Errata en addenda.
Bl. 49, reg. 10, lees: ‘hebben de bijdragers’.
Bl. 84 staat: ‘Jufvrouw....’ lees: ‘Jufvrouw Dora’, en verg. ‘D. Warande’ III (1857), bl. 101.
Bl. 92 en 196: In het ‘Album Novitiorum’ der PP. Jezuïeten, berustend in Belgiën, leest men, namelijk, van Pater Cordiers eigen hand de volgende belangrijke bijdragen tot zijne levensgeschiedenis.
‘Ego Balthasar Cordier antverpiensis natus 1592 7 Junii ex legitimo thoro patre Joē Cordier et matre Joā van Irwerven ambol. superstitib. mercatorib. grammaticae et humaniorib. litteris operam dedi Antverpiae per 5 annos apud PP. S.J. philosophiae vero per 2 annos apud eosdem, praeceptorib. PP. Flor. Montmorencij et Petro Busaeo. Admissus sum in S.J. a R.P. Fr. Florentino’.
Aan den voet van blz. 297 staat ‘gedrapeerd; geven’ lees: ‘gedrapeerd; gekleede beelden geven’
Bl. 303, staat: ‘een vos (?) en drie lelies rangés en chef’. Deze blazoneering berust op de verschillende briefzegels der familie. De Hr Rietstap echter geeft op: van goud, met een ring van sabel, en drie lelies van de zelfde kleur.
Bl. 330, staat: ‘Eufrosius’, lees: ‘Eufrosyne’.
Bl. 335: Lees op het jaar: 1805, 15 Jan. Pypers geeft ‘Spartacus’ uit, Treurspel, vertaald naar Saurin. Het is opgedragen met een vaers aan Andries Snoek en verschijnt bij Abraham Mars, met privilegie van den Schouwburg. Het gedicht aan Snoek schijnt Pypers' zwanenzang te zijn.
Bl. 385, reg. 3 v.o. lees: ‘uitroept’.
Bl. 396, reg. 11, plaats voor ‘de’ een,
Bl. 397, reg. 2 v.o. plaats voor ‘den’ een,