aanmerkingen zouden wij willen maken; b.v. de afwisseling van het toonteeken in Caésar, Caesdar, naar eisch van het vers (zie bl. 1, 174, 193, 194), Cúpido, voor Cupīdo 9; de verandering van het rythmus op bl. 21, die mij niet gelukkig voorkomt.
Doch dit zijn onbeduidende kleinigheden, welke aan de waarde van het geheel niet veel afbreuk doen.
't Is niet te verwonderen dat de keurraad voor den vijfjaarlijkschen prijs van letterkunde het werk beschouwde als een dergenen, welke voor de bekroning in aanmerking zouden kunnen komen.
Premiers Principes d'Economie politique par Charles Périn. Paris, Librairie Victor Lecoffre, 1895.
Een kort en bondig handboek der Staathuishoudkunde, in katholieken geest, door een ervaren en kundig man geschreven, werd sedert jaren te vergeefs gewenscht en gezocht.
Bovenstaand werk van den rustenden hoogleeraar voorziet op uitstekende wijze in deze lang gevoelde en betreurde behoefte. Hij voegt de verspreide deelen der wetenschap in zijne vorige werken breedvoerig behandeld, hier tot een stelselmatig geheel samen, en beschouwt de vragen bij het volle licht der eerste beginselen; niets is trouwens meer geschikt om bij den lezer eene vaststaande, wetenschappelijke overtuiging te wekken.
Het is voorzeker noodzakelijk op het gebied der staathuishoudkunde rekening te houden met geschiedkundige feiten en de vruchten der ervaring; maar men vergete niet te midden van den overvloed der verschijnselen en daadzaken, dat ook deze wetenschap, hoezeer aan de ervaring verbonden, hare beginselen en algemeene grondregels heeft. In het licht der gebeurtenissen van den laatsten tijd gaan veler oogen open, en beginnen waarheden in te zien, welke men vroeger in hooge en lage kringen, in de wetenschap en in de arbeidsklasse niet wilde erkennen. Geen betere dienst kan men der katholieke wetenschap en aan hare instellingen bewijzen dan hare grondbeginselen in het volle daglicht te stellen.
Volgens den heer Périn neemt de economie tot uitgangspunt de hoogste waarheden op welke het menschelijk leven rust. En men verwondere zich niet dat ter gelegenheid van de leer van den rijkdom, de schrijver de diepten der geestelijke wereld en de geheimen der ziel peilt. Want de geest beweegt de stof, de stoffelijke wereld is een beeld der onstoffelijke en geestelijke; wanneer de mensch door zijn arbeid op de stof den stempel der waarde drukt doet hij niets anders, dan aan de beginselen der hoogere orde eene stoffelijke uitdrukking geven. De maatschappij leeft even als het individu door den geest; zij houdt zich staande en ontwikkelt hare krachten of gaat achteruit en lijdt aan gevaarlijke kwalen naarmate haar geestelijk leven bloeit of kwijnt.
Deze beginselen staan lijnrecht tegenover de grondstellingen