Deus Ex Machina. Jaargang 4(1980)– [tijdschrift] Deus Ex Machina– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] [Gedichten Guido Gezelle] Wierook o Wierookgraan, geronnen traan van ceder- en van lorkenstammen, gebedenbeeld, daar 't vier in speelt, en 't vonkelen van 's herten vlammen. Geen gave van fijn goud en kan mijn hand den Heer, geen myrrha bieden, maar wierook zal, en overal en allen dag, Hem dank bedieden. o Wierookgraan, in 't vier gedaan, en rookende uit mijns herten midden, van aardsch en grauw wordt hemelsch blauw: gaat, wierookgraan, den Heere aanbidden! 15-2-97 Doomend lijk een reukoffrande 1899 (?) [pagina 111] [p. 111] LANDELIJKE WIEROOK olieverf op doek 50×60 cm J.M. Legrand 1978 [pagina 114] [p. 114] Gij badt op eenen berg Gij badt op eenen berg alleen, en ... Jesu, ik en vind er geen waar 'k hoog genoeg kan klimmen om U alleen te vinden: de wereld wilt mij achterna, alwaar ik ga of sta of ooit mijn oogen sla; en arm als ik en is er geen, geen een, die nood hebbe en niet klagen kan; die honger, en niet vragen kan; die pijne, en niet gewagen kan hoe zeer het doet! o Leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet! 1859 (?) [pagina 115] [p. 115] GETSEMANE olieverf op doek 100×75 cm J.M. Legrand 1975 [pagina 118] [p. 118] o Brooze levenheid, die 'k, op uw’ vlugge vlerken, zie wikkelen over 't gers en om de roozenperken, des middags, in den laai der zoelste zomerlocht; hoe neerstig schijnt ge mij, onschuldig en onschamel, te zoeken even zeer de lelie en den bramel, op uwen wandeltocht! Gij wentelt alleszins, onvolgbaar bij der ooge, omhooge, omleege nu, nu wederom omhooge; en, valt ge op de vlucht, met beide uw' vlerken open, nog nauwlijks hebt ge een zeupke uiy haren kelk gezopen, of weêrom op de vlucht, met beide uw' vlerken open, zoo schijnt ge uw' ruste al moe. 29-7-1892 [pagina 119] [p. 119] OPMARS DER VLINDERVLEUGELI GEN olieverf op doek 50×60 cm J.M. Legrand 1978 [pagina 121] [p. 121] 'T ER VIEL 'NE KEER negropotlood op papier 39×60 cm J.M Legrand 1975 Vorige Volgende