Onze Platen.
Het beroemde Steen te Antwerpen (tegenwoordig museum van oudheden), waarvan wij hier twee afbeeldingen geven, is bekend als een ‘oud gevangenhuis’. 't Is evenwel onzeker of de oorspronkelijke bouw wel daartoe heeft gediend, want in de laatste middeleeuwen kwamen te Antwerpen, zoowel als te Gent en elders, gebouwen genoeg voor, aan den omtrek of zelfs binnen in de stad gelegen, welke al het aanzien hadden van een kasteel, met grachten en bruggen.
Zeker echter is het, dat bij de oudste vermelding van Het Steen, reeds in 1303 voorkomende in Jan Boendale's Brabantsche Yeesten (D.I. Bk. V.v. 410) de Steen reeds als een gevangenhuis wordt aangeduid. Deze mededeeling wordt bevestigd door twee inschriften op het binnenhof aldaar te lezen, waaruit blijkt dat in de 15e eeuw het gebouw reeds lang tot gevangenis strekte.
Ja, Het Steen was zelfs de gevangenis bij uitnemendheid; het was door den naijverigen magistraat bij boete verboden een misdadiger elders dan op het Steen gevangen te houden.
Het gebouw, zooals het op onze plaat 1 is afgebeeld, is datgene wat op den grondslag van het oorspronkelijke (waarvan de herinneringen verloren zijn), ten jare 1520 nieuw is opgetrokken. De geschiedschrijver Gramaye vermeldt ons dat: ‘Carcer publicus est sub annum 1520 a fundamentis restauratus’.
Het bestond hoofdzakelijk uit drie deelen: 1. De Poorterskamer, namelijk 5 kamers met kapel; 2. het Gemeene Steen en 3. de Diefputten of onderaardsche kerkers. In de Poorterskamer betaalde de gevangene zijne kost, in 't Gemeene