De eerw. P. Alff toetst aan de regels der kritiek de verschillende zienswijzen der nieuwere geleerden omtrent den oorsprong van het boek.
Ten slotte vergelijkt de eerw. heer Callewaert het geschrift met de werken van den H. Cyprianus, en bewijst dat de Berlijnsche hoogleeraar Harnack zich schromelijk vergist, wanneer hij uit de ‘citationweise’ van den schrijver wil afleiden, dat deze de apostolische Brieven met minder eerbied behandelt, dan de overige boeken der H. Schrift.
Het is hier niet de plaats om ieder der genoemde verhandelingen wetenschappelijk te onderzoeken, en over hare waarde een oordeel te vellen; het zij genoeg te zeggen dat de schrijvers hunne taak ernstig opgevat en zorgvuldig volbracht hebben. De lezer zal zich overtuigen dat zij noch tijd noch moeite spaarden om de duistere punten op te helderen, het zekere van het onzekere, de feiten van de gissingen te onderscheiden, om de waarheid zoo nauwkeurig mogelijk te achterhalen. Vrij van vooroordeelen en vooraf opgevatte meeningen, zoeken zij onpartijdig op de gestelde vragen te antwoorden.
Het laatste hoofdstuk vooral is een voorbeeld van ernstige, wetenschappelijke discussie. De argumenten van prof. Harnack worden in alle hunne kracht ontwikkeld, met scherpzinnigheid gewikt en gewogen en veel te licht bevonden, om de gewaagde bewering van den hoogleeraar te schragen.
Het boekje strekt den leden van het jonge Seminarie tot eer, en bewijst dat hunne leiding aan bekwame handen is toevertrouwd.
A.D.
Fietjes verloving, door A. Stinde, uit het hoogduitsch vertaald door Gerard Keller. Arnhem en Nijmegen, E. en M. Cohen, 1891.
Het is een waar genot een dergelijk boek aan te kondigen, wanneer wij dagelijks ondervinden dat zoo velerlei wat voor de leestafel bestemd is, zweeft, tusschen onzin, gebrek aan menschenkennis, jacht op effect, of op meer verwerpelijk zinnelijk genot.
De sentimenteel-dichterlijke geest zal door Stinde niet geroerd worden; maar hij wien trekken van gezond verstand, klaarheid van gedachte, nuchtere eenvoudige, maar waar menschelijke gevoelens meer waard zijn dan dichterlijke onzin, zal dit boek bewonderen. Het is een boek vol levenswijsheid, waaruit oud en jong machtig veel leeren kan, het geeselt op humoristische wijze allerlei valschen smaak en velerlei vooroordeelen van onze dagen.
De vertaling is doorgaans uitmuntend. Hoogduitsche zinswendingen kan men ternauwernood terug vinden. Slechts enkele germanismen komen voor, zooals ‘Instijgen’ voor ‘Instappen’, e.a.m. De vertaler schijnt ‘Die Krämpler’ voor eenen familienaam te houden; ‘Krämpler’ is ondertusschen ‘blikslager’; de familie Muller wordt dus hier bedoeld. Een volzin als op bl. 16: ‘De beteekenis van dit... feit is van de grootste wetenschappelijke beteekenis’, is eene uitzondering.
Drukfouten (zooals verteldt) zijn zeldzaam. In één woord, Fietjes