Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 8
(1895)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 611]
| |
Gedachtenis.Ga naar voetnoot(1)Graaf Maurin Nahuys.De Dietsche Warande heeft eenen harer ieverigste medewerkers, eenen harer wakkerste bestuurders, de wetenschap der penning-, munt- en wapenkunde eenen harer bekwaamste beoefenaars, de vrienden van graaf Nahuys eenen door en door edelaardigen vriend door den dood verloren. Graaf Maurinus, Theodorus, Cornelius, Florentius Nahuys van Horstmar Ahaus was geboren te Utrecht, op den 4en November 1832. Hij bekleedde langen tijd het ambt van bureauchef op het raadhuis zijner geboortestad, doch verplaatste zich later naar Wiesbaden, dewijl zijne gezondheid ondermijnd was door de verpleging der overstroomden te Veenendaal in 1855 en der choleralijders in 1866. Wij vinden hem vervolgens te Brussel. Hij hield zich aldaar met meer toeleg dan ooit met zijne lievelingsvakken bezig: hij verdedigde in een aantal fransch-geschreven artikels met kracht en ijver de eenheid van muntstelsel en was de ziel der Conférence monétaire internationale van het jaar 1867. Een aantal genootschappen als de Académie d'archéologie de Belgique, het Institut grand ducal de Luxembourg, enz. boden hem het cerelidmaatschap aan; het Historisch genootschap te Utrecht, het Genootschap voor statistiek, het Nassanische Geschichtsverein te Wiesbaden telden hem onder hunne leden. Het numismatisch genootschap Adler vereerde hem met het eerelidmaatschap; hij was de grondlegger van het tijdschrift De Heraut. Ook was hij de algemeene vertegenwoordiger van België voor het italiaansch | |
[pagina 612]
| |
heraldisch instituut, waarvan hij te voren (1874) eerelid was benoemd. Een gouden medalje met zijne beeltenis werd hem door een internationaal comité ter erkentenis zijner groote verdienste in 1890 aangeboden. Eene onafzienbare reeks van groote en kleine historische en archeologische opstellen volgde daarop, niet alleen in de Revue denumismatique, maar ook in het Jaarboek uitgegeven door de Société d'archéologie de Bruxelles, waarvan hij een der stichters en herhaaldelijk voorzitter was, onder de hooge bescherming van Z.M. Leopold II en het eerevoorzitterschap van den graaf van Vlaanderen. De voornaamste door hem geschreven werken strekten zich uit over de jaren tusschen 1856 en 1890. Daaronder komen voor: De Geschiedenis der penningen en munten onder de regeering van Lodewijk Napoleon, koning van Holland, 1856. Histoire numismatique. Levensschets van du Marchie van Voorthuizen, 1869. Geschiedenis der Nederlandsche penningen en munten onder het Fransche Keizerrijk, 1863, Onbeschreven gedenk- en legpenningen, betrekkelijk de zeventien provinciën der Nederlanden. Kort historisch overzicht der spaansche Staatsomwenteling van September, 1868, 4 deelen 8o, 1873-1880. De Nederlandsche muntvraag in betrekking tot de internationale muntcirculatie, 1873. Gedenkpenningen van Nederlandsche kunstenaars uit de XVIe eeuw en Munt van Orchimont, 1893. Een aantal dezer werken zijn door hem zelven met vaardige hand verlicht. Verder schreef hij een groot getal levensberichten van beroemde muntkenners en uitvoerige geslachtslijsten en stamtafels van een tal belangrijke personen, welke opstellen in de jaargangen 1888 tot 1894 der Dietsche Warande te lezen zijn. Hij stierf na eene lange, pijnlijke ziekte, met stillen moed en onderwerping gedragen. Kort voor zijn dood voleindigde hij Histoire numismatique du Royaume de Westphalie en een Supplément op zijne Hollandsche muntgeschiedenis. Zijn aandenken zal bij het bestuur nog lang, lang in eere blijven voortleven! Requiescat in pace. A.T. |
|