den rinck vanden molen steen nijet meerder nemen, noch laten meerderen, noch nemen, noch den molen nijet stoppen, noch laten stoppen en sullen, alzoe lange als daer mout jnder js. Ende oft den molen stopte opte staije vanden briedere oft brieders cnapen die zijn moudt selve maelde, dat zij dat selve mout aff malen sullen op heuren behoir ende loon, sonder van daer te gaene voer dat het mout op zijn behoirde plaetse js. Ende oft die selve liggers ijemandt bevonden gedaen te hebben tegen dese Ordinantien, oft dat hem eenich beleth gedaen wordde jnt exerceren van heurer officie, tzij bij den voirs. brie- | |
[pagina 422]
| |
ders heuren knapen, den molenmeesters steckhuerdere oft ijemandt anders, dat zij terstont den Rentmeesteren der voirs. stadt zullen condighen. Ende oft zij hier jnne gebreckelijck bevonden wordden, zoe sullen deselve liggheren verbeuren heurlieden officie, ende tot dien nimmermeer binnen der voirs. stadt oft heuren vrijheijt, gelijcke noch andere officien moghen draghen. Ende daer en boven noch staen ter correctien van Borgmeesteren, Schepenen ende Rentmeesteren ende Raidt der voirs. stadt. | |
Van gelijcken Mout te malene ende te molen te doene.iij. Item. want men bevindt dat de ordinantie tanderen tijde opt malen vanden moute gemaeckt, bijden brieders deser stadt zeer qualijcken onderhouden wert, ende dat de sommighe vele argher ende oncostelijker mout maken oft coopen dan zij behoiren, daerdeure de jngesetenen deser stadt grootelijcken wordden gejnterresseert, ende dat er sommighe ter contrarien veel costelijcker ende veel beeter moute maken, ende nemen tot elcken biere meer dan zij schuldich zijn, ende dat zij nochtans heur bier vele betercoop gheven dant hem en staet oft verassijst wordt, nijettegenstaende dat zij claghen van verliese; ende om te schouwen de jnconvenienten die daerjnne moghen geleghen zijn, soe js geordineert dat een eijgelijck die hem binnen desen stadt oft heurer vrijheijt sal willen generen met mout te coopene, vercoopene, maken oft verbriewen, schuldich ende gehouden zal zijn, achtervolgende der voirs. ordinantien, tot elcken bier moute te doene vijff sisteren goede terwen, vier sisteren goede ghersten, ende vijve zisteren goede evenen, maeckt te samen XVIGa naar voetnoot(1) zisteren | |
[pagina 423]
| |
graens. Ende dat zullen zij alzoe wel gemaeckt ende vervolght ter molen doen, ende anders nijet. Ende zoe wije zijn mout anders maeckte oft verbroude dan gelijck voirseijt js, oft meer oft min mouts teenemale ter molen dade, zoe verre dats een sister meer oft min ware, die soude verbeuren tzelve mout ende daertoe noch XX karolus gulden te bekeeren als voirs. | |
Vanden Moute vuijt te halene nade clocke ende de sacken te teekenen.iiij. Item dat egheen brieders van nu voirtaene egheen mout en sullen moghen thuijswerts halen, noch doen halen, ten waere bij consente vanden Rentmeesteren der voirs. stadt; maer sal tselve mout gebracht wordden metter kerren vanden moutmolen ende dat bij schoonen daghe, te wetene des smorghens naeder werckklocke,Ga naar voetnoot(1) ende des avents voor de wercklocke, ende anders en sullen deselve brieders tselve mout nijet moghen aenveerden, ten ware dat tselve mout binnen den voors. tijde geladen ware, ende dat voer alzoe langhe den moutmolen buyten deser stadt ligghen sal, sonder fraude oft arglist; noch oijck ten zij dat heur mout gekeurt zal zijn bijden moutkeuere deser stadt, ende tot dien sullen deselve brieders alle die sacken daer jnne zij eenich mout ter molen seynden, moeten teeckenen dat men wel sien ende kennen mach, te verstaen op elcken sack; ende zoe wie gebrekkelijk waeren, jn tgene des voirs. staet te doene oft de contrarie daeraff dade, dat die ende elck van hem daeraene verbeuren sal tselve mout, oft de weerde daeraff ende tot dien XX karolus gulden te bekeerene als boven. | |
[pagina 424]
| |
Van ZwijnaetGa naar voetnoot(1) te malen ende dat egheen becker, molder, gheen gemalen graen en sal jnnebringenv. Item sal een jegelijck briedere die hem binnen deser stadt of heuren vrijheijt sal willen generen met bier te brauwene, gehouden zijn zijn mout te verbrouwen gelijc voirs. js, ende gelijck hem dat vuijten molen commen zal, sonder daeraff ijet te moghen doene, tzij dat hij dat zijnen besten saude willen gheven oft anderssins; noch oijck zonder daer eenich mout oft meel toe te moghen doene, dwelck hij onder tdexele van zijnen mele dat hij voer zijn eten zoude moghen doen malen oft anders van anderen briederen, beckers, molders ende andere souden moghen vercrijgen, oft anderssins, jn wat manieren tselve soude moghen geschieden. Ende oft eenich Briedere jn tghene des voirs. staet gebreckelijck bevonden wordde, soe zal hij daeraene verbeuren tot behoeff als boven, tselve mout, oft meel, ende daer toe de twee dobbel weerde van dien, ende sal tot dien de ghene die daerjnne behelpich geweest zal hebben, tzij briedere, beckere, molder oft ijemandts anders, wij hij ware, verbeuren gelijcke pene; ende op dat tvoirscrevene poinct te bat zoude moghen onderhouden wesen, zoe en sal nijemandt wij hij zij hem generende met bier te brouwene moghen doen malen zwijnen aet, noch oijck egheen graen meer dan halff tarwe js voer zijn eten. Noch en sal egheen moldere hem dat moghen malen, noch zijn meel thuijs bringhen, dan met schoonen cleeren dage. Ende zoe wie die contrarie van desen dade, die sal daeraene verbeuren de pene van XX karolus gulden te bekeeren jn drijen als voirs. | |
[pagina 425]
| |
Vande Rentmeesteren te vreden te stellen vande assijsen, ende opslach van twee daghen achtereen te brauwen.vj. Item dat nijemandt binnen deser stadt voirs. noch heurder vrijheijt en sal moghen bier brauwen, doen noch laten brauwen, ten zij dat hij jerst ende voeral tselve den Rentmeesteren der voirseyder stadt ende den ghenen die zij daertoe gecommitteert sullen hebben, gecondicht, ende zijn bruwte doen scrijven ende kerven sal hebben, nae doude hercomene,Ga naar voetnoot(1) ende dat hij denselven Rentmeesteren te vreden gestelt zal hebben voer dassize, tzij met borge oft anderssins. Dat oijck nijemandt en sal moghen brauwen twee dagen achter melcanderen, ten waere bij consente vande Rentmeesteren der selver stadt. Dat oijck nijemandt tweerande bier en sal moghen brauwen met eenen viere oft rooke, noch oijck egheenen opslach noch naesoede mogen maken; ende zoe wij hieraff de contrarie dade, oft zijn brouwen nijet en liete alst hem bij den voirs. Rentmeesteren oft van heuren weghen, midts quader betalinghen oft anderssins verboden waere, dien soude verbeuren hondert karolus guldens, te bekeeren als voers. Behalven den brieders die hoppe brauwen, die tvoirgoet vander hoppen sullen moeten jnnesieden een ame, ende den naesode twee amen opte pene van XX carolus gulden te bekeeren als boven. | |
Vanden viere onder te steken.vij. Item dat nijemandt van binnen deser stadt noch heurder vrijheijt van nu voirtaene het vier jnden hoven | |
[pagina 426]
| |
onder den ketel om brauwen en sal moghen steken, doen noch laten steken, van Paesschen tot Bamisse, voer den seven uren; ende van Bamisse tot Paesschen, voer sess uren des avonts. Dat oijck elk briedere telcker reijsen als hij sal willen brauwen, gehouden sal zijn alle maenden binnen der jerster weken te comen rekenen bijden voirs. Rentmeesteren oft heuren clercken vander bier assijsen met heure maelkerve, om metten moutkerven zijn mouten die hij binnen eender maendt verbrauwen sal hebben aff te snijden, ende zijn assijsen daeraff te betalen off den voirs. Rentmeesteren daeraff te vreden te stellen. Ende zoe wij hierjnne gebreckelijck bevonden wordde, die soude verbeuren telcker reijsen drij carolus gulden, te bekeerene als voers. viij. Item dat alle die brieders cnapen die hem met brauwen oft des daeraen cleeft zullen willen generen binnen deser voirs. stadt oft heurder vreijheijt, alzoe wel als die metten biere als jn dachuren zullen gaen brauwen, als oijck die gene diet tvoorscreven ambacht sullen willen gaen leeren oft metten jaere off anderssins gehuert sullen wordden, dat die ende elck van hen gehouden sullen zijn der voirs. stadt jerst ende voer allen eedt te doene, ende daerbij te geloven derselver stadt goet ende getrouwe te zijne jn heure assijsen. Ende alst den Rentmeesteren gelieven sal, dat zij alsdan desse cnapen ende persoonen sullen moghen manen op heuren eedt, oft zij weten dat ijemandt teghen dese Ordinantien gedaen hadde ende hoe. ix. Item dat van nu voirtaene egheen briedere binnen dese stadt oft heurder vrijheijt egheen bier en sal moghen brouwen alleene met zijnen huysvrienden oft maerten, ten waere dat bij deser stadt jerst eedt gedaen hadde goet ende getrouwe te zijn jn heure assijzen. Ende oft hij deser stadt egheen eedt ghedaen en hadde, zoo sal | |
[pagina 427]
| |
hij gehouden zijn hem te versienne van eenen cnape deser stadt eedt gedaen hebbende, om hem te helpen brauwen, die daer sal schuldich zijn te blijvene zonder van daer te gaene, oft zijns meesters begost brauwsel te mogen laten staen, ten minsten tot dattet bier jnde vaten, oft vergadert ende gesteken oft gemeten zal zijn. Op te pene van XIJ kar. gl. te bekeeren als voers. Behalven zoe verre eenighen briedere zijnen voirs. cnape failleerde, en zijn begonst brausel liete staen, sonder voldaen, zoe sal die briedere zijn hegonst brauwsel moghen volbrauwen zonder schade daeraff te hebbene. | |
Vanden Ververschen.x. Item dat nijemandt wij hij zij egheen bier en sal moghen valsschen, argeren, verversschen, opvullen oft mingelen, met eenighen jongher biere van eender ander brauwte oft ander substantie, opte verbeurte ende pene vanden selven biere. Ende daertoe aen elck vadt tzij groot oft cleijne, XXXVJ kar. gl., te bekeeren als voers. | |
Vanden overghebrauwen bieren ende van versteken bieren.xj. Item dat oijck alle de briederen binnen deser stadt ende heurder vrijheijt gehouden zullen zijn te brauwene opten peghel die hem bijde stadt gestelt zal wordden, ende oft men bevonde dat ijemandt over gebrauwen hadde, zoe verre dat eenen vollen ketel waere oft meer, tot drije ketels toe, ende nijet verborghen oft versteken en waere, die soude verbeuren tselve overghebrauwen bier, ende daertoe aen elcken ketele, eenen karolus gulden. Ende oft daer meer dan drije ketels waren, die saude verbeuren aen elcken ketele die alzoe overgebrauwen waren, de pene van twee karo- | |
[pagina 428]
| |
lus guldens, ende het overgebrauwen bier voirs. Ende oft ijemandt eenich bier als voergaet ende anderssins versteken, verborgen, oft daertoe geholpen hadde, twaer jn eenighe secreten oft andere ombehoirlijcke plaetsen, oft dat zij dat op heur ander bier van andere brauwten gedaen, doen oft laeten doen hadden, hoe luttel dat ware, dat de meestere daeraen sal verbeuren, voer dierste reijse, hondert karolus gulden, voer de tweeste reijse twee hondert kar. gl., ende voer die derde reijse drije hondert karolus gl., ende de cnape oft hantdadige halff zoe vele. Ende sullen tot dien tot eeuwighen daghen het ambacht oft neringhe moeten laten. Ende oft zij die macht nijet en hadden om betalen, zullen zij vuijt. Brabant gebannen zijn ende blijven, tot dat zij die macht hebben om betaelen ende betaelt sullen hebben, te bekeeren die voirs. boeten jn drijen als boven. | |
Vanden cloppene ende vanden gebroken pegele.xij. Item dat elck briedere van nu voirtane telken reijsen als hij brauwen oft doen brauwen sal, schuldich ende gehouden zal zijn voerste dore te hauden ongesloten, dan alleenelijck op de clincke, oft anders sal hij omtrent de selver voerster deuren ijemandt moeten houden wachten ende waken, om den wardeders die vander stadt weghen daertoe gestelt zullen zijn, terstont als zij opde voirs. duere geclopt sullen hebben, jnne te laten om heur officie te exerceren ende alomme daermen bier soude moghen borghen oft versteken, ernstelijck besueck te doene, zoe dat behoirt. Ende zoe wij hieraff die contrarie dade, oft den voirs. wardeders nijet jn en lieten, ten lancxten als zij drij werff ende telcken drije oft vier cloppen soe stijff geclopt sullen hebben, dat die gebueren souden moghen (hooren) hebben, oft oijck jnne gelaten zijnde, hemlieden beleth oft weijgeringe dede eenighe | |
[pagina 429]
| |
sloten open te doene daermen bier soude moghen borghen, oft hemlieden om heurer officien qualijck aen spraken oft oijck den peghel die heurlieden bij den waerdeders gesteken ende gestelt zal zijn al willens braken voir die huere die hem bij den waerdeders geordonneert sal moordden, die souden verbeuren telcker reijsen XX kar. gl. te bekeerene als boven ende voirts staen ter correctien van deser stadt. | |
Vanden teekenen oft wisch buijten cammen oft tap te steken, oft uuijt te meten dar gheen tappen en zijn.xiij. Item dat alle die ghene die hem binnen deser stadt ende heurder vrijheijt zullen willen generen met bier te verkoopen, ende tselve vuijt te metene met potten, quaerten ende anderssins, dat zij dat zullen moeten meten ende leveren metter geijcter maten deser stadt, ende oft zij drinkers setten willen, dat zij hem egheen bier en sullen moghen meten noch vercoopen, dan jn maten, tzij potten, quaerten, mindere oft meerdere, houdende nochtans meer dan die geijcte maten een achstendeel van eenen waelpotteGa naar voetnoot(1), ende niet mindere. Dat zij oijck sullen moeten vuijtsteken eenen wissch stroot nae doude costume vuijtgesteken den herbergen ende caberetten die egheen bier met potten en vercoopen buijten heuren huijse, opde pene vanden selven biere, ende daertoe eenen kar. gl. telcker reijsen te bekeeren jn drijen als voers. | |
Van wijnvatten te tonnen ende van vaten ongeteekent sonder eijcken oft gheen bier vuijt voeren als sij brauwen.xiiij. Item dat van nu voirtaene egheen briedere | |
[pagina 430]
| |
noch ijemandt anders wij hij sij en sal moghen eenich bier tonnen op wijnvaten, oft andere vaten meerder wesende dan aem vaten, ten waere bij consente vanden Rentmeesteren der voirs. stadt. Welcke aem vaten sullen moeten geijckt zijn bijden gesworenen ijckere deser stadt, ende geteekent metten teecken vanden cammen; ende desgelijckx die halve amen ende vierendeelen. Dat de selve aemvaten zullen moeten houden tachtentich pottenGa naar voetnoot(1), nijet min maer wel meer tot lxxxiiij potten sonder meer; ende de halve amen en vierendeelen naer advenante. Dat zij deselve vaten schoen gemaeckt zijnde, daerop heurlieden bier sullen moghen tonnen, ende voirts moeten vervolghen zoe dat behoirt, ende dat gedaen, sullen zij vanden selven biere moghen vuijt leveren met amen, halff amen ende vierendeelen, alzoe hem dat goetduncken ende gelieven sal, behoudelijck nochtans dat zij egheen bier en sullen moghen vuijtscheijden, ten sal moeten drij daghen gebrauwen zijn, wel verstaen dat zij egheen bier en sullen moghen vuijtscheijden opden dach dat zij brauwen, al waert drij dagen gebrauwen, ten waere bij consente vanden Rentmeesteren, ende bij weten vanden waerdeder. Ende zoe wij contrarie van des voirs. staet dade, oft dede doen, die soude aen elck vat oft vaetken daer aene, oft jnne faulte oft contrarie van des voirs. js gebeurt waeren, hebben verbeurt zess carolus gl. te bekeeren als boven. | |
Van meer dan twee tappen te hebben ende van voere ende naer de clocke vuijt te vuren bier.xv. Item dat van nu voirtaene elck briedere nijet meer dan twee tappen en sal moghen hauwen binnen | |
[pagina 431]
| |
de voirs. stadt ende heurder vrijheijt, die hij gehouden sal zijn inden waerdeders boeck te doen scrijven, al eer hij hem bier sal moghen leveren. Dat zij oijck egheen bier den gevrijden persoonenGa naar voetnoot(1) binnen der voirseijder stadt en selen moghen leveren noch vuijt vueren, doen noch laten vuijt vueren, noch leveren, dan bij schoonen dage ende bij eenen geswoirene kerreman oft cruijwagenere, die de voirs. stadt jerst sal eedt gedaen hebben. Dat deselve kerreman oft cruijwagenere gehouden zullen zijn jerst dbier te visiterene ende te proevene dat zij vueren sullen. Ende zoe verre zij bevonden dat daer jnne anders geleeft waere dan naerder Ordinantien behoirde, dat zij tselve den Rentmeesteren der voirs. stadt ten tijde zijnde zullen moeten condighen, om daeraff de boeten genomen te worddene naden onderscheede als boven. Ende zoe wije hier jnne gebreckelijck bevonden wordde, die sal verbeuren aen elck vat sess karolus gl. te bekeerene jn drij en als voirs. | |
Dat men egheen bier noch min noch meer en sal moghen vercoopen dan xxiiij strs.xvj. Item dat de voirs. brieders heur bier dwelck zij binnen der voirs stadt oft heurder vrijheijt sullen willen vercoopen met vaten, ende voerder assijzen nijet min noch nijet meer en sullen moghen vercoopen noch gheven dan XXIIIJ st. elck ame, behoudelijck nochtans ende wel verstaende dat de voirsrevenen brieders heurlieden tappers wel sullen moghen gheven de tellevaten, te wetene het twintichste vat, sonder meer. Desen sullen deselve brieders noch nijemandt van heuren weghen den exempten gevrijden, noch buijten persoonen egheen bier mo- | |
[pagina 432]
| |
ghen leveren noch laten volghen, ten zij dat zij dat jerste sullen hebben doen affscrijven bij den ghenen die vander stadt weghen daertoe gestelt ende geordineert sullen zijn, achtervolgende der ouder coustumen. Ende zoe verre ijemandt hierjnne gebrekelijck bevonden wordde oft eenich bedroch dade, oft bij zijnen wetene liet gheschieden, dat die verbeuren sal telcker reijsen XXIIIJch. carolus gl., te bekeerene als boven. Ende tot dien tselve bier tot proffijte vanden aenbrengere.
(Vervolgt.) |
|