Toespraak van mevrouw R. de Backer-van Ocken
Mevrouw R. De Backer-Van Ocken bracht, in haar openingsrede tot de tentoonstelling van D.e.M., drie gedachten naar voren. Wij brengen er hier een samenvatting van, aangezien er geen tekst noch bandopname van bestaat.
In de eerste plaats onderstreepte zij het belang van de vrijheid van scheppen. Dat jonge mensen die vrijheid vinden om zich ongehinderd uit te drukken is een buitengewone rijkdom. Het is één van de hoekstenen van de demokratie en een waarborg voor de spirituele ontwikkeling en vernieuwing van onze maatschappij. De kunstenaar speelt hierin een voorname rol.
In de tweede plaats wees zij op het multidisciplinaire karakter van de groep. ‘Er zijn tegenwoordig hokjes voor literatuur, hokjes voor beeldhouwkunst, hokjes voor schilderkunst. Bij Deus ex Machina wordt dit alles samengebracht om elkaar wederzijds te verrijken. Er is ook gezegd dat men Dans en Muziek in het tijdschrift zou willen betrekken. Dat is verbazend dat men tot een dergelijke syntese wil komen en men erin slaagt dit alles samen te brengen in één tijdschrift.’
Tenslotte had Mevrouwde Staatssekretaris het over de kwaliteit van het, gebodene. ‘Kunst is nog steeds kunde’ zei ze. ‘Het is zeer zeldzaam een groepstentoonstelling te zien waar zoveel en zo'n hoge kwaliteit is samengebracht. Zij brengt het bewijs dat jonge mensen het vak nog beheersen en in staat zijn er zinvolle uitdrukking in te vinden.’