Deus Ex Machina. Jaargang 3
(1979)– [tijdschrift] Deus Ex Machina– Auteursrechtelijk beschermdDeus Ex Machina. Jaargang 3. M. Bruynseraede, Schilde 1979
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Deus Ex Machina. Jaargang 3 uit 1979.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
Door het gehele werk heen zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 9: binnenkant voorplat, 2, 8, 28, 40, 44, 46, 48, 50, 52, 53, 54, 60, 62, 68, 70, 72, 74, 76, 78, 80, 82, 84, 86, 88, 90, 92, 94, *4, 104, 106, 108, achterplat, deel 10: binnenkant voorplat, 110, 112, 116, 118, 120, 134, *8, 148, 150, 152, 154, 156, 158, 160, 166, 168, 170, 172, 174, 176, 178, 180, 182, 184, 186, 188, 190, 192, 194, 196, 198, 212, 214, *10, achterplat, deel 11: binnenkant voorplat, 216, 218, 220, 222, 224, 226, 228, 238, *14, 246, 256, 258, 262, 264, 266, 268, 270, 274, 276, 278, 280, 294, 296, 298, 300, 302, 304, 306, 308, 310, 312, 314, 320, 332, 334, *16, achterplat, deel 12: binnenkant voorplat, 336, 348, 350, 354, 358, 362, 366, 368, 370, 372, 374, 376, 378, 380, 382, 384, 386, 388, 394, 396, 398, 400, 402, 404, 406, 408, *420, 410, 412, 414, 416, 418, 420, 422, 424, 426, 434, 435, 437, binnenkant achterplat) en pagina's met advertenties (deel 9: binnenkant achterplat, deel 10: binnenkant achterplat, deel 11: binnenkant achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 9, voorplat]
9
BEZIELD ARTISTIEK KREATIEF TIJDSCHRIFT driemaandelijks
[Deel 9, pagina *1]
Jaargang 3 Nummer 9 - Januari/Februari/Maart 1979
Redaktie: M. Bruylants, M. Bruynseraede, J.M. Legrand
Werkten mee aan dit nummer: Viktor Claes, Paul De Rijck, Henrik Hartwijk, Heimo Pihlajamaa, Piet Toebente, Godelieve Vandromme, Franciscus Van Assisië, Angelo di Berardino
Deus ex Machina: Doelstellingen en gebruiksaanwijzing: zie keerzijde.
Iedere kunstenaar is artistiek verantwoordelijk voor zijn bijdrage.
Oplage: 400 exemplaren - Druk: AB Dick 320
Typografie: IBM 71 & fotozetwerk - Kaft & lay-out: J.M. Legrand
Abonnement: BELGIE: 400 frank op rekening 789-5181310-73 of 320-0700578-17 van Deus ex Machina.
NEDERLAND & andere landen: 450 BF per internationaal postmandaat t.n.v. Mevr. L. Denissen, Jacob Jordaensstr, 4 - B2120 Schoten
Losse nummers: 120 BF
Administratie: Mevr. L. Denissen - J. Jordaensstr, 4 - 2120 Schoten
Redaktie & Verantw. Uitgever: Marc Bruynseraede Groenelaan, 52 2230 Schilde
[Deel 9, pagina *2]
DEUS EX MACHINA heeft de intentie kunstenaars uit diverse disciplines samen te brengen, wier werk in de lijn ligt van het streven van de oprichters, met het doel: 1) tot onderlinge vriendschap bij te dragen, 2) de kreatieve en artistieke ontwikkeling te bevorderen, en 3) in gezamenlijke initiatieven getuigenis af te leggen van de geest die de groep bezielt.
Het groot formaat en de losbladigheid van DEUS EX MACHINA werden gekozen omdat:
1. | de groep diverse kunstdisciplines telt die elk over de nodige ruimte moeten kunnen beschikken. |
2. | de losbladigheid de abonnee na kennisname inspireert tot een hergebruik van de artistieke bijdragen. Een gedicht, verhaal, partituur, kunnen uit het tijdschrift meegenomen worden naar school, werk, doorgegeven worden aan vrienden, ingelijst worden, enz... |
3. | de losbladigheid toelaat de gemengde bijdragen uit elkaar te halen en apart te klasseren: rubriek per rubriek. Daartoe werd een speciale bladzijdenummering ontworpen. |
Hoe funktioneert de bladzijdenummering?
1. De doorlopende bladzijdenummering
Deze wordt aangeduid door het cijfer achter de schuine streep. De nummering loopt door, over ALLE artistieke bijdragen, van de eerste tot de laatste bladzijde van een nummer (behalve de ‘technische fiche’ vooraan en de inhoudstafel achteraan) én over de verschillende nrs van één jaargang.Voorbeeld: Elke bladzijde wordt kronologisch genummerd, ongeacht of het om literatuur, muziek of plastische kunsten gaat. Eindigt een nummer op bladzijde 100, dan zal het daaropvolgende nr van dezelfde jaargang aanvangen met blz 101.
Opmerking: Uit estetisch oogpunt bekeken is een blz. nr vaak storend en zal het daarom vaak weggelaten worden. De blz zal echter wél meetellen en mede vermeld worden in de inhoudstafel achteraan.
2. De bladzijdenummering per rubriek
Deze wordt aangeduid door de letters en cijfers vóór de schuine streep. Ze geven een aparte nummering aan de kunstdisciplines die in vier hoofdrubrieken werden ondergebracht: PLA: plastische kunsten - LI: literatuur - MU: muziek en TO: toneel. Ook de rubriekbladzijdenummering loopt door (per rubriek, uiteraard) over één nr. en over de verschillende nrs van één jaargang.Voorbeeld: Het 1e nr van een jaargang opent met een muziekbijdrage van 4 blz. Deze zullen aangeduid worden met volgende rubriek- en doorlopende bladzijdenummers: MU 1/1, MU 2/2, MU 3/3 en MU 4/4. Volgt hierop een kortverhaal van 3 blz: LI 1/5, LI 2/6, LI 3/7. Een plastisch werk hierna krijgt het nr: PLA 1/8.
De hoofdrubrieken PLA, MU, LI, TO, groeperen volgende genres:
PLA: Schilder- en tekenkunst en alle vormen van grafiek/ Fotografie / Architektuur/ Beeldhouwkunst/ Essayistisch werk over deze kunsten.
MU: Alle vormen en soorten van muziek, m.i.v. partituren en literatuur over muziek.
TO: Alle vormen van toneel (behalve opera die onder MU valt) / Film/ Pantomime/ Ballet/ Andere vormen van dans/ Essay over deze genres
LI: Kreatief proza / Essay/ Poëzie/Kroniek/ Redaktionele teksten en alles wat niet onder de drie voornoemde genres thuishoort.
[Deel 9, pagina 107]
INHOUDSTAFEL
PLA | ||
Originele lito: ‘Spiegel voor de volle maan’ | Paul De Rijck | PLA 1/1 |
Kreatie Titelbladzijde voor ‘Edith Södergran’ | Marc Bruylants | PLA 3/7 |
Zes recente beeldhouwwerken | Piet Toebente | {PLA 5/41 |
Piet Toebente | PLA {18/54 | |
Kreatieve, moderne Kant | Godelieve Vandromme | {PLA 19/61 |
Godelieve Vandromme | {PLA 31/77 | |
Introspektie | Marc Bruylants | PLA 33/79 |
Vijf plastische werken | J.M. Legrand | {PLA 35/85 |
J.M. Legrand | {PLA 43/93 | |
Pentekening ‘De Stier’ | J.M. Legrand | PLA 45/103 |
Spotprent ‘Doorlopende abonnees’ | J.M. Legrand | PLA 47/105 |
Spotprent ‘Upstairs, Downstairs’ | Marc Bruylants | PLA 49/107 |
LI | ||
Maria in de oude Finse Volksdichtkunst | Henrik Hartwijk | {LI 1/3 |
Henrik Hartwijk | {LI 4/6 | |
De poëzie van Edith Södergran | Prof. Dr. Viktor Claes | {LI 5/9 |
Prof. Dr. Viktor Claes | {LI 23/27 | |
Tien gedichten van E. Södergran, in oorspronkelijke vertaling uit het Zweeds | Prof. Dr. Viktor Claes | {LI 25/29 |
Prof. Dr. Viktor Claes | {LI 30/34 | |
‘Finlandia’, in oorspronkelijke vertaling van de auteur-zélf uit het Fins | Heimo Pihlajamaa | {LI 31/35 |
Heimo Pihlajamaa | {LI 35/39 | |
‘Over de goede smaak’ | Pekka Suhonen | {LI 37/55 |
Pekka Suhonen | {LI 41/59 | |
Vertaling en bewerking van ‘Het Zonnelied’ van Franciskus van Assisië | Marc Bruynseraede | LI 43/73 |
Twee gedichten | Angelo di Berardino | {LI 47/81 |
Angelo di Berardino | {LI 49/83 | |
Kroniek ‘Het innerlijk Behang’ | Redaktie & Michel Thienpondt | {LI 51/95 |
Redaktie & Michel Thienpondt | {LI 58/102 |
[Deel 10, voorplat]
[Deel 10, pagina *5]
Jaargang 3 Nummer 10 - April/Mei/Juni 1979
Redaktie: M. Bruylants, M. Bruynseraede, J.M. Legrand
Werkten mee aan dit nummer: Maarten D. Benedictow, Jeël Bollan, Henri Decoster, Henk de Gelder, Francis De Preter, Paul De Rijck, Ludo Frateur, Eric Hubèr, Emiel Janssen s.j., John E. Palmer, Miel Vanstreels en Francis Verdoodt.
Deus ex Machina: Doelstellingen en Samenstelling van het blad: zie keerzijde.
Iedere kunstenaar is artistiek verantwoordelijk voor zijn bijdrage.
Oplage: 400 exemplaren - Druk: AB Dick 320
Typografie: IBM 71 & fotozetwerk - Kaft & Lay-out: J.M. Legrand
Abonnement:BELGIE: 400 frank op rekening 789-5181310-73 van
Deus ex Machina te Schoten.
NEDERLAND en andere landen: 450 BF per internationaal postmandaat t.n.v. Mevr. L. Denissen, Jacob Jordaensstr, 4 - B 2120 SCHOTEN
Losse nummers: 120 BF - Nog verkrijgbaar zijn de nrs 3, 4, 6, 7 en 9
Administratie: Mevr. L. Denissen - J. Jordaensstr, 4 - 2120 Schoten
Redaktie & Verantw. Uitgever: M. Bruynseraede - Groenelaan, 52 2230 Schilde
[Deel 10, pagina *6]
DEUS EX MACHINA heeft de intentie kunstenaars uit diverse disciplines samen te brengen, wier werk in de lijn ligt van het streven van de oprichters, met het doel: 1) tot onderlinge vriendschap bij te dragen, 2) de kreatieve en artistieke ontwikkeling te bevorderen, en 3) in gezamenlijke initiatieven getuigenis af te leggen van de geest die de groep bezielt.
Het groot formaat en de losbladigheid van DEUS EX MACHINA werden gekozen omdat:
1. | de groep diverse kunstdisciplines telt die elk over de nodige ruimte moeten kunnen beschikken. |
2. | de losbladigheid de abonnee na kennisname inspireert tot een hergebruik van de artistieke bijdragen. Een gedicht, verhaal, partituur, kunnen uit het tijdschrift meegenomen worden naar school, werk, doorgegeven worden aan vrienden, ingelijst worden, enz... |
3. | de losbladigheid toelaat de gemengde bijdragen uit elkaar te halen en apart te klasseren: rubriek per rubriek. Daartoe werd een speciale bladzijdenummering ontworpen. |
Hoe funktioneert de bladzijdenummering?
1. De doorlopende bladzijdenummering
Deze wordt aangeduid door het cijfer achter de schuine streep. De nummering loopt door, over ALLE artistieke bijdragen, van de eerste tot de laatste bladzijde van een nummer (behalve de ‘technische fiche’ vooraan en de inhoudstafel achteraan) én over de verschillende nrs van één jaargang.Voorbeeld: Elke bladzijde wordt kronologisch genummerd, ongeacht of het bm literatuur, muziek of plastische kunsten gaat. Eindigt een nummer op bladzijde 100, dan zal het daaropvolgende nr van dezelfde jaargang aanvangen met blz 101.
Opmerking: Uit estetisch oogpunt bekeken is een blz. nr vaak storend en zal het daarom vaak weggelaten worden. De blz zal echter wél meetellen en mede vermeld worden in de inhoudstafel achteraan.
2. De bladzijdenummering per rubriek
Deze wordt aangeduid door de letters en cijfers vóór de schuine streep. Ze geven een aparte nummering aan de kunstdisciplines die in vier hoofdrubrieken werden ondergebracht: PLA: plastische kunsten - LI: literatuur - MU: muziek en TO: toneel. Ook de rubriekbladzijdenummering loopt door (per rubriek, uiteraard) over één nr. en over de verschillende nrs van één jaargang.Voorbeeld: Het 1e nr van een jaargang opent met een muziekbijdrage van 4 blz. Deze zullen aangeduid worden met volgende rubriek- en doorlopende bladzijdenummers: MU 1/1, MU 2/2, MU 3/3 en MU 4/4. Volgt hierop een kortverhaal van 3 blz: LI 1/5, LI 2/6, LI 3/7. Een plastisch werk hierna krijgt het nr: PLA 1/8.
De hoofdrubrieken PLA, MU, LI, TO, groeperen volgende genres:
PLA: Schilder- en tekenkunst en alle vormen van grafiek/ Fotografie / Architektuur/ Beeldhouwkunst/ Essayistisch werk over deze kunsten.
MU: Alle vormen en soorten van muziek, m.i.v. partituren en literatuur over muziek.
TO: Alle vormen van toneel (behalve opera die onder MU valt) / Film/ Pantomime/ Ballet/ Andere vormen van dans/ Essay over deze genres
LI: Kreatief proza / Essay/ Poëzie/Kroniek/ Redaktionele teksten en alles wat niet onder de drie voornoemde genres thuishoort.
[Deel 10, pagina *9]
INHOUDSTAFEL
PLA | ||
Kreatie titelblad D.E.M. 10 | J.M. LEGRAND | |
Kartcon ‘Een tijdschrift dat begint..’ | Marc Bruylants | PLA 51/111 |
Kreatie titelblad ‘Viooltjes in mei’ | J.M. Legrand | LI 61/113 |
Orig. offset-multiple ‘Wolkbreker’ | Paul De Rijck | |
Kreatie titelbladen ‘Tabula Rasa’ | Marc Bruylants | {PLA 54/134 |
Marc Bruylants | {PLA 55/135 | |
Vijf toegepaste kalligrafieën | Eric Hubèr | {PLA 56/149 |
Eric Hubèr | {PLA 67/160 | |
Kreatie titelblad ‘De redding’ | J.M. Legrand | LI 94/161 |
Orig, kleurfoto ‘Cybernetische cycloop’ | Marc Bruylants | PLA 70/167 |
Van chaos in kosmos} | Paul De Rijck | {PLA 72/171 |
Het heilig vuur} | Paul De Rijck | {PLA 77/176 |
Queen Guinevere } | John E. Palmer | {PLA 78/181 |
Norg } | John E. Palmer | {PLA 83/186 |
La tour de Babel} | Henri Decoster | {PLA 84/187 |
Le cavalier endormi} | Henri Decoster | {PLA 89/192 |
Gevoel van airconditionning} | J.M. Legrand | {PLA 90/193 |
Tussen tij en ontij} | J.M. Legrand | {PLA 95/198 |
Fotokollage samenstelling DEM | Marc Bruylants | {LI 108/203 |
Marc Bruylants | {LI 111/206 | |
Fotomontage ‘Nieuw P.v.S.K.’ | J.M. Legrand | PLA 96/211 |
Spotprent ‘Beroepsmisvorming’ | Marc Bruylants | PLA 98/213 |
LI | ||
Viooltjes in mei | Marc Bruynseraede | {LI 61/113 |
Marc Bruynseraede | {LI 64/116 | |
Gedicht voor Goethe en Colette} | Marc Bruynsereade | {LI 65/117 |
Françoise à la coupe framboise} | Marc Bruynsereade | {LI 67/119 |
DEM sprak met Emiel Janssen s.J. | Redaktie | {LI 69/121 |
Redaktie | {LI 80-132 | |
Tabula Rasa of Het Carboon komt terug} | Francis Depreter | {LI 81/136 |
Francis Depreter | {LI 92/147 | |
De Redding | Henk De Gelder | {LI 94/161 |
Henk De Gelder | {LI 97-164 | |
Naar aanleiding van wat dood} | Miel Vanstreels | LI 98/169 |
Vier korte gedichten} | Miel Vanstreels | |
Dagpaar en Lieve I | Ludo Frateur | {LI 100/177 |
Ludo Frateur | {LI 103/180 | |
Drie gedichten v.R. Nilsen | Maarten Benedictow | {LI 104/199 |
Maarten Benedictow | {LI 107/202 | |
Ode aan het suikerklontje | Francis Verdoodt | {LI 111/206 |
Francis Verdoodt | {LI 112/207 | |
Bericht-gedicht a.d. lezer | Jeël Bollan | LI 115/210 |
[Deel 11, voorplat]
11
BEZIELD ARTISTIEK KREATIEF TIJDSCHRIFT driemaandelijks
[Deel 11, pagina *11]
Jaargang 3 Nummer 11 - Juli/Augustus/September 1979
Redaktie: M. Bruylants, M. Bruynseraede, J.M. Legrand
Werkten mee aan dit nummer: Jeël Bollan, Gerard Cools, Francis De Preter, Marjan De Rijck, Ludo Frateur, John E. Palmer, Heimo Pihlajamaa, Prof. Dr. Alexander Thom en Miel Vanstreels.
Doelstellingen van Deus ex Machina en samenstelling van het blad: zie keerzijde.
Iedere kunstenaar is artistiek verantwoordelijk voor zijn bijdrage.
Oplage: 400 exemplaren - Druk: AB Dick 320 en Multilith
Typografie: IBM 71 & fotozetwerk - Kaft en lay out: J.M. Legrand
Abonnement:BELGIE: 400 frank op rekening 789-5181310-73 van Deus ex Machina te Schoten.
NEDERLAND & andere landen: 450 BF per internationaal postmandaat tnv. Mevr. L. Denissen Jacob Jordaensstraat 4 - B 2120 Schoten.
Losse nummers: 120 BF - Nog verkrijgbaar: nrs 3, 4, 6, 7 en 9
Administratie: Mevr. L. Denissen J. Jordaensstr 4 2120 Schoten
Redaktie & Verantw. Uitgever: M. Bruynseraede Groenelaan 52 2230 Schilde
[Deel 11, pagina *12]
DEUS EX MACHINA heeft de intentie kunstenaars uit diverse disciplines samen te brengen, wier werk in de lijn ligt van fiet streven van de oprichters, met het doel: 1) tot onderlinge vriendschap bij te dragen, 2) de kreatieve en artistieke ontwikkeling te bevorderen, en 3) in gezamenlijke initiatieven getuigenis af te leggen van de geest die de groep bezielt.
Het groot formaat en de losbladigheid van DEUS EX MACHINA werden gekozen omdat:
1. | de groep diverse kunstdisciplines telt die elk over de nodige ruimte moeten kunnen beschikken. |
2. | de losbladigheid de abonnee na kennisname inspireert tot een hergebruik van de artistieke bijdragen. Een gedicht, verhaal, partituur, kunnen uit het tijdschrift meegenomen worden naar school, werk, doorgegeven worden aan vrienden, ingelijst worden, enz... |
3. | de losbladigheid toelaat de gemengde bijdragen uit elkaar te halen en apart te klasseren: rubriek per rubriek. Daartoe werd een speciale bladzijdenummering ontworpen. |
Hoe funktioneert de bladzijdenummering?
1. De doorlopende bladzijdenummering
Deze wordt aangeduid door het cijfer achter de schuine streep. De nummering loopt door, over ALLE artistieke bijdragen, van de eerste tot de laatste bladzijde van een nummer (behalve de ‘technische fiche’ vooraan en de inhoudstafel achteraan) én over de verschillende nrs van één jaargang.Voorbeeld: Elke bladzijde wordt kronologisch genummerd, ongeacht of het om literatuur, muziek of plastische kunsten gaat. Eindigt een nummer op bladzijde 100, dan zal het daaropvolgende nr van dezelfde jaargang aanvangen met blz 101.
Opmerking: Uit estetisch oogpunt bekeken is een blz. nr vaak storend en zal het daarom vaak weggelaten worden. De blz zal echter wél meetellen en mede vermeld worden in de inhoudstafel achteraan.
2. De bladzijdenummering per rubriek
Deze wordt aangeduid door de letters en cijfers vóór de schuine streep. Ze geven een aparte nummering aan de kunstdisciplines die in vier hoofdrubrieken werden ondergebracht: PLA: plastische kunsten - LI: literatuur - MU: muziek en TO: toneel. Ook de rubriekbladzijdenummering loopt door (per rubriek, uiteraard) over één nr. en over de verschillende nrs van één jaargang.Voorbeeld: Het 1e nr van een jaargang opent met een muziekbijdrage van 4 blz. Deze zullen aangeduid worden met volgende rubriek- en doorlopende bladzijdenummers: MU 1/1, MU 2/2, MU 3/3 en MU 4/4. Volgt hierop een kortverhaal van 3 blz: LI 1/5, LI 2/6, LI 3/7. Een plastisch werk hierna krijgt het nr: PLA 1/8.
De hoofdrubrieken PLA, MU, LI, TO, groeperen volgende genres:
PLA: Schilder- en tekenkunst en alle vormen van grafiek/ Fotografie / Architektuur/ Beeldhouwkunst/ Essayistisch werk over deze kunsten.
MU: Alle vormen en soorten van muziek, m.i.v. partituren en literatuur over muziek.
TO: Alle vormen van toneel (behalve opera die onder MU valt) / Film/ Pantomime/ Ballet/ Andere vormen van dans/ Essay over deze genres
LI: Kreatief proza / Essay/ Poëzie/Kroniek/ Redaktionele teksten en alles wat niet onder de drie voornoemde genres thuishoort.
[Deel 11, pagina *15]
PLA | ||
Architektuur | ||
Kreatie inleidende biz + lay out & | (PLA 100/215 | |
fotografie | Marc Bruylants | (PLA 123/238 |
Belle Vie | ||
Originele offset-multiple | J.M. Legrand | --- |
Aan de Leie | ||
Kreatie titelblz | Marc Bruylants | LI 117/239 |
Astro-Archeologie | (LI 123/245 | |
Kreatie titelblz + portret Prof. A. Thom | John E. Palmer | (LI 125/247 |
Earth Mysteries | (PLA 124/257 | |
Titelblz + Vier etsen rond Msoura | John E. Palmer | (PLA 133/269 |
Een Cyclus Liefdeleven v.R. Verbeeck | (LI 145/277 | |
Titelblz + Portret van R. Verbeeck | J.M. Legrand | (LI 148/280 |
Proeve tot Hemelvaart | J.M. Legrand | PLA 134/295 |
Kom in de wereld van J.M. Legrand | ||
Kreatie titelblz | John E. Palmer | PLA 136/301 |
Naar Utopia/Scheldefeeërie/ | (PLA 138/303 | |
Wraak/Wintervlucht | J.M. Legrand | (PLA 145/310 |
De Overwinning | Marc Bruylants | PLA 146/313 |
Bremer Stadsmuzikanten (skulptuur) | Prof. Marcks (Bremen) | PLA 148/319 |
Spotprent Museum Moderne Kunst | J.M. Legrand | PLA 150/331 |
Spotprent Abstrakte Aap | J.M. Legrand | PLA 152/333 |
LI | ||
Interview Architekt Gerard Cools | Marc Bruylants | (PLA 100/215 |
(PLA 123/238 | ||
Aan de Leie (verhaal) | Francis De Preter | (LI 117/239 |
(LI 122/244 | ||
Astro-Archeologie (wetenschap. artik.) | Prof. Alex. Thom | (LI 123/245 |
Vertaling F. Verbinnen | (LI 133/255 | |
De Megalithische Steenkring van | (LI 135/259 | |
Msoura (een reisverslag) | John E. Palmer | (LI 138/262 |
Drukke Dinsdag (verhaal) | John E. Palmer | (LI 139/271 |
(LI 141/273 | ||
Eenzaam (gedicht) | Heimo Pihlajamaa | LI 143/275 |
Een cyclus Liefdeleven van René | (LI 145/277 | |
Verbeeck (essay) | Ludo Frateur | (LI 156/288 |
Vijf gedichten van René Verbeeck | René Verbeeck | (LI 157/289 |
(LI 162/294 | ||
Lieve II & III (gedichten) | Ludo Frateur | (LI 163/297 |
(LI 166/299 | ||
Na de Prediktor (gedicht) | Miel Vanstreels | LI 167/311 |
Grüsse aus Bremen (verhaal) | Mare Bruynseraede | (LI 169/315 |
(LI 172/318 | ||
Twee gedichten v. Marjan De Ryck | Marjan De Ryck | LI 173/321 |
Twee gedichten v. Jeël Bollan | Jeël Bollan | LI 175/323 |
Het Innerlijk Behang | Redaktie | (LI 177/325 |
(LI 182/330 |
[Deel 12, voorplat]
12
BEZIELD ARTISTIEK KREATIEF TIJDSCHRIFT driemaandelijks
[Deel 12, pagina *17]
Jaargang 3 Nummer 12 - Oktober/November/December 1979
Redaktie: M. Bruylants, M. Bruynseraede, F. De Preter, J.M. Legrand en M. Thienpondt
Werkten mee aan dit nummer: Maarten D. Benedictow, Remi De Cnodder, Henri Decoster, Aleidis Dierick, Gigi Guadagnucci, John E. Palmer en Godelieve Vandromme.
Doelstellingen van Deus ex Machina en Samenstelling van het blad: zie keerzijde.
Ieder kunstenaar is artistiek verantwoordelijk voor zijn bijdrage.
Oplage: 400 exemplaren - Druk: AB Dick 320 en Multilith.
Typografie: IBM 71 & fotozetwerk - Kaft & lay out: J.M. Legrand
Abonnement:België: 400 frank op rekening 789-5181310-73 van D.e.M. te Schoten.
Nederland & andere landen: 450 BF per internationaal postmandaat tnv Mevr. L. Denissen J. Jordaensstr 4 - B 2120 Schoten.
Losse nummers: 120 BF - Nog verkrijgbaar: nrs 3, 4, 6, 7, 9 en 11
Administratie: Mevr. L. Denissen J. Jordaensstr 4 2120 Schoten
Redaktie & Verantwoordelijk Uitgever: M. Bruynseraede Groenelaan 52 2230 Schilde
[Deel 12, pagina *18]
DEUS EX MACHINA heeft de intentie kunstenaars uit diverse disciplines samen te brengen, wier werk in de lijn ligt van het streven van de oprichters, met het doel: 1) tot onderlinge vriendschap bij te dragen, 2) de kreatieve en artistieke ontwikkeling te bevorderen, en 3) in gezamenlijke initiatieven getuigenis af te leggen van de geest die de groep bezielt.
Het groot formaat en de losbladigheid van DEUS EX MACHINA, werden gekozen omdat:
1. | de groep diverse kunstdisciplines telt die elk over de nodige ruimte moeten kunnen beschikken. |
2. | de losbladigheid de abonnee na kennisname inspireert tot een hergebruik van de artistieke bijdragen. Een gedicht, verhaal, partituur, kunnen uit het tijdschrift meegenomen worden naar school, werk, doorgegeven worden aan vrienden, ingelijst worden, enz... |
3. | de losbladigheid toelaat de gemengde bijdragen uit elkaar te halen en apart te klasseren: rubriek per rubriek. Daartoe werd een speciale bladzijdenummering ontworpen. |
Hoe funktioneert de bladzijdenummering?
1. De doorlopende bladzijdenummering
Deze wordt aangeduid door het cijfer achter de schuine streep. De nummering loopt door, over ALLE artistieke bijdragen, van de eerste tot de laatste bladzijde van een nummer (behalve de ‘technische fiche’ vooraan en de inhoudstafel achteraan) én over de verschillende nrs van één jaargang.Voorbeeld: Elke bladzijde wordt kronologisch genummerd, ongeacht of het om literatuur, muziek of plastische kunsten gaat. Eindigt een nummer op bladzijde 100, dan zal het daaropvolgende nr van dezelfde jaargang aanvangen met blz 101.
Opmerking: Uit estetisch oogpunt bekeken is een blz. nr vaak storend en zal het daarom vaak weggelaten worden. De blz zal echter wél meetellen en mede vermeld worden in de inhoudstafel achteraan.
2. De bladzijdenummering per rubriek
Deze wordt aangeduid door de letters en cijfers vóór de schuine streep. Ze geven een aparte nummering aan de kunstdisciplines die in vier hoofdrubrieken werden ondergebracht: PLA: plastische kunsten - LI: literatuur - MU: muziek en TO: toneel. Ook de rubriekbladzijdenummering loopt door (per rubriek, uiteraard) over één nr. en over de verschillende nrs van één jaargang.Voorbeeld: Het 1e nr van een jaargang opent met een muziekbijdrage van 4 blz. Deze zullen aangeduid worden met volgende rubriek- en doorlopende bladzijdenummers: MU 1/1, MU 2/2, MU 3/3 en MU 4/4. Volgt hierop een kortverhaal van 3 blz: LI 1/5, LI 2/6, LI 3/7. Een plastisch werk hierna krijgt het nr: PLA 1/8.
De hoofdrubrieken PLA, MU, LI, TO, groeperen volgende genres:
PLA: Schilder- en tekenkunst en alle vormen van grafiek/ Fotografie / Architektuur/ Beeldhouwkunst/ Essayistisch werk over deze kunsten.
MU: Alle vormen en soorten van muziek, m.i.v. partituren en literatuur over muziek.
TO: Alle vormen van toneel (behalve opera die onder MU valt) / Film/ Pantomime/ Ballet/ Andere vormen van dans/ Essay over deze genres
LI: Kreatief proza / Essay/ Poëzie/Kroniek/ Redaktionele teksten en alles wat niet onder de drie voornoemde genres thuishoort.
[Deel 12, pagina 438]
INHOUDSTAFEL
PLA | ||
Rudolf Nilsen | ||
Kreatie titelblz & titel | J.M. Legrand | PLA 153/335 |
(PLA 155/349 | ||
Vijf litho's uit ‘Een busreis naar Antwerpen’ bij gedichten van R.N. | J.M. Legrand | (PLA 163/365 |
Gigi Guadagnucci | ||
Kreatie Titelblz | J.M. Legrand | PLA 165/369 |
Biografische & Kunstkritische | (PLA 167/371 | |
beschouwingen | Remi De Cnodder | (PLA 169/373 |
Drie beeldhouwwerken in marmer | Gigi Guadagnucci | (PLA 171/375 |
(PLA 175/379 | ||
Kapellenbos 1944: Kreatie titelblz | Marc Bruylants | LI 211/387 |
Bio - logika | Marc Bruylants | PLA 177/401 |
Watersymfonie - Kantwerk | Z. Godelieve Vandromme | PLA 179/407 |
Be-leefde Beelden uit Brussel | J.M. Legrand | (PLA 181/409 |
Vijf lithografieën | (PLA 193/421 | |
De gedrukte prent: echt of vals | Henri Decoster | PLA 195/423 |
Spotprent: Zoogdieren uit het | (PLA 198/436 | |
Noordpoolgebied | J.M. Legrand | (PLA 199/437 |
LI | ||
Rudolf Nilsen | (LI 183/337 | |
Essay over de dichter | Maarten D. Benedictow | (LI 192/346 |
Negen gedichten van R. Nilsen | Maarten D. Benedictow | (LI 193/347 |
(LI 203/367 | ||
Drie gedichten | Marc Bruynseraede | (LI 205/381 |
(LI 209/385 | ||
Kapellenbos 1944 - Verhaal | Francis De Preter | (LI 211/387 |
(LI 217/393 | ||
Drie gedichten | Francis De Preter | (LI 219/395 |
(LI 223/399 | ||
Twee gedichten | Aleidis Dierick | (LI 225/403 |
(LI 227/405 | ||
Citaat uit ‘The Marriage of Heaven and Heil’ | William Blake | LI 229/425 |
Rubriek: ‘Het Innerlijk Behang’ | m.m.v. Michel Thienpondt | (LI 231/427 |
J.M. Legrand en de redaktie | (LI 238/434 |