| |
| |
| |
Vondel und kein Ende! I.
Vondels familie en zijn geboortehuisGa naar voetnoot1,
door
Mevr. Lina Schneider (Wilhelm Berg).
1.
Aan den Heer Alberdingk Thijm, te Amsterdam.
Mijn eerste openbare lezing in mijn nieuwe ‘Heimath’, in Keulen, moest een bewijs van liefde en dank voor uwen grootsten dichter en voor uwe natie zijn, die mij, de vreemdelinge, zooveel liefde, geluk en eerbewijzen geschonken heeft. Vondel zelf, als mensch en als dichter, wilde ik zijn geboortestad wat nader brengen. Wanneer ingespannen oplettendheid van een zeer talrijk publiek, wanneer geheel en al ongewoon rijke bijvalsbetuigingen, en later herhaalde nadere informaties omtrent den in Keulen geboren dichter, wanneer van hoogst beschaafde zijde verlangde herhaalde reciteering van enkele vertalingen van zijn gedichten, - zulk een beweering staven kunnen, zoo mag ik gerust zeggen: mijn voornemen is in volle mate gelukt.
Ik hield het voor mijn plicht, nadere inlichtingen zoo mogelijk uit oorkonden geput, over het geboortehuis van Vondel,
| |
| |
over zijn eerste levensjaren hier, en over zijn familie, te winnen. Met de grootste bereidwilligheid verleende mij de Archivaar van het Keulensch Stads-archief, Mr. Ennen, voortdurende hulp; hij opende mij de doops- en huwelijksregisters van de Nederlandsch-Gereformeerde gemeente uit de 16e eeuw; zoo dat ik in staat ben, iets naders omtrent de familie van onzen dichter, hoofdzakelijk over een Susanna van den Vondel mede te deelen. Helaas gaan deze registers slechts tot 1592 terug, zoo dat de oorkonde van de geboorte Vondel's zelf ontbreekt; de boeken zijn zoek geraakt, doch geef ik de hoop niet op, ergends iets uit vroeger tijden te vinden. Ziehier alvast wat ter mijner kennis is gekomen.
In het register, zoo als het op het Keulensch archief berust, vinden wij de huwelijksaangift van de bovengemelde Susanna en de doopsakten van haar 3 kinderen; terwijl ook haar naam, meermalen, als peettante bij kinderen van geachte gereformeerde familles genoemd wordt. Mijn eerste hoop was natuurlijk, eene tot nu onbekende oudere zuster van Vondel ontdekt te hebben. Slechts de jaargetallen deden eenigen twijfel in mij oprijzen. Zij is namelijk Ao 1594 reeds in den echt getreden, wat ons tot de veronderstelling brengt, dat zij voor 't minst in 1578 geboren zijn moet; daar ze niet voegelijk jonger als 16 jaren zijn konde, als zij den huwelijksband met Fransois Provoost sloot. Is het juiste jaar der uitwijking naar Duitschland vast te stellen, zoo is met zekerheid op te maken, of onze nieuw opgedolven Susanna de zuster van onzen Joost zijn kan.
Kon zij dit den jaren na niet zijn, zoo opper ik een ander vermoeden: dan zal ze de zuster van Vondels vader geweest zijn. Haar vader stamt, na preciese en duidelijke aangift in haar huwelijksakte, ook uit AntwerpenGa naar voetnoot1, en heette ook Joost. Zoo
| |
| |
doende liete zich dan de famille van den dichter verder nasporen, als het tot nu toe kon gebeuren.
Misschien beweeg ik door mijn bericht een of anderen vereerder Vondels, in den Nederlanden, de zaak nader te onderzoeken.
Keeren we nog eens tot de aanname terug, Susanna zij Vondels zuster: Behalve den duidelijk geschreven naam van haar vader en diens geboorteplaats, meen ik nog een sprekender bewijs voor deze gedachte daarin te vinden, dat Susanna 1594 gehuwd is, zonder dat eenig bloedverwant in persoon daarbij tegenwoordig was. Wij weten nu, dat de famille tegen het einde van de 16e eeuw naar Holland terugkeerde. Het juiste jaar der vestiging van Vondels vader heeft men tot nog toe niet kunnen uitmaken. Eelco Eerwijs, in zijn Nalezing op Deel IV van zijne Nederlandsche Klassieken, bericht uit het Poorterboek, dat hij zich in 1597 reeds te Amsterdam bevond. Nu weten we, na het Archief-bericht van Keulen, dat de famille 1594 niet meer in Keulen was, en kunnen reeds met meer zekerheid de vestiging in Amsterdam bepalen. Want aangenomen, Vondels vader zou niet Susannas vader geweest zijn, zoo is doch niet te denken, dat bij de trouwakt vreemde getuigen waren, zoo als we nader zullen zienGa naar voetnoot1.
| |
| |
In Brandts Leven van Vondel vinden we geen vrouw van dien naam genoemd. Dit is niet zoo zeer te verwonderen; wij weten, dat deze biographie eerst in 1683 verscheen (zie Eelco Verwijs: Nederl. Klassieken, Inleiding tot Deel IV, Pag. VI). Hij heeft ons weinig of in 't geheel geene jaargetallen uit de vroegste levensgeschiedenis van den dichter opgeteekend, waarschijnelijk omdat het moeielijk, zoo niet heelemaal onmogelijk was, na verloop van bijna een eeuw, juiste jaargetallen aan te geven; des te meer, daar de dichter wel zelf geene ‘Notizen’ over zijn leven vergaderd had. Ja, als Vondel niet zijn eigen geboortejaar na het geschiedkundige moment, de dood van Maria Stuart, in het geheugen gehouden had, wie weet, of wij heden het juiste geboortejaar konden aangeven.
Van zijn kindheid ‘daar niet van te zeggen valt’, zwijgt Brandt heelemaal. Hoe zoude hij nu van den broeders en zusters, van zijn famille iets hebben moeten of kunnen mededeelen? Er waren hem slechts weinige penseelstreken tot het eerste beeld van Vondel overgeleverd. Hij gaat met een vluchtig woord over de broeders en zusters, over Klementia, Katharina, zelf over Willem heen, daar slechts onze Vondel de stof is van ‘(zijn) verhaal’. 1610 schijnt bij Brandt het jaar te zijn, van welk af hij de daten in Vondels leven precieser bepalen kan. Wij kennen uit dit jaar zijn Treurdicht over den moordt van Henrik den Grooten; in dit jaar verbond hij zich ook t'Amsterdam in den echt met Maria de Wolf.
| |
| |
In Brandts boek bevindt zich eene zinsnede, die mij altijd iets ‘poestisch’ voorgekomen is, maar die nu voor iedereen een geloofwaardigen, reëelen grondslag ontvangt. Br. vertelt: ‘Hy toonde ook groote zucht tot zyn geboortestadt Keulen; weinig jaren voor zyn doodt derwaart reizende, en zyn vermaak neemende met op de bedtsteê te klimmen, daar hy ter weerelt quam, schryvende op die stof zeker gedicht, dat hy sedert zeide vergeten te hebben.’
Leefde nu deze Susanne of een van die in 1595, -96 en -98 geboren kinderen nog, zoo is aan te nemen, dat de voornoemde ledikant in de famille verbleven is, dat Vondel bij zijn verwanten intrek nam, en daar op hetzelfde leger rustte, op welk hij het licht der werelt het eerst aanschouwd had.
In Eelco Verwijs' ‘Nederlandsche Klassieken’, pag. 81, is de later na een Artikel in de Dietsche Warande, VI, 66, 141, 257 gerevideerde note te vinden, dat Vondels dochter Anna in Keulen bij zijn ouders in het roomsch geloof zou opgevoed geworden zijn. Het is niet bekend, dat de ouders later na Duitschland terug gekeerd zouden wezen; is Anna voor korter of langere tijd in Keulen geweest, zoo heeft ze zeer zeker ook in een van de haar vermaagschapte famiiles gewoond, en deze waren allen aan het gereformeerde geloof gehecht, zoo dat niet aan te nemen valt, dat ze invloed op de katholieke richting van Anna uitgeoefend hebben.
Een eigenaardig gevoel overkwam mij, bij het doorlezen van de bladeren in het Keulsch archief. In ieder nommer zien we een ons bekenden naam uit gene hevig bewogen tijd: Schuurman, Boot, Quenthen en vele anderen.
Ik laat hier de diplomatisch getrouwe copie der op Vondels famille betrekkelijke plaatsen uit het archief volgen:
| |
Bijlagen.
1594. Den 20 Aprilis syn door Hermannus Faukelius in tegenwoordighyt van Christianus Quenthen Diaconi ondertrouwd werden Fransois Provoost f[ilius] Fransois, jongman van Antwerpen ende Susanna van de Vondel, jonge dochter fa Joos oock van Antwerpen. De bruydegom was geassisteert
| |
| |
met syn vader Fransois ende syn suster. Van des bruyds weghe heeft Cornelis Boot getuicht dattet met des vaders willen geschiet. nae gedaen verkondeningen syn sy door den dienaer van Elberfelt bevestigt worden.
1595. Den 19en February is door Hermannus Faukelius gedopt tKindt van Fransois Provoost de Jonge ende Susanna van de Vondel syn huisvrouwe, is genaemt, Catharina, getuigden Fransois Provoost de oude ende Emerentiana, huisvrouwe Cornelis Boot.
1596. Den 13 Octobris is door Hermannus Faukelius gedopt tKindt van Fransois Provoost de Jonge ende Susanna van de Vondel syn huisvrouwe: is genoemd Sara: getuigen, Peter Gellaerts ende Cecilia Provoost.
1598. Den selven (11 September) dage door Hermannus gedopt tKindt van Fransois van Zutphen ende Susanna van der Putte syn huisvrouwe, is genaemt Magdalena, getuigen Rombout de Hoetmaker, Susanna van de Vondel, huisvrouwe van François Provoost, Catharina van Leuvenig, huisvrouwe van Tobias Gillesen.
1598. Den 9 Decembris is door Hermannus Arnoldi gedoopt tKindt van Fransois Provoost ende Susanna van de Vondel syn huisvrouwe, is genaemd Fransois: getuigen Walterus del Prato en Tannekyn Ruts.
| |
2.
Voor dat ik over Vondel in 't openbaar sprak, voor dat ik zijn: Olijftak aan Gustaaf Adolf, zijne Opdragt der Maegden aen de stad Keulen voordroeg, moest ik mij eerst persoonlijk overtuigen, waar de ‘heilige plek’ zij, op welke hij ‘opgewieght’ is. De duitsche afgevaardigde Reichensperger, dezelfde, die ook gezorgd heeft, dat het beeld Vondels in de groote fresken in het Trappenhuis aan het Museum Wallraf Richartz wierd opgenomen, had ook eenige jaren geleden onderzoekingen daaromtrent laten instellen. Het resultaat van deze is echter niet van dien aard, dat wij ze als gesloten konden beschouwen. De mij door den Heer Alberdingk Thijm vriendelijk toegezonden afbeelding van het huis en den platten grond zijner omgeving, zijn niet die van het juiste huis. Men veroorlove mij, het bewijs daarvoor bij te brengen, dat door mijn stadgenoot J.J. Merlo, in zijn voortreffelijk artikel in de Annalen des historischen Vereins für den Niederrhein, Heft 23, 1871, het eerst is bekend ge- | |
| |
maakt en waarop ook Prof. van Vloten, in een artikel van den Spectator, reeds gewezen heeft.
In 1863 hebben zich verscheidene Keulensche Couranten (Bellettristische Beilage No 183 zu den Kölnischen Blöttern vom 24 Mai, Kölnische Zeitung No 159 vom 10 Juni, en Kölnische Blätter No 166 vom 12 Juny) met deze vraag bezig gehouden.
Het eerste der hier bedoelde Courantenartikelen luidt zoo als volgt:
‘JOST VAN VONDEL.
Mit Recht hat ein Artikel in No 182 der Bellettristischen Beilage der Kölnischen Blätter den grössten holländischen Dichter, Jost van Vondel, als einen Sohn unserer Vaterstadt Köln in Anspruch genommen. Für den Kölner ist es aber auch von Interesse zu wissen, in welcher Strasse und in welchem Hause Jost van Vondel das Licht der Welt erblickte. Vondels Biographen geben an, der Dichter sei in der Weissgasse oder “Wittestraat” in einem Hause genannt zur Viole geboren. Aus dieser “Weissgasse” hat man die Waisenhausgasse machen wollen; es ist dies aber ein Irrtbum, und unter der Weissgasse ist die Grosse Witschgasse zu verstehen. In der Grossen Witschgasse lag das Haus zur Viole. Im Jahre 1575 wurde dasselbe zu Gunsten des Harnischmacheramtes mit einem Capital van 200 Goldgulden beschwert. Es lag in dem Theil der Witschgasse, welche zur Pfarre St. Johann gehörte, und war, wenn man an St. Matthias in die Witschgasse eimbiegt, das siebente Haus. Die Eltern unsres Dichters haben dies Haus erst nach dem Jahre 1582 bezogen; denn im Jahre 1582 stand dasselbe leer. Ein Verzeichniss des genannten Jahres führte dasselbe nämlich mit folgenden Worten auf: “Item ein Hauss zur Fyolen benentt, dem Licentiato Gerlich zustendig, ist verschlossen gewesen.” - Sollte nicht durch eine einfache Gedenktafel angezeigt werden, wo der Grösste Dichter der Holländer geboren wurde?’
Dit zevende huis, abusivelijk als het geboortehuis aangewezen, vertoont de in de D. Warande geleverde afbeelding.
Dat deze aanduiding niet gelukkig was, bewijst Merlo na de
| |
| |
zoogenoemden Schreinsbüchern (Bezirksbüchern), die de zekerste bron voor de topographie Keulens zijn:
Door de kleine straat, welke heden Matthäusstrasse genoemd wordt, ofschoon haar juiste naam ‘St. Matthias’ was, komt men in de groote Witschgasse. Aan den hoek van beide straten lag het ‘Absteigequartier’ (pied à terre) van de Cistercienserabdij Heisterbach, in wier muren de beroemde Cäsarius van Heisterbach leefde, die in zijn Dialogus Miraculorum van het verhaal gewaagt, dat de stof van het hoogpoetisch mndl. gedicht BeatrijsGa naar voetnoot1 is. De abdij verwierf spoedig meer grondeigendommen; in 1346 b.v. nog 3 huizen in de Witschgasse, die onmiddelijk naast hun ‘Absteigequartier’ lagen. Daartoe behoorde, naar oorkonde uit het Schreinsbuch AirsbachGa naar voetnoot2: Witschgasse in het voornoemde jaar: het huis ‘zur Fyolen’. ‘Notum sit quod francaui quondam filio Johannis de turri cessit ex morte patris sui predicti domus vocata ad fiolam, etc.’
De eerste losmaking van dit huis ‘znr Viole’ uit den bezit der abdij vond plaats in 1455. Op den dag ‘Datum Anno domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo quinto die ex. mensis septembris,’ zegt het boek Airsbach: Witschgasse, dat Broeder Heinrich Steuen procurator ind vurgenger des gotzhuyss zo heisterbach ordens Cisterciensis van Macht syns procuratoriums van synen oeuersten bezegelt in desem Schryne lyghende desseluen gotzhuyss huys genant zo der Fyolen, wie sy darome vur MCCCXLVJ geschreuen steent gegeven ind erlaissen hait Hinrich Plaetzen ind Lysgyn syne eligen Wyue.’
In de 16 eeuw vinden wy als bezitter:
1507, |
13 Martij: Marie van Manheym. |
1521, |
2 Octobris: Heinrich Roemdiebanck, Schiffer. |
1543, |
Matera van Wan, Schiffer. |
1576, |
Johann Dunfelt. |
| |
| |
1579, 14 Martij (Airsbach: Textorum) werden de kinderen Johann Dunfelt's in ‘das alinge (ganze) haus gnant zu der Violen gelegen jn der Witzgassen’ ingeschreven.
1585, 10 Decembris volgt de overdraging van wege Vrouwe Gertruid Dunfelt, met goedkeuring van haar echtgenoot Johan GerlichGa naar voetnoot1, Licentiat der Rechte, aan Agnes Wilss. Deze laatste was dus bezitterin van het huis ter tijd als de famille van den Vondel hetzelve in huur had.
Maar hoe is het door Merlo als het juiste huis aangeduide als zoodanig te herkennen? De twee naast den ‘Heisterbacher Hof’ liggende huizen, die tusschen het hoekgebouw en het als het huis ‘zur Viole’ aangewezen huis stonden, die later bij het territorium van den Heisterbacher Hof ingelijfd werden, hebben, volgends de door ons vermelde ‘Häuserverzeichniss’ in 1582 nog bestaan.
Er woonden daar:
‘Wilhelm Driesseler (Drechsler-draayer) und Steffen Wytt, Schneider’.
Hierop volgt: ‘item ein Hauss zur Fyolen, enz.’
Naar dit door Merlo evenzoo grondig als scherpzinnig aangedrongen bewijs, is dus het huis in de groote Witschgasse, hetwelk zich aan het diep in de Witschgasse inloopende hoekhuis (heden een brouwerij), aansluit, het beroemde huis. Die veronderstelling vindt volgends Merlo nog een bevestiging in volgende omstandigheid: De namen van de bezitters van het huis, die wij boven opgaven tot aan de tijd, toen Vondels ouders daar gewoond hebben, worden in het ‘Schreinsbuch’ tot 1797 vervolgd. In dit jaar vinden wij op 12 Januarij:
‘Kund sei, dass wir in kraft decreti ad librum vadimoniorum dato presenti registrati den fridrich Nelles und frau Margareth Weissers Ehelente geschrieben haben an den im vornoto gemelten Eigentumm (eines Hauszes zur Viol in der Witschgasz ge- | |
| |
legen) gestalten mit recht zu haben. Datum ut supra.’ Nu wijzen de gedrukte ‘Einwohnerverzeichnisse van 1813, 1822 en 1841 een zekeren Gottfried Nelles als bewooner van hetzelve aan, die men doch wel voor een nakomeling van den Friedrich Nellen, die de laatste bezitter van het Huis ‘zur Viole’ in het jaar 1779 was, moet houden. Eenige jaren geleden, is het tot een pakhuis omgebouwd, en wordt daarvoor tegenwoordig door het Keulensche handelshuis Isaak Kappel gebruikt.
In de oorkonden vinden wij de spelling Fiole en Viole afwisselend gebruikt, edoch de eerste meer in de oudste stukken. Door die verouderde spelling zou het twijfelachtig zijn, of de bloem, het muziekinstrument, of een Phiool (glazen fleschje) daarmeê gemeend is. Merlo zelf, steunend op des dichters eigene toespelingen op den naam van zijn geboortehuis in Olijftak op Gustaaf Adolf, en in het gedicht: Geboortklock van Willem van Nassau, staat de meening voor, de bloem zij met dien naam bedoeld; Mr. Ennen gelooft voor de beteekenis des woords als muziekinstrument te moeten stemmen. Ik voor mij geloof, dat wij (met Vondel) de bloem vasthouden moeten, die dan ook op het voetstuk van het standbeeld te Amsterdam is uitgebeiteld.
Het huis maakt, in zijn hedendaagsche gestalte, niet den indruk van een dichterwieg. Met eenige van mijn leerlingen, jonge Hollandschen, stond ik voor het ‘pakhuis’; verbaasd zagen de bezige werklieden onze opmerkzame beschouwing van het hoogst prozaische huis. Ik ben er zeker van, laat ik liever zeggen, ik hoop, dat ik er spoedig in zal slagen, een gedenktafel aan het huis bevestigd te zien. Maar zal ze aan dit huis komen, zoo als het nu is? - Dit huis moet Nederland zich als eigendom verwerven, als het maar eenigzins mogelijk is. Het moet omgebouwd, bewoonbaar en tot verhuren ingericht worden, waardoor de procenten van het capitaal rijkelijk gedekt worden. Een kamer of de heele benedenvloer moet aan de gedachtenis van den grooten Agrippijner gewijd zijn. Herinneringen uit die oude ‘gouden’ tijd, in welke hij leefde, alle uitgaven van zijne werken, beeltenissen, copieën van alle te vinden oorkonden tot aan de dichterbekroo- | |
| |
ning, tot aan de onthulling van zijn gedenkteeken in Amsterdam, moeten die kamer eenvoudig en waardig sieren. Ieder Nederlander, die rhijnopwaarts gaat, moet de plaats bezoeken kunnen, waarop zijn grootste dichter het licht der wereld voor het eerst aanschouwde. Die dierbare plek moet in de hoede van een opzettelijk daartoe aangestelden kastellaan komen; b.v. op de wijze, zoo als in Weimar het Schillerhuis voor de natie geopend isGa naar voetnoot1.
Allen, die ooit eenig geestesgenot in Vondels werken gevonden hebben, dragen zeer zeker tot de verwezenlijking van zulk een na de omstandigheden te schikken plan bij. Trotsch en gelukkig zoude ik zijn, als de Nederlanders mij, zoo als reeds dikwijls, in dit opzicht tot de hunnen telden, en mij veroorloofden ook mijn deel tot dit goede doel bij te dragen.
| |
II.
Vondel, op het Amsterdamsch Tooneel,
door C.N. Wijbrands.
[Wij vernemen van Brandt, dat Het Pascha ‘opentlijk voor den volke gespeeld’ werd, en, naar het schijnt, onmiddelijk bij de uitgave in 1612. Van de uitvoering van Hierusalem verwoest (1620), van de Amst. Hecuba (1625), van den Palamedes (Nov. 1625), van den Hippolytus (1629), van den Joseph in 't Hof (1635) blijkt ons, vóor het belangrijk jaar 1638, tot dus
| |
| |
verre niets. In 't algemeen is Brandt weinig volledig in zijne meêdeelingen omtrent de betrekking tusschen Vondel en het ‘speeltooneel’. Het zal dus allen Vondelvrienden zeker aangenaam zijn van den bekroonden geschiedschrijver van ons Amst. Tooneel, den Heer C.N. Wybrands, ondervolgende opgave te ontvangen van de avonden, waarop stukken van Vondel in den Schouwburg op de Keizersgracht gespeeld zijn.]
A.Th.
De Schouwburg is geopend 3 Jan. 1638.
Tijdens Vondels leven zijn aldaar opgevoerd de volgende stukken van hem:
1638. |
Gijsbrecht van Aemstel, 3, 4, 5, 10, 11, 14, 17, 21, 31 Januari; 1, 5, 9, 16 Februari. |
Josef, of Sofompaneas, 25 en 28 October, en 8 en 19 November. |
1639. |
19 Januari. |
} Sofompaneas. |
24 Januari. |
} Sofompaneas. |
22 September. |
} Sofompaneas. |
25 September. |
} Sofompaneas. |
20 October. |
} Sofompaneas. |
13 November. |
} Electra. |
17 November. |
} Electra. |
21 November. |
} Electra. |
24 November. |
} Electra. |
28 November. |
} Electra. |
1 December. |
} Electra. |
5 December. |
} Electra. |
8 December. |
} Electra. |
1640. |
28 Januari. |
} Josef in Egypte. |
29 Januari. |
} Josef in Egypte. |
31 Januari. |
} Josef in Egypte. |
4 Februari. |
} Josef in Egypte. |
5 Februari. |
Josef in Egypte. |
7 Februari. |
Josef in Egypte. |
4 Maart. |
Josef in Dothan. |
5 Maart. |
Josef in Egypte. |
6 Maart. |
Josef in 't Hof. |
11 Maart. |
Josef in 't Hof. |
29 October. |
Electra. |
15 November. |
Electra. |
26 December. |
} Josef in Dothan. |
27 December. |
} Josef in Dothan. |
28 December. |
} Josef in Dothan. |
31 December. |
} Josef in Dothan. |
1641. |
7 Januari. |
} Josef in Dothan. |
10 Januari. |
} Josef in Dothan. |
21 Januari. |
} Josef in Dothan. |
23 Januari. |
} Josef in Dothan. |
24 Januari. |
} Josef in Dothan. |
8 April. |
} Gebroeders. |
9 April. |
} Gebroeders. |
11 April. |
} Gebroeders. |
15 April. |
} Gebroeders. |
16 April. |
} Gebroeders. |
18 April. |
} Gebroeders. |
20 April. |
} Gebroeders. |
22 April. |
} Gebroeders. |
23 April. |
} Gebroeders. |
15 Juli. |
} Gebroeders. |
22 Juli. |
Josef in Dothan. |
23 Juli. |
Josef in Egypte. |
| |
| |
25 Juli. |
Josef in 't Hof. |
19 September. |
Electra. |
26 September. |
Josef in 't Hof. |
27 September. |
Gebroeders. |
13 December. |
Gebroeders. |
23 December |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
26 December |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
30 December |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1642. |
2 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
6 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
9 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 Maart. |
} Gebroeders. |
11 Augustus. |
} Gebroeders. |
14 Augustus. |
} Gebroeders. |
24 September. |
} Gebroeders. |
26 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
29 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
30 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1643. |
5 Maart. |
} Gebroeders. |
9 Maart. |
} Gebroeders. |
23 Maart. |
Josef in Dothan. |
26 Maart. |
Josef in Egypte, en Josef in 't Hof. |
11 Mei. |
Josef in Dothan, en Josef in Egypte. |
18 Mei. |
Josef in 't Hof. |
25 Augustus. |
Gebroeders. |
28 September. |
Josef in Dothan. |
29 September. |
Josef in Egyte, en in 't Hof. |
30 September. |
} Electra. |
5 October |
} Electra. |
24 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
26 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
30 December. |
Gebroeders. |
1644. |
18 Mei. |
Gebroeders. |
1 September. |
} Josef in 't Hof. |
24 September. |
} Josef in 't Hof. |
3 November. |
} Josef in 't Hof. |
1645. |
9 Januari. |
} Electra. |
19 Januari. |
} Electra. |
16 Februari. |
Gebroeders. |
2 Maart. |
Josef in Dothan. |
7 Maart. |
‘De 2 dln. v. Josef’. |
10 April. |
} Josef in 't Hof. |
15 Juni. |
} Josef in 't Hof. |
2 October. |
Gebroeders. |
13 November. |
Josef in 't Hof. |
23 November. |
Gebroeders. |
21 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1646. |
1 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
11 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1 Maart. |
Josef in 't Hof. |
19 Maart. |
Gebroeders. |
28 Juni. |
Gijsbrecht v. Aemstel. |
16 Juli. |
Josef in 't Hof. |
23 Juli. |
Electra. |
26 Juli. |
Josef in Egypte. |
3 September. |
Josef in Dothan, en in Egypte. |
6 September. |
Josef in 't Hof. |
13 September. |
Electra. |
11 October. |
} Gebroeders. |
22 October. |
} Gebroeders. |
12 November. |
Electra. |
29 November. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
3 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
6 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
24 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
Gebroeders. |
| |
| |
1647. |
14 Januari. |
Electra. |
17 Januari. |
Gijsbr. v. Aemstel. |
21 Februari. |
Electra. |
25 April. |
Josef in 't Hof. |
16 Mei. |
Gebroeders. |
11 Juni. |
Josef in Dothan. |
12 Juni. |
Josef in 't Hof. |
5 Augustus. |
Gebroeders. |
1 October. |
Josef in 't Hof. |
23 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1648. |
14 April. |
Gebroeders. |
1 Mei. |
Gijsbrecht v. Aemstel. |
7 Mei. |
} Leeuwendalers. |
11 Mei. |
} Leeuwendalers. |
14 Mei. |
} Leeuwendalers. |
25 Mei. |
Electra. |
2 Juni. |
} Leeuwendalers. |
23 Juni. |
} Leeuwendalers. |
27 Juli. |
Electra. |
13 Augustus. |
} Josef in 't Hof. |
28 September. |
} Josef in 't Hof. |
19 October. |
Gebroeders. |
24 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
29 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1649. |
29 Maart. |
‘De twee deelen van Josef’. |
8 April. |
Josef in Dothan, en in Egypte. |
10 Mei. |
Josef in 't Hof. |
15 November. |
Gebroeders. |
18 November. |
‘De twee laatste deelen v. Josep in Egipten en int Hoff’. |
29 November. |
Electra. |
16 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
20 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
22 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
Electra. |
30 December. |
Gijsbrecht v. Aemstel. |
1650. |
27 Januari. |
Josef in 't Hof. |
7 Februari. |
} Salomon. |
14 Februari. |
} Salomon. |
17 Februari. |
} Salomon. |
21 Februari. |
} Salomon. |
24 Februari. |
} Salomon. |
17 Maart. |
Electra. |
28 Maart. |
} Gestrafte KroonzuchtGa naar voetnoot1. |
31 Maart. |
} Gestrafte KroonzuchtGa naar voetnoot1. |
4 April. |
} Gestrafte KroonzuchtGa naar voetnoot1. |
7 April. |
} Salomon. |
11 April. |
} Salomon. |
20 April. |
Gebroeders. |
21 April. |
Salomon. |
2 Mei. |
Gestrafte Kroonzucht. |
20 Juni. |
Salomon. |
12 September. |
Gestr. Kroonzucht. |
21 September. |
Salomon. |
23 September. |
Gijsbrecht van Aemstel. |
27 September. |
Salomon. |
13 October. |
Gestr. Kroonz. |
| |
| |
12 December. |
Gijsbrecht van Aemstel. |
19 December. |
} St. Ursel met al haar maagden. |
22 December. |
} St. Ursel met al haar maagden. |
27 December. |
} Gijsbrecht van Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht van Aemstel. |
22 December. |
St. Ursel met al haar maagden. |
1651. |
5 Januari. |
Salomon. |
9 Januari. |
Gijsbrecht v. Aemstel. |
12 Januari. |
Gebroeders. |
19 Januari. |
St. Ursel met al haar maagden. |
13 Februari. |
Gestrafte Kroonzucht. |
16 Maart. |
Salomon. |
30 Maart. |
Josef in 't Hof. |
12 April. |
Salomon. |
26 Juni. |
Gijsbr. v. Aemstel. |
4 September. |
Salomon. |
7 September. |
Gestr. Kroonz. |
2 October. |
Salomon. |
5 October. |
Gijsbr. v. Aemstel. |
16 October. |
Josef in 't Hof. |
14 December. |
Gestr. Kroonz. |
21 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
29 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1652. |
4 Januari. |
} Salomon. |
8 Januari. |
} Salomon. |
1 Februari. |
Gestr. Kroonz. |
2 April. |
Josef in 't Hof. |
4 April. |
Gebroeders. |
11 April. |
Salomon. |
18 April. |
Electra. |
7 October. |
Salomon. |
21 October. |
Gebroeders. |
24 October. |
Electra. |
12 December. |
Gijsbrecht van Aemstel. |
16 December. |
Salomon. |
19 December. |
Gijsbrecht van Aemstel. |
1653. |
10 Maart. |
Josef in Dothan. |
7 April. |
Josef in Dothan. |
3 October. |
Salomon. |
3 November. |
Gebroeders. |
11 December. |
Gijsbrecht v. Aemstel. |
15 December. |
} ‘De drij deelen van Joseph’. |
18 December. |
} ‘De drij deelen van Joseph’. |
22 December. |
} Gijsbrecht v. Amstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Amstel. |
1654. |
19 Januari. |
Salomon. |
2 Februari. |
} Lucifer. |
5 Februari. |
} Lucifer. |
(Daarop werd de opvoering van de Lucifer verboden.) |
19 Maart. |
3 dln. van Josef. |
12 October. |
Gebroeders. |
26 October. |
Salomon. |
10 December. |
3 dln. van Josef. |
24 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
31 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1655. |
15 Februari. |
Gestrafte Kroonz. |
1 April. |
Salomon. |
13 Mei. |
Gebroeders. |
19 Mei. |
3 dln. van Josef. |
12 Augustus. |
Salomon. |
NB. Van 2 September 1655 tot 31 Januari 1656 heeft de Schouwburg stilgestaan ‘ter oorsaecke van de grote pest.’ |
| |
| |
1656. |
7 Februari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
10 Februari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
14 Februari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
20 April. |
} 3 dln. van Josef. |
22 Juni. |
} 3 dln. van Josef. |
28 Augustus. |
Gebroeders. |
23 November. |
3 dln. van Josef. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
29 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1657. |
1 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
4 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
8 Januari. |
Salomon. |
5 Maart. |
3 dln. van Josef. |
4 April. |
Gebroeders. |
31 Mei. |
} 3 dln. van Josef. |
27 Augustus. |
} 3 dln. van Josef. |
11 October. |
Josef in 't Hof. |
28 October. |
} Salmoneus, of Tooneelhemel. |
1 November. |
} Salmoneus, of Tooneelhemel. |
5 November. |
} Salmoneus, of Tooneelhemel. |
8 November. |
} Salmoneus, of Tooneelhemel. |
12 November. |
} Salmoneus, of Tooneelhemel. |
15 November. |
} Salmoneus, of Tooneelhemel. |
19 November. |
} Salmoneus, of Tooneelhemel. |
20 December. |
} Salmoneus, of Tooneelhemel. |
NB. Later komt, althans tijdens Vondels leven, de Salmoneus niet weer voor. Wel vind ik in het seizoen 1658-59, zie ‘Het Nederlandsch Tooneel’. 2e Jaarg. 4e Afl. gemeld, dat werd opgevoerd Salmoneus Goden Balet. Het schijnt dus, dat het stuk niet behaagd heeft, wel het decoratief. Dat laatstgenoemd ballet evenmin later vermeld wordt, is vermoedelijk daaraan te wijten, dat men den titel der meeste balletten niet heeft opgeteekend, maar ze kortweg Een Ballet noemde. |
24 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
31 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1658. |
23 April. |
3 dln. van Josef. |
29 April. |
Salomon. |
5 September. |
3 dln. van Josef. |
9 September. |
Salomon. |
23 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
30 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1659. |
20 Februari. |
Salomon. |
27 Februari. |
3 dln. van Josef. |
1 Mei. |
Gebroeders. |
31 Juli. |
Salomon. |
27 October. |
} Electra. |
30 October. |
} Electra. |
3 November. |
} Electra. |
24 November. |
} Jephta. |
27 November. |
} Jephta. |
1 December. |
} Jephta. |
4 December. |
} Jephta. |
8 December. |
} Jephta. |
11 December. |
} Jephta. |
22 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
29 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1660. |
1 Januari. |
Gijsbr. v. Aemstel. |
5 Januari. |
} Jeptha. |
29 Januari. |
} Jeptha. |
12 Februari. |
} 3 dln. van Josef. |
31 Mei. |
} 3 dln. van Josef. |
10 Juni. |
} David in Ballingschap. |
14 Juni. |
} David in Ballingschap. |
13 September. |
} Samson. |
16 September. |
} Samson. |
| |
| |
1 October. |
Jephta. |
21 October. |
3 dln. van Josef. |
25 October. |
David in Ballings. |
9 December. |
Samson. |
23 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
30 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1661. |
3 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
6 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
10 Maart. |
} David herstelt. |
14 Maart. |
} David herstelt. |
17 Maart. |
3 dln. van Josef. |
21 Maart. |
David herstelt. |
28 April. |
David in Ballingschap, en David herstelt. |
21 September. |
3 dln van Josef. |
17 October. |
Josef in 't Hof. |
22 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
29 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1662. |
2 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
5 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 Februari. |
Josef in 't Hof. |
2 Maart. |
Jephta. |
11 April. |
3 dln. van Josef. |
12 October. |
Josef in 't Hof. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Amstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Amstel. |
1663. |
1 Januari. |
} Gijsbrecht v. Amstel. |
4 Januari. |
} Gijsbrecht v. Amstel. |
18 Januari. |
} Gijsbrecht v. Amstel. |
11 Juni. |
} Batavisse Gebroeders. |
14 Juni. |
} Batavisse Gebroeders. |
18 Juni. |
} Batavisse Gebroeders. |
15 October. |
Jephta. |
8 November. |
Josefs 3 dln. |
24 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
31 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1664. |
28 Februari. |
} 3 dln. v. Josef. |
1 Mei. |
} 3 dln. v. Josef. |
1665. |
Op het Droogbak, tijdens de verbouwing van den Schouwburg: |
13 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
15 Januari. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
9 Februari. |
Josef... (welke?) |
25 Februari. |
Palamedes. |
NB. Eerste opvoering binnen AmsterdamGa naar voetnoot1. |
12 Maart |
Edipus. |
19 Maart |
Palamedes. |
23 Maart |
Edipus. |
27 Maart |
Palamedes. |
5 Mei. |
Josef.... (welke?) |
|
Nieuwe Schouwburg. |
|
1666. |
25 Mei. |
} Edipus. |
11 October. |
} Edipus. |
25 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
30 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
| |
| |
1667. |
28 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
29 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1668. |
24 December. |
Gijsbrecht v. Aemstel. |
1669. |
8 Augustus. |
} 3 dln. v. Josef. |
12 Augustus. |
} 3 dln. v. Josef. |
12 September. |
Gijsbrecht v. Aemstel. |
26 September. |
3 dln. van Josef. |
28 November. |
} Gebroeders. |
2 December. |
} Gebroeders. |
Augustus 1873. |
12 December. |
3 dln. van Josef. |
24 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
27 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
1670. |
10 Maart. |
3 dln. van Josef. |
17 Maart. |
Gebroeders. |
1671. |
NB. Van 1672 tot December 1677 was de Schouwburg wegens politieke redenen gesloten. |
1678. |
22 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
24 December. |
} Gijsbrecht v. Aemstel. |
|
-
voetnoot1
- Zie D. Warande, IX, bl. 86. Met veel genoegen plaats ik dit stuk van de verdienstelijke vrouw, die onzer natie en onzen letteren zoo veel belangstelling gewijd heeft. Ik eerbiedig dan ook zoo veel mogelijk de eigenaardige en vaak schilderachtige stijlformen, die het Hollandsch der vertaalster van de Beatrijs en van Vondel kenmerken, al waait er de geur der hoogduitsche bergen meer door heen dan die onzer weiden en heiden.
A.Th.
-
voetnoot1
- Mij dunkt, zie Bijlage I, dat het ‘oock van Antwerpen’ slaat op Susanna, niet op haren vader. Waarom zoû zij ook niet eene in Andwerpen geboren 9 jaar oudere zuster van onzen Vondel zijn? - Misschien uit een eerste huwlijk des vaders, uit een huwlijk met eene wellicht niet Doopsgezinde vrouw? Zie de volgende noot.
A.Th.
-
voetnoot1
- Ik twijfel, of uit de afwezigheid van bloedverwanten bij de huwlijksvoltrekking van Susanna v.d.V. wel iets valt af te leiden, aangaande den graad harer verwantschap. Zeer waarschijnlijk trok Vondels vader in 1594 met pak en zak naar Holland (ik zal dit elders bewijzen). Trouwde Susanna vóor of na deze verhuizing? - Wij weten het niet. Haar huwlijk werd ingeteekend den 20 April 1594, en volkomen gereformeerd-normaal werd haar oudste kind Catharina (waarschijnlijk aldus genoemd naar de zelfde beste-moêr, die ook peettante van Vondels zuster Bruyningh zal geweest zijn) gedoopt 10 maanden later. Maar dit was niet mennoniet-normaal. Dat er 9 maanden na het huwelijk een jonge spruit komt, neemt geen christelijke gezindheid den echtelingen kwalijk; maar dat het kind gedoopt wordt strookt niet met Mennoos leer; en het huwlijk met Fransoys Provoost Junior, die gereformeerd was, zal ook niet
gestrookt hebben met 's ouden Heeren Vondels inzichten; van daar dat hij niet bij 't huwlijk vertegenwoordigd werd, al wilde hij zijn konsent niet weigeren.
Maar mij dunkt dat langer twijfel naauwlijks mogelijk is, aangaande de betrekking, waarin Susanna tot onzen Joost van den Vondel stond. Indien mijn geachte vriend Dr Scheltema bewijzen kan, dat Vondels grootvader Willem heette (A.O., IV, 153), nog met iets anders dan met de begrafenisopteekening van Sara dd. 9 Ap. 1630, waarin van een Joost Willemsen van Nyekercke levende in 1630, en geenszins van een Joost Willemsen van Andwerpen, overl. in Feb. 1608, wordt gesproken, - dan kan Susanna de zuster niet zijn van Vondels vader; want de hare heette Joost. Men heeft er ook nooit van gehoord, dat Vondels vader eene zuster meê van Andwerpen naar Keulen heeft genomen; veel minder, dat reeds Vondels grootvader met zijne kinderen zoû uitgeweken zijn. Wat is in tegendeel meer mogelijk en minder in strijd met de bekende feiten, dan dat Vondels vader, alvorens [in 1585?] te Keulen met Sara Kranen te trouwen en bij haar in 1586Ga naar voetnoot1, -87Ga naar voetnoot2, -94Ga naar voetnoot3, -95Ga naar voetnoot4, 99Ga naar voetnoot5 en 1602Ga naar voetnoot6 kinderen over te winnen, reeds vroeger in Andwerpen een eerste huwlijk had gefloten, waaruit zijne dochter Susanna dan in -7, -78 geboren kan zijn?
A.Th.
-
voetnoot4
- Een ‘kint onder den arm’ van Joost van Duyslant, begraven te Amst. O.K., 14 Jan. 1598.
-
voetnoot1
- Naam van een van de wijken der stad van nog niet genoegzaam opgehelderde etymologische afstamming.
-
voetnoot2
- Het zelfde dat door Mev. Schneider vertaald is. Dr J. Nolet de Br. v. St. heeft er eene n.-nederl. bewerking van geleverd. Dit werd ook, reeds in 1847 door mij beproefd: Legenden en Fant. bl. 36.
-
voetnoot1
- In de opgave van de huizen in 1582, rustende op het stadarchief, bevindt zich de uit de ‘Kölnischen Blättern’ van het jaar 1863 medegedeelde aanmerking: ‘Johannis Baptistae Kyrspell Witzgass’: ‘Item ein hauss zur Fyolen benentt dem Lic. Gerlich zustendigh ist verschlossen gewesen’.
-
voetnoot1
- Niemand zeg mij, dat ik eerst moest zorgen, het Goethehuis op deze wijze aan zijn natie teruggeschonken te zien. Daar werden bij ieder vereerder slechts treurige snaren aangeroerd, als daarvan gesproken werd. Er zijn hindernissen, die alle vereering tot nog toe niet in staat is te overwinnen.
-
voetnoot1
-
Gestrafte Kroonzucht. Kan dit misschien de Adonias of Rampzalige Kroonzucht zijn? Die laatste wordt nergens genoemd, en is, volgens v. Lennep, eerst in 1661 geschreven. - Of bestaat er een anders stuk, dat Gestrafte Kroonzucht heet?
-
voetnoot1
-
Gestrafte Kroonzucht. Kan dit misschien de Adonias of Rampzalige Kroonzucht zijn? Die laatste wordt nergens genoemd, en is, volgens v. Lennep, eerst in 1661 geschreven. - Of bestaat er een anders stuk, dat Gestrafte Kroonzucht heet?
-
voetnoot1
-
Gestrafte Kroonzucht. Kan dit misschien de Adonias of Rampzalige Kroonzucht zijn? Die laatste wordt nergens genoemd, en is, volgens v. Lennep, eerst in 1661 geschreven. - Of bestaat er een anders stuk, dat Gestrafte Kroonzucht heet?
-
voetnoot1
- Was de voordracht dezer dramatische satyre tegen den Prins wellicht een banket, waarop men Johan de Witt, in de loge der Bickers gezeten, vergastte, in samenstemming met zijn opzet om de Oranjepartij op den rug der Engelschen te gaan tuchtigen?
A.Th.
|