Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 5
(1892)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |
Omroeper.Vlaamsche beweging. In de Kölnische Volkszeitung van den 25n December (Bijlage) komt een hoogst belangrijk, uitgebreid artikel voor, getiteld: Die Vlämische Bewegung. De schrijver doorloopt kortelijk de geheele geschiedenis van het gebruik der nederlandsche taal in België, van de oudste tijden tot op heden. Hij toont aan dat in vroegere eeuwen het fransch wel door de fransche staatkunde in Vlaanderen werd gehandhaafd, doch dat in geene eeuw de taal zoo zeer door een groot deel der bevolking van België zelve is miskend als in de negentiende eeuw. Hij verdeelt de strijders voor de taal in onzen tijd in verschillende groepen. 1. Een groep mannen, welke zonder anderen wensch dan de handhaving der taal in vlaamsche reden hunne gedachten verkondigen 2. Dezulken, welke het katholicisme in de vlaamsche beweging vreezen. 3. Dezulken, die omgekeerd het protestantisme in de nederlandsche taal zien spoken. 4. Zulken die de taal bevorderen uit eerzuchtige, persoonlijke inzichten. De heeren de Beucker, Hendericx, Hiel, Josson, Pauwels, PrayonGa naar voetnoot(1) van Zuylen, Reinhard en anderen werden onder de edelste voorvechters genoemd.
De Roman. Voordracht van den heer Dr. A. Snieders in de Vlaamsche Academie is verschenen. De schrijver doorloopt de geschiedenis der 19e eeuw, en betracht met treffelijke gronden dat aangewonnen wetenschap dienstbaar moet worden gemaakt aan het kunstwerk dat men den Roman noemt. Aldus hebben het alle groote romanschrijvers begrepen.
Kunstcredo. Voordracht van Am. De Vos gehouden op het letterkundig congres te Gent. Het is een opstel van zeer fraaien stijl en overtuigd geschreven, al stemmen wij ook niet in met de daarin ontwikkelde kunsttheorie. | |
[pagina 124]
| |
Karel de Goede. Verschenen: Galbert de Bruges, Histoire du meurtre du comte de Flandre Charles le Bon (1127-1128), suivie de poésies conten poraines sur cet événement, publiée avec introduction et notes par H. Pirenne. Paris, Picard, 8o XL, 205 pp. fr. 6 (Collection de textes).
Frans de Cort. De vriend van den huize roept nogmaals de aandacht op het borstbeeld voor Frans de Cort, den geliefden dichter, waarbij wij gaarne onze stem ter aanbeveling verheffen.
Wat leest men? De Nederlandsche Spectator doet in No 49, 1891, een verzoek aan zijne lezers, hem op te geven, welke werken (ongeveer) van nederlandsche schrijvers hen het meest aangetrokken en geboeid hebben. De Spectator wil daaruit den geest en den smaak van zijne lezers en hierdoor die van 't lezend publiek in 't algemeen leeren kennen.
Benoit. De Précurseur deelt mede, dat Peter Benoit de laatste hand legt aan een lyrisch drama, getiteld Karel van Ghelder. De tekst is afkomstig van den heer Frans Gittens. In Januari zal het te Antwerpen worden opgevoerd.
Almanak. Deutschnationales Jahrbuch herausgegeben von Karl Pröll. Berlin, Hans Lustenöder. 156 blz. met platen. Wij wijzen in dit lieve boekje, op fijn papier gedrukt, en zeer verzorgd, op het artikel: ‘Warum vernachlässigt man in Deutschland die Vlamen,’ van Karl Krämer. Het antwoord is: de oorzaken zijn vele, maar vooral deze: dat de Vlamingen in Duitschland te weinig bekend worden. A governo, mijne vrienden! Men ziet den goeden wil des schrijvers.
Dürer. Te Keulen is eene prachtige tentoonstelling gehouden van werken van Albrecht Dürer: kopersneden in zeldzame afdrukken, als deelen der Passie, H. Familie ‘met de hagedis’; van lateren tijd . H. Maria, de Apostelen, H. Christophorus, de groote en de kleine Fortuna, enz. De Melancholia, de onafgewerkte Vier Temperamenten, enz. Houtsneden: De 15 voorstellingen uit de Apocalypsis (gesneden toen Durer slechts 27 jaren oud was), de groote en de kleine Passie, enz. enz. Deze tentoonstelling is voorzeker eene vrucht der studie van Albrecht Du͘rers werken van specialisten in dit vak, als de opperburgemeester L. Kaufmann, te Bonn, Dr. Sträter te Aken, enz. Men vergelijke hierbij de studie van Dankó over de Vier Temperamenten in de Dietsche Warande, 1888, bl. 349, vlgg.
Vlaamsche Academie. In de laatste zitting werd de eerw. heer J. Bols tot werkend lid verkozen.
Nederlands Akademie. In de laatste zitting droeg Dr. H. Kern eenen brief voor van Anguetil du Perron, aan G. Camper, destijds predikant in Indië, over twee koperen oorkonden uit Malabar. | |
[pagina 125]
| |
Museum te Weenen. Het nieuwe ‘kunsthistorische’ Museum, waaraan twintig jaar gewerkt is, werd in October voor het publiek geopend. Men zegt: de pracht daarvan stijgt boven alle Europeesche museums uit. Aan het plafond der groote trap heeft Munkaczy De verheerlijking der kunst geschilderd. Het lijnwaad daartoe is bijzonder geweven, en voor het weeftouw een bijzonder huis gebouwd!! De drie Rs (Raffaëlle, Rembrandt, Rubens) worden aldaar hoog vereerd! Enz. Enz. Men ga en zie!
Galerij-Kums. De heer Armand Kums, de zoon van den welbekenden Eerenconsul (consul honoraire) des hertogs van Saksen-Koburg-Gotha, heeft zijne schoone kunstgalerij voor het publiek geopend. Dit strekt den bezitter tot eere en de stad tot versiering. Uit alle scholen vindt men hier schoone werken vereenigd. Opmerkelijk is de fransche school vertegenwoordigd; maar Brozik, Munkaczy, Dyckmans, Dou, De Keyser, F. Hals, Netscher, Memlinc, enz. enz. zijn hier in prachtexemplaren te vinden. Daarbij is de heer Kums nog de gelukkige eigenaar van twee koninklijke, russische vazen, een aantal kunstvoorwerpen in zilver en brons, twee prachtige lvoren bekers, en honderd andere bewonderenswaardige zaken. Eene zeer begaafde dame des huizes heeft daarbij de geschiedenis der schilderijen beschreven, welke met de uiterste welwillendheid aan den ernstigen en kunstlievenden bezoeker mondelijk wordt medegedeeld. |
|