Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 4

[p. 300]

Schilderkunst.
G. Guffens' kunstwerkplaats.

EENE der beste nieuwigheden in het hedendaagsche kunstleven is de gewoonte, die meer en meer veld wint, bijzondere, kleine tentoonstellingen te houden van de werken eens enkelen meesters. Gelijk een concert een des te harmonischer indruk zal maken, naar mate de verschillende stukken meer samenhang hebben, aan eenen enkelen meester ontleend zijn, en daardoor een algemeen karakter dragen, zoo zal ook een zeker getal van schilderijen des te beter genoten kunnen worden, naarmate wij bij de beschouwing minder door verscheidenheid van stijl, van opvatting en zienswijze, van koloriet, worden gestoord. Een enkel, deugdelijk kunstwerk moest eigenlijk nimmer te gelijk met andere werken worden opgehangen aan eene en dezelfde wand.

Van de eene zijde gaf de Cercle artistique aan sommige meesters gelegenheid hunne werken te doen kennen; van de andere zijde openden velen hunne kunstwerkplaats voor de wezenlijk belangstellende beschouwers.

Zoo deed het reeds herhaaldelijk de kunstenaar G. Guffens, die zich zoo beroemd maakte door de verheerlijking van St. Georg te Antwerpen, van de kerk te St Nicolaas, van het raadhuis te Kortrijk en (helaas!) de beurs te Antwerpen. Sedert die heerlijke dagen zien wij het publiek en... de bestellingen niet vooruitgaan, niet opstreven! Guffens is heden vooral portretschilder, maar in dit vak toont hij, evenveel geweten, toeleg, takt, fijnen smaak als in de aloude, vroegere werken van anderen aard.

Wij hebben bij den meester een twaalftal nieuwe portretten bewonderd; daaronder kwamen voor, de Ridder en mevrouw de Corswarem, van Hasselt, de jonggetrouwde Gravin Legrelle, geboren van den Branden de Reeth, Mejonkvrouw de Theux, dame van het heilig Hart te Jette, wijlen de heer Nagels, van Hasselt, wijlen mevrouw Siret, het portret van den meester zelven en vele anderen.

Welk eene gratie heeft de schilder in die vrouwenportretten uitgedrukt; zwier zonder gemaaktheid, keurig gekozen kleeding, zinnebeeldige achtergronden, eenvoudigheid van uitdrukking, vermij-

[p. 301]

ding van alle eigenlijke pose, en dat alles in onberispelijke teekening, in een sprekend, helder koloriet, wel wijselijk berekend op de plaats waar de portretten zullen opgehangen worden!

Daarnevens geeft de kunstenaar ons nog eenige vruchten van zijn penseel aan de gewijde historie ontleend, te genieten: de dood van den heiligen Hermann, omgeven van groepen zijner orde, waarvan Guffens zoo recht de eischen verstaat. (Men denke aan de verlichting der beurs, enz.) Tweemaal Christus: eens als rechter, eens met het zinnebeeld van het heilig Hart, een liefelijk portret van H. Berchmans, enz. enz.

Mochten nu andere kunstenaars het voorbeeld van dezen meester volgen en door dergelijke kleine tentoonstellingen hunne kunstgenooten, vrienden en andere liefhebbers verkwikken en veredelen.

Alb. Th.