Deus Ex Machina. Jaargang 4
(1980)– [tijdschrift] Deus Ex Machina– Auteursrechtelijk beschermdDeus Ex Machina. Jaargang 4. M. Bruynseraede, Schilde 1980
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Deus Ex Machina. Jaargang 4 uit 1980.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: deel 16: PLA 147/389.
Door het gehele werk heen zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 13: binnenkant voorplat, 2, 6, 8, 10, 12, 14, 18, 20, 22, 26, 28, 30, 32, *4, 34, 36, 42, 44, 48, 50, 52, 54, 56, 62, 64, 66, 70, 80, 88, *6, achterplat, deel 14: binnenkant voorplat, 90, 92, 108, 109, 112, 113, 116, 117, 120, 122, 125, 128, 130, 132, 144, 146, 150, 152, 154, 156, 158, 160, 162, 164, 166, 168, 170, 178, 180, 182, 184, 186, 198, *10, achterplat, deel 15: binnenkant voorplat, 222, 224, 226, 228, 230, 234, 236, 238, 240, 242, 244, 246, 248, 250, 252, 254, 256, 258, 272, 274, 276, 278, 280, 282, 284, 300, *14, *16, deel 16: binnenkant voorplat, *18, 316, 318, 320, 322, 324, 326, 328, 332, 334, 336, 338, 340, 342, 344, 346, 348, 350, 356, 358, 360, 362, 370, 400, 402, 404, *22, achterplat) en pagina's met advertenties (deel 13: 84, binnenkant Achterplat, deel 14: binnenkant achterplat, deel 15: *15, binnenkant achterplat, achterplat, deel 16: binnenkant achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 13, voorplat]
13
BEZIELD ARTISTIEK KREATIEF TIJDSCHRIFT driemaandelijks
[Deel 13, pagina *1]
Jaargang 4 Nummer 13 - Januari/Februari/Maart 1980
Redaktie: M. Bruylants, M. Bruynseraede, F. De Preter, J.M. Legrand en M. Thienpondt
Werkten mee aan dit nummer: Alstein, Henri Decoster, Paul De Ryck, Roeland D'Haese, Angelo di Berardino, Aleidis Dierick, Eric Hubèr, Heimo Pihlajamaa, Hilde Pijl, Luc Van Uytvanck en Gazet van Antwerpen.
Doelstellingen van Deus ex Machina en samenstelling van het blad: zie keerzijde. Ieder kunstenaar is artistiek verantwoordelijk voor zijn bijdrage.
Oplage: 400 exemplaren - Druk: AB Dick 320 en Multilith. Typografie IBM 71 & Fotozetwerk - Kaft en Lay-out: J.M. Legrand
Abonnement: België: 500 frank op rekening 789-5181310-73 van Deus ex Machina te Schoten.
Nederland & andere landen: 600 BF per internationaal postmandaat t.n.v. Mevr. L. Denissen J. Jordaensstr 4 B-2120 Schoten.
Losse nummers: 150 BF. Nog in voorraad: nrs 3, 4, 6, 7, 9, 11 en 12
Administratie: H. Hendrickx/L. Denissen J. Jordaensstr 4 - 2120 Schoten
Redaktie & Verantw. Uitgever: M. Bruynseraede Groenelaan 52 Schilde
[Deel 13, pagina *2]
DEUS EX MACHINA heeft de intentie kunstenaars uit diverse disciplines samen te brengen, wier werk in de lijn ligt van het streven van de oprichters, met het doel: 1) tot onderlinge vriendschap bij te dragen, 2) de kreatieve en artistieke ontwikkeling te bevorderen, en 3) in gezamenlijke initiatieven getuigenis af te leggen van de geest die de groep bezielt.
Het groot formaat en de losbladigheid van DEUS EX MACHINA werden gekozen omdat:
1. | de groep diverse kunstdisciplines telt die elk over de nodige ruimte moeten kunnen beschikken. |
2. | de losbladigheid de abonnee na kennisname inspireert tot een hergebruik van de artistieke bijdragen. Een gedicht, verhaal, partituur, kunnen uit het tijdschrift meegenomen worden naar school, werk, doorgegeven worden aan vrienden, ingelijst worden, enz... |
3. | de losbladigheid toelaat de gemengde bijdragen uit elkaar te halen en apart te klasseren: rubriek per rubriek. Daartoe werd een speciale bladzijdenummering ontworpen. |
Hoe funktioneert de bladzijdenummering?
1. De doorlopende bladzijdenummering
Deze wordt aangeduid door het cijfer achter de schuine streep. De nummering loopt door, over ALLE artistieke bijdragen, van de eerste tot de laatste bladzijde van een nummer (behalve de ‘technische fiche’ vooraan en de inhoudstafel achteraan) én over de verschillende nrs van één jaargang. Voorbeeld: Elke bladzijde wordt kronologisch genummerd, ongeacht of het om literatuur, muziek of plastische kunsten gaat. Eindigt een nummer op bladzijde 100, dan zal het daaropvolgende nr van dezelfde jaargang aanvangen met blz 101.
Opmerking: Uit estetisch oogpunt bekeken is een blz. nr vaak storend en zal het daarom vaak weggelaten worden. De blz zal echter wél meetellen en mede vermeld worden in de inhoudstafel achteraan.
2. De bladzijdenummering per rubriek
Deze wordt aangeduid door de letters en cijfers vóór de schuine streep. Ze geven een aparte nummering aan de kunstdisciplines die in vier hoofdrubrieken werden ondergebracht: PLA: plastische kunsten - LI: literatuur - MU: muziek en TO: toneel. Ook de rubriekbladzijdenummering loopt door (per rubriek, uiteraard) over één nr. en over de verschillende nrs van één jaargang. Voorbeeld: Het 1e nr van een jaargang opent met een muziekbijdrage van 4 blz. Deze zullen aangeduid worden met volgende rubriek- en doorlopende bladzijdenummers: MU 1/1, MU 2/2, MU 3/3 en MU 4/4. Volgt hierop een kortverhaal van 3 blz: LI 1/5, LI 2/6, LI 3/7. Een plastisch werk hierna krijgt het nr: PLA 1/8.
De hoofdrubrieken PLA, MU, LI, TO, groeperen volgende genres:
PLA: Schilder- en tekenkunst en alle vormen van grafiek/ Fotografie / Architektuur/ Beeldhouwkunst/ Essayistisch werk over deze kunsten.
MU: Alle vormen en soorten van muziek, m.i.v. partituren en literatuur over muziek.
TO: Alle vormen van toneel (behalve opera die onder MU valt) / Film/ Pantomime/ Ballet/ Andere vormen van dans/ Essay over deze genres
LI: Kreatief proza / Essay/ Poëzie/Kroniek/ Redaktionele teksten en alles wat niet onder de drie voornoemde genres thuishoort.
[Deel 13, pagina *5]
PLA | ||
Portret van Roeland D'Haese | Hilde Pijl | PLA 1/1 |
Vijf potloodtekeningen | Roeland Pieterszoon | (PLA 1/1 |
D'Haese | (PLA 14/14 | |
Originele litho ‘Naar het Leven’ | J.M. Legrand | PLA 15/17 |
Olieverf ‘Hier aan deze plek..’ | J.M. Legrand | PLA 17/31 |
Olieverf ‘Als de ziele luistert’ | J.M. Legrand | PLA 19/41 |
Twee litho's + Een aquarel | Henri Decoster | (PLA 21/47 |
(PLA 28/54 | ||
Kreatie titelblad ‘Hier brandt de lamp’ | Paul De Rijck | LI 27/55 |
Montage ‘A.A. Bruynseraede - Gloeilampenfabrikant’ | J.M. Legrand | LI 29/57 |
Kreatie titelblad ‘J'ai baisé ta bouche’ | Marc Bruylants | LI 37/65 |
Olieverf ‘Mijn beestje’ | J.M. Legrand | PLA 29/69 |
Kalligrafie ‘Hope’ | Eric Hubèr | PLA 31/79 |
Kollage ‘Gazet van Antwerpen’ | J.M. Legrand | (PLA 33/84 |
(PLA 34/85 | ||
LI | ||
Gedicht ‘Vuur en Water’ | Heimo Pihlajamaa | LI 1/15 |
Gedicht ‘Avond’ en ‘De Bossen’ | Francis De Preter | (LI 3/19 |
(LI 6/20 | ||
Een mei-mering: ‘Over Gorters' Mei’ | Francis De Preter | (LI 7/23 |
(LI 9/25 | ||
Gedicht ‘Heide in de Zomer’ en | (LI 11/27 | |
‘Zelfportret’ | Alstein | (LI 13/29 |
Gedicht Gemeenschap (ter vervanging van LI 227/405 in D.e.M. nr 12) | Aleidis Dierick | --- |
Twee gedichten | Angelo di Berardino | (LI 15/33 |
(LI 17/35 | ||
Verhaal ‘De kracht van de Stilte’ | Francis De Preter | (LI 19/37 |
(LI 21/39 | ||
Gedichten Fantazie/Keuze/Nog even.. | Alfons Seymus | (LI 23/43 |
(LI 26/46 | ||
Verhaal ‘Hier brandt de lamp’ | Marc Bruynseraede | (LI 27/55 |
(LI 33/61 | ||
Gedicht ‘In hoeverre ik hier lig’ | Luc Van Uytvanck | LI 35/63 |
Verhaal ‘J'ai baisé ta bouche..’ | Marc Bruynseraede | (LI 37/65 |
(LI 40/68 | ||
Beschouwing over de dichter P. Vanosmael | Francis De Preter | (LI 41/71 |
(LI 48/78 | ||
Rubriek ‘Het Innerlijk Behang’ | Redaktie & M. Thienpondt | (LI 49/81 |
(LI 52/86 |
[Deel 14, voorplat]
14
BEZIELD ARTISTIEK KREATIEF TIJDSCHRIFT driemaandelijks
[Deel 14, pagina *7]
Jaargang 4 Nummer 14 - April/Mei/Juni 1980
Redaktie: M. Bruylants, M. Bruynseraede, F. De Preter, J.M. Legrand en M. Thienpondt
Werkten mee aan dit nummer: Prof. Dr V. Claes, Ann Claessens, Colette Cleeren, Aleidis Dierick, Ludo Frateur, Dirk Heisserer, Marjan De Rijck, Frank Pollet en John E. Palmer.
Doelstellingen van Deus ex Machina en Samenstelling van het blad: zie keerzijde. Ieder kunstenaar is artistiek verantwoordelijk voor zijn bijdrage.
Oplage: 450 exemplaren - Druk: AB Dick 350 en Multilith. Typografie: IBM 71, Olympia/Excellence & Fotozetwerk. - Kaft, titels & Lay-out: J.M. Legrand.
Abonnement: België: 500 frank op rekening 789-5181310-73 van Deus ex Machina te Schoten.
Nederland & andere landen: 600 BF per internationaal postmandaat t.n.v. Mevr. L. Denissen - J. Jordaensstr 4 - B 2120 Schoten. Losse nummers: 150 BF. - Zijn uitgeput: de nummers 1,2,5,9,11 en 13.
Administratie: H. Hendrickx/L. Denissen - J. Jordaensstr 4-2120 Schoten
Redaktie & Verantw. Uitgever: M. Bruynseraede Groenelaan 52 - 2230 Schilde
Inzendingen dienen voorzien te zijn van retourport en worden niet teruggestuurd.
[Deel 14, pagina *8]
DEUS EX MACHINA heeft de intentie kunstenaars uit diverse disciplines samen te brengen, wier werk in de lijn ligt van het streven van de oprichters, met het doel: 1) tot onderlinge vriendschap bij te dragen, 2) de kreatieve en artistieke ontwikkeling te bevorderen, en 3) in gezamenlijke initiatieven getuigenis af te leggen van de geest die de groep bezielt.
Het groot formaat en de losbladigheid van DEUS EX MACHINA werden gekozen omdat:
1. | de groep diverse kunstdisciplines telt die elk over de nodige ruimte moeten kunnen beschikken. |
2. | de losbladigheid de abonnee na kennisname inspireert tot een hergebruik van de artistieke bijdragen. Een gedicht, verhaal, partituur, kunnen uit het tijdschrift meegenomen worden naar school, werk, doorgegeven worden aan vrienden, ingelijst worden, enz... |
3. | de losbladigheid toelaat de gemengde bijdragen uit elkaar te halen en apart te klasseren: rubriek per rubriek. Daartoe werd een speciale bladzijdenummering ontworpen. |
Hoe funktioneert de bladzijdenummering?
1. De doorlopende bladzijdenummering
Deze wordt aangeduid door het cijfer achter de schuine streep. De nummering loopt door, over ALLE artistieke bijdragen, van de eerste tot de laatste bladzijde van een nummer (behalve de ‘technische fiche’ vooraan en de inhoudstafel achteraan) én over de verschillende nrs van één jaargang. Voorbeeld: Elke bladzijde wordt kronologisch genummerd, ongeacht of het om literatuur, muziek of plastische kunsten gaat. Eindigt een nummer op bladzijde 100, dan zal het daaropvolgende nr van dezelfde jaargang aanvangen met blz 101.
Opmerking: Uit estetisch oogpunt bekeken is een blz. nr vaak storend en zal het daarom vaak weggelaten worden. De blz zal echter wél meetellen en mede vermeld worden in de inhoudstafel achteraan.
2. De bladzijdenummering per rubriek
Deze wordt aangeduid door de letters en cijfers vóór de schuine streep. Ze geven een aparte nummering aan de kunstdisciplines die in vier hoofdrubrieken werden ondergebracht: PLA: plastische kunsten - LI: literatuur - MU: muziek en TO: toneel. Ook de rubriekbladzijdenummering loopt door (per rubriek, uiteraard) over één nr. en over de verschillende nrs van één jaargang. Voorbeeld: Het Ie nr van een jaargang opent met een muziekbijdrage van 4 blz. Deze zullen aangeduid worden met volgende rubriek- en doorlopende bladzijdenummers: MU 1/1, MU 2/2, MU 3/3 en MU 4/4. Volgt hierop een kortverhaal van 3 blz: LI 1/5, LI 2/6, LI 3/7. Een plastisch werk hierna krijgt het nr: PLA 1/8.
De hoofdrubrieken PLA, MU, LI, TO, groeperen volgende genres ;
PLA: Schilder- en tekenkunst en alle vormen van grafiek/ Fotografie / Architektuur/ Beeldhouwkunst/ Essayistisch werk over deze kunsten.
MU: Alle vormen en soorten van muziek, m.i.v. partituren en literatuur over muziek.
TO: Alle vormen van toneel (behalve opera die onder MU valt) / Film/ Pantomime/ Ballet/ Andere vormen van dans/ Essay over deze genres
LI: Kreatief proza / Essay/ Poëzie/Kroniek/ Redaktionele teksten en alles wat niet onder de drie voornoemde genres thuishoort.
[Deel 14, pagina *9]
INHOUDSTAFEL
Met Guido Gezelle terug naar de bron van het leven | Prof. Dr. V. Claes | (LI 53/89 |
(LI 68/108 | ||
Originele zeefdruk in 3 kleuren | J.M. Legrand/ | |
Portret van Guido Gezelle | Ann Claessens | PLA 37/91 |
Viltstifttekening bij: ‘O wilde onvervalschte pracht’ | (PLA 39/104 | |
J.M. Legrand | (PLA 40/105 | |
Enkele gedichten van G.G. bij plastische werken: | (LI 70/110 | |
J.M. Legrand | (PLA 47/121 | |
Een Gezelleschilderij van J.M. | (LI 75/123 | |
Legrand | Prof. dr. V. Claes | (LI 76/124 |
Gedicht Ego Flos | Guido Gezelle | LI 78/126 |
Kleurfoto van het schilderij | ||
‘Mijn hert “was” als een blomgewas’ | J.M. Legrand | PLA 49/127 |
Statuten v.z.w. DEUS EX MACHINA | Redaktie | LI 51/129 |
DEUS EX MACHINA - MANIFEST | (J.M. Legrand | |
(M. Bruylants | (LI 53/133 | |
(M. Bruynseraede | (LI 62/142 | |
In-dust-realisation | Marc Bruylants | PLA 53/143 |
Vijf etsen met inleiding | Colette Cleeren | (PLA 55/145 |
(PLA 69/159 | ||
Gedicht ‘Femina’ | Aleidis Dierick | LI 63/161 |
Drie gedichten ‘Lieve VI, VII en VIII | Ludo Frateur | (LI 65/163 |
(LI 69/167 | ||
Reisbeschrijving vanuit het WC-raam | Francis De Preter | |
- Titelbladzijde | Marc Bruylants | LI 71/169 |
- Verhaal | Francis De Preter | (LI 73/171 |
(LI 77/175 | ||
Drie Duitse gedichten | Dirk Heisserer | (LI 79/177 |
(LI 81/179 | ||
Vier gedichten | Marjan De Rijck | (LI 83/181 |
(LI 85/183 | ||
Twee gedichten | Frank Pollet | (LI 87/185 |
HET INNERLIJK BEHANG | V. Claes | |
J.E. Palmer | (LI 89/187 | |
- Gezelle als kroniekschrijver en satirisch dichter | M. Van Heurck | (LI 97/196 |
M. Thienpondt | ||
- De Tate Gallery en het beleid inzake hedendaagse kunst | ||
- Poëzie: strijd en (leed)vermaak | ||
- Varia | ||
Spotprent Tate Gallery | J.E. Palmer | LI 91/189 |
Spotprent Action Painting | Marc Bruylants | PLA 71/193 |
Spotprent De Laatste Voetganger | J.M. Legrand | PLA 72/197 |
[Deel 15, voorplat]
15
BEZIELD ARTISTIEK KREATIEF TIJDSCHRIFT driemaandelijks
[Deel 15, pagina *11]
Jaargang 4 Nummer 15 - juli/augustus/september 1980
Redaktie: M. Bruylants, M. Bruynseraede, F. De Preter, J.M. Legrand, M. Thienpondt
Werkten mee aan dit nummer: J. Minne, M. Van de Weghe, G. Leijnse, P. De Ryck, D. Verbruggen, G. Wulms, K. Geerts, H. Pihlajamaa, J. Palmer, P. Owens, P. Saarikoski.
Doelstellingen van de kunstgroep en v.z.w. Deus ex Machina en gebruiksaanwijzing van het blad: zie keerzijde.
Oplage: 500 exemplaren - Druk: AB Dick 350 en Multilith. Typografie: Olympia Excellence & Fotozetwerk - Kaft, titels en lay-out: JM Legrand
Abonnement: België: 500 frank op rekening 789-5181310-73 van D.e.M. te Schoten. - Nederland & andere landen: 600 BF via bankoverschrijving of internationaal postmandaat t.n.v. Mevr. L. Hendrickx-Denissen J. Jordaensstr 4 - B 2120 Schoten.
Losse nummers: 150 BF/1O FL (enkel nog de nrs 6, 7, 8, 10, 12 en 15)
Administratie: H. & L. Hendrickx-Denissen J. Jodaensstr 4 - 2120 Schoten
Redaktie & Verantw. Uitgever: M. Bruynseraede Groenelaan 52 - 2230 Schilde
Ongevraagde kopij: in drievoud en voorzien van antwoordport a.u.b.
[Deel 15, pagina *12]
DEUS EX MACHINA heeft de intentie kunstenaars uit diverse disciplines samen te brengen, wier werk in de lijn ligt van het streven van de oprichters, met het doel: 1) tot onderlinge vriendschap bij te dragen, 2) de kreatieve en artistieke ontwikkeling te bevorderen, en 3) in gezamenlijke initiatieven getuigenis af te leggen van de geest die de groep bezielt. Het groot formaat en de losbladigheid van DEUS EX MACHINA werden gekozen omdat:
1. | de groep diverse kunstdisciplines telt die elk over de nodige ruimte moeten kunnen beschikken. |
2. | de losbladigheid de abonnee na kennisname inspireert tot een hergebruik van de artistieke bijdragen. Een gedicht, verhaal, partituur, kunnen uit het tijdschrift meegenomen worden naar school, werk, doorgegeven worden aan vrienden, ingelijst worden, enz... |
3. | de losbladigheid toelaat de gemengde bijdragen uit elkaar te halen en apart te klasseren: rubriek per rubriek. Daartoe werd een speciale bladzijdenummering ontworpen. |
Hoe funktioneert de bladzijdenummering?
1. De doorlopende bladzijdenummering
Deze wordt aangeduid door het cijfer achter de schuine streep. De nummering loopt door, over ALLE artistieke bijdragen, van de eerste tot de laatste bladzijde van een nummer (behalve de ‘technische fiche’ vooraan en de inhoudstafel achteraan) én over de verschillende nrs van één jaargang. Voorbeeld: Elke bladzijde wordt kronologisch genummerd, ongeacht of het om literatuur, muziek of plastische kunsten gaat. Eindigt een nummer op bladzijde 100, dan zal het daaropvolgende nr van dezelfde jaargang aanvangen met blz 101.
Opmerking: Uit estetisch oogpunt bekeken is een blz. nr vaak storend en zal het daarom vaak weggelaten worden. De blz zal echter wél meetellen en mede vermeld worden in de inhoudstafel achteraan.
2. De bladzijdenummering per rubriek
Deze wordt aangeduid door de letters en cijfers vóór de schuine streep. Ze geven een aparte nummering aan de kunstdisciplines die in vier hoofdrubrieken werden ondergebracht: PLA: plastische kunsten - LI: literatuur - MU: muziek en TO: toneel. Ook de rubriekbladzijdenummering loopt door (per rubriek, uiteraard) over één nr. en over de verschillende nrs van één jaargang. Voorbeeld: Het Ie nr van een jaargang opent met een muziekbijdrage van 4 blz. Deze zullen aangeduid worden met volgende rubriek- en doorlopende bladzijdenummers: MU 1/1, MU 2/2, MU 3/3 en MU 4/4. Volgt hierop een kortverhaal van 3 blz: LI 1/5, LI 2/6, LI 3/7. Een plastisch werk hierna krijgt het nr: PLA 1/8.
De hoofdrubrieken PLA, MU, LI, TO, groeperen volgende genres:
PLA: Schilder- en tekenkunst en alle vormen van grafiek/ Fotografie / Architektuur/ Beeldhouwkunst/ Essayistisch werk over deze kunsten.
MU: Alle vormen en soorten van muziek, m.i.v. partituren en literatuur over muziek.
TO: Alle vormen van toneel (behalve opera die onder MU valt) / Film/ Pantomime/ Ballet/ Andere vormen van dans/ Essay over deze genres
LI: Kreatief proza / Essay/ Poëzie/Kroniek/ Redaktionele teksten en alles wat niet onder de drie voornoemde genres thuishoort.
[Deel 15, pagina *13]
INHOUDSTAFEL
Deus ex Machina sprak met | (LI 101/201 | |
Joris Minne | Redaktie | (LI 121/221 |
Titelbladfoto & andere foto's | Marc Bruylants | |
Offsetmultipel zonder titel | Marino Van de Weghe | PLA 73/223 |
Gedichten: ‘Bomen zijn evenbeelden’ | (LI 123/225 | |
‘Paard in de mist’ | Gaby Leijnse | (LI 125/227 |
Tekening: ‘Reminders of the past’ | Paul De Rijck | PLA 75/229 |
Verhaal: ‘Najaarsdroom’ | Francis De Preter | (LI 127/231 |
(LI 128/232 | ||
Gedicht: ‘Avondpurper’ | Francis De Preter | LI 129/233 |
Gedichten: ‘De jongen en het ijs’ | (LI 131/235 | |
‘De kasteeldroom’ | Dirk Verbruggen | (LI 133/237 |
Gedicht: ‘Wij moeten vluchten’ | Guido Wulms | LI 135/239 |
Plastisch werk van | Marino Van de Weghe | (PLA 77/241 |
(PLA 90/254 | ||
Gedicht: ‘Telefoongesprek’ | Francis De Preter | LI 137/255 |
Gedicht: ‘Een stad biedt geen plaats’ | Kris Geerts | LI 139/257 |
Beschouwend proza: ‘Vogelvrij’ | Heimo Pihlajamaa | (LI 141/259 |
(LI 146/264 | ||
Tien gedichten van Veikko Polameri | Heimo Pihlajamaa | (LI 147/265 |
(LI 150/268 | ||
Verhaal: ‘De Ziekenzaal’ | Francis De Preter | (LI 151/269 |
(LI 153/271 | ||
Vijf etsen van | John Palmer | (PLA 91/273 |
(PLA 99/281 | ||
Gedicht ‘Night Lady’ | Pete Owens (Wales) | LI 155/283 |
uitgevoerd in zeefdruk door | Ann Claessens | |
Pentti Saarikoski te gast bij Deus ex | Redaktie | (LI 157/285 |
Machina | (LI 160/288 | |
Fotoverslag van deze bijeenkomst | Marc Bruylants | |
HET INNERLIJK BEHANG | ||
- Week-end van DW&B | (LI 161/289 | |
Verslag en impressies | Marc Bruynseraede | (LI 165/293 |
- Integrale tekst van de rede van D.e.M. | Redaktie | (LI 165/293 |
(LI 167/295 | ||
- Investeer in plastiek | Michel Thienpondt | (LI 167/295 |
(LI 168/296 | ||
- Ruilhandel in de Dienst Kunstzaken | Michel Thienpondt | (LI 168/296 |
(LI 169/297 | ||
- Postzakken vol, voor D.e.M. | Marc Bruynseraede | (LI 169/297 |
(LI 171/299 |
[Deel 16, voorplat]
16
BEZIELD ARTISTIEK KREATIEF TIJDSCHRIFT driemaandelijks
[Deel 16, pagina *17]
schoten, postdatum
Mevrouw, Mijnheer,
Dit is het laatste van de 4 nummers waarvoor U ons abonnementsgeld hebt betaald. Uw abonnement is hiermee verstreken. Als naar goede gewoonte nodigen wij U uit uw storting van 500 fr. ter hernieuwen. We vermelden hierbij duidelijk - om alle misverstanden te vermijden - dat er géén nummers verzonden worden vóór heraanbetaling.
Wij hopen uit de hernieuwing van uw abonnement te mogen opmaken dat U het opzet en de inhoud van ons blad in grote trekken kunt waarderen en dat het min of meer tegemoet komt aan uw belangstelling. Is dat nièt het geval, dan zouden wij het ten zeerste waarderen kritiek van U te mogen vernemen. Ook als die kritiek niet mals is, kan hij toch een konstruktieve bijdrage leveren.
Deus ex Machina heeft de intentie zich, in de nabije toekomst meer op het internationale kunstgebeuren (als het kan: in alle kunstdisciplines) te gaan toeleggen. De grenzen van Vlaanderen of België zijn ons te eng en de samenwerking met buitenlandse kunstenaars van goed gehalte zal onze horizon verruimen. en de idee van Deus ex Machina toetsen aan het buitenlandse gebeuren .
Wij hopen, waarde abonnee, dat U nog eens in uw zak zult schieten ‘voor een goede zaak’. Dank voor de materiële steun die U ons in het afgelopen jaar gegeven hebt en die ons blad mede gemaakt heeft tot wat het nu is.
Op alle abonnees is onze hoop gevestigd.
Harrie Hendrickx Penningmeester
Redaktiesekretariaat: Groenelaan 53-2230 Schilde-Tel. 031/83.42.50
[Deel 16, pagina *19]
Jaargang 4 - Nummer 16 - oktober/november/december 1980
Redaktie: Marc Bruylants, Marc Bruynseraede, Francis De Preter, Jean-Marie Legrand en Michel Thienpondt
Werkten mee aan dit nummer: Herman Muys, Ludo Frateur, Aleidis Dierick, Eric Hubèr, Kris Geerts, Roeland Pietersz. D'Haese, Luc Van Uytvanck, Marino Van de Weghe en Alfons Seymus
Doelstellingen van de kunstenaarsgroep en gebruiksaanwijzing van het blad: zie keerzijde
Oplage: 500 exemplaren - Druk: AB Dick 350 en Multilith. Typografie: Olympia Excellence & Fotozetwerk - Kaft, titels & Lay-out: JM Legrand
Abonnement: België: 500 fr op rekening 789-5181310-73 van D.e.M. te Schoten - Nederland & andere landen: 600 fr via bankoverschrijving of internationaal postmandaat t.n.v. Mevr. L. Hendrickx-Denissen J. Jordaensstr 4 - B 2120 Schoten
Losse nummers: 150 BF/ 1O FL (enkel nog de nrs 6,7, 8, 1O, 12 en 15)
Administratie & Financies: H & L Hendrickx-Denissen J. Jodaensstr 4 2120 Schoten
Redaktie & Verantw. Uitgever: M. Bruynseraede Groenelaan 52 - 2230 Schilde
Ongevraagde kopij: in drievoud en voorzien van antwoordport a.u.b.
[Deel 16, pagina *20]
DEUS EX MACHINA heeft de intentie kunstenaars uit diverse disciplines samen te brengen, wier werk in de lijn ligt van het streven van de oprichters, met het doel: 1) tot onderlinge vriendschap bij te dragen, 2) de kreatieve en artistieke ontwikkeling te bevorderen, en 3) in gezamenlijke initiatieven getuigenis af te leggen van de geest die de groep bezielt.
Het groot formaat en de losbladigheid van DEUS EX MACHINA werden gekozen omdat:
1. | de groep diverse kunstdisciplines telt die elk over de nodige ruimte moeten kunnen beschikken. |
2. | de losbladigheid de abonnee na kennisname inspireert tot een hergebruik van de artistieke bijdragen. Een gedicht, verhaal, partituur, kunnen uit het tijdschrift meegenomen worden naar school, werk, doorgegeven worden aan vrienden, ingelijst worden, enz... |
3. | de losbladigheid toelaat de gemengde bijdragen uit elkaar te halen en apart te klasseren: rubriek per rubriek. Daartoe werd een speciale bladz ijdenumraering ontworpen. |
Hoe funktioneert de bladzijdenummering?
1. De doorlopende bladzijdenummering
Deze wordt aangeduid door het cijfer achter de schuine streep. De nummering loopt door, over ALLE artistieke bijdragen, van de eerste tot de laatste bladzijde van een nummer (behalve de ‘technische fiche’ vooraan en de inhoudstafel achteraan) én over de verschillende nrs van één jaargang. Voorbeeld: Elke bladzijde wordt kronologisch genummerd, ongeacht of het om literatuur, muziek of plastische kunsten gaat. Eindigt een nummer op bladzijde 100, dan zal het daaropvolgende nr van dezelfde jaargang aanvangen met blz 101.
Opmerking: Uit estetisch oogpunt bekeken is een blz. nr vaak storend en zal het daarom vaak weggelaten worden. De blz zal echter wél meetellen en mede vermeld worden in de inhoudstafel achteraan.
2. De bladzijdenummering per rubriek
Deze wordt aangeduid door de letters en cijfers vóór de schuine streep. Ze geven een aparte nummering aan de kunstdisciplines die in vier hoofdrubrieken werden ondergebracht: PLA: plastische kunsten - LI: literatuur - MU: muziek en TO: toneel. Ook de rubriekbladzijdenummering loopt door (per rubriek, uiteraard) over één nr. en over de verschillende nrs van één jaargang. Voorbeeld: Het 1e nr van een jaargang opent met een muziekbijdrage van 4 blz. Deze zullen aangeduid worden met volgende rubriek- en doorlopende bladzijdenummers: MU 1/1, MU 2/2, MU 3/3 en MU 4/4. Volgt hierop een kortverhaal van 3 blz: LI 1/5, LI 2/6, LI 3/7. Een plastisch werk hierna krijgt het nr: PLA 1/8.
De hoofdrubrieken PLA, MU, LI, TO, groeperen volgende genres:
PLA: Schilder- en tekenkunst en alle vornen van grafiek/ Fotografie / Architektuur/ Beeldhouwkunst/ Essayistisch werk over deze kunsten.
MU: Alle vormen en soorten van muziek, m.i.v. partituren en literatuur over muziek.
TO: Alle vormen van toneel (behalve opera die onder MU valt) / Film/ Pantomime/ Ballet/ Andere vormen van dans/ Essay over deze genres
LI: Kreatief proza / Essay/ Poëzie/Kroniek/ Redaktionele teksten en alles wat niet onder de drie voornoemde genres thuishoort.
[Deel 16, pagina *21]
INHOUDSTAFEL
Artikel ‘Muziek in de 20ste eeuw - Vijf profielen’ | (MU 1/301 | ||
Francis De Preter | (MU 15/315 | ||
Vijf portretten van de komponisten | J.M. Legrand | ||
Zeven Keramiek-plastieken van | Herman Muys | (PLA 103/319 | |
(PLA 111/327 | |||
Gedichten ‘Climacterium/Silentium/ Geriatrie’ | (LI 173/329 | ||
Ludo Frateur | (LI 174/330 | ||
Offset-litho ‘Naar de volheid der Tijden’ | J.M. Legrand | PLA 113/331 | |
Gedicht ‘Zomer’ in een kalligrafische uitvoering van | Aleidis Dierick | LI 175/333 | |
Eric Hubèr | |||
Beeldend werk ‘Memento Mori’, ‘Blauwe begrenzing’ en ‘Broeder Beuk’ | (PLA 115/335 | ||
J.M. Legrand | (PLA 119/339 | ||
Gedichten ‘Equus Caballus’ en ‘Columba’ | Kris Geerts | LI 177/341 | |
Beeldend werk ‘De Toeschouwers’ en ‘De Schapraaikijkers’ | (PLA 121/343 | ||
Roeland Pietersz D'Haese | (PLA 123/345 | ||
Gedicht ‘Avondland’ | Luc Van Uytvanck | LI 179/347 | |
Beeldend werk: ‘Statue of Liberty’ | Marc Bruylants | PLA 125/349 | |
Verhaal ‘Het Kerstfeest’ Titelkreatie: Illustratie bij ‘Het Kerstfeest’ | Francis De Preter | (LI 183/351 | |
J.M. Legrand | (LI 187/357 | ||
Marino Van de Weghe | PLA 127/355 | ||
Gedichten ‘Atoomkern’ en ‘Naakttentoon-stelling’ | (LI 189/359 | ||
Alfons Seymus | (LI 191/361 | ||
Verhaal: ‘Het Internaat’ Titelkreatie: | Marc Bruynseraede | (LI 193/363 | |
J.M. Legrand | (LI 199/369 | ||
Artikel ‘150 Jaar Belgische Kunst’ Tekst en titelkreatie: | (PLA 129/371 | ||
J.M. Legrand | (PLA 148/390 | ||
Het Innerlijk Behang | |||
Vrienden-artiestenavond van D.e.M. Foto-opnamen | Redaktie | (LI 201/391 | |
Marc Bruylants | (LI 203/393 | ||
Varia over ‘Het rijke literaire leven in Vlaanderen’ | (LI 204/394 | ||
Michel Thienpondt | (LI 207/397 | ||
Boekbespreking ‘Ik ben genoemd ...’ | Marc Bruynseraede | LI 208/398 | |
Prent ‘Pieter Bruegel de Oude’ | J.M. Legrand | PLA 127/401 | |
Prent ‘Sinterklaas op de daken’ | Ruben Bruynseraede | PLA 129/403 |