Biblia dat is, de gantsche Heylighe Schrift, grondelick ende trouvvelick verduydtschet, Met verklaringhe duysterer woorden, redenen ende spreucken [etc.] (Deux-Aes bijbel)

HET EERSTE Boeck der Chronica.

Dat Eerste Capittel.

1. Gheslachte Adam tot op Israel, 35. de kinderen Esau, 43. met tsamen den Koninghen ende Uorsten in Edom.

A.1

^a ADam, ⁺ Seth, Enos,

a Gene. 2.a.8. ende 4.c.25. ende 5.a.6.

+ Adam.

2

Kenan, Mahaleel, Iared,

3

Hanoch, Methusalah, Lamech,

4

Noah, Sem, Ham, Iapheth.

5

^b De kinderen Iapheth zijn dese: ⁺ Gomer, Magog, Madai, Iauan, Thubal, Mesech, Thiras.

b Gene. 10.a.1.

+ Iapheth.

6

Nu de kinderen Gomer zijn: Ascenas, Riphath, Thogarma.

7

De kinderen Iauan zijn: Elisa, Tharsisa, Chitim, Dodanim.

8

De kinderen Ham zijn: ⁺ Chus, Mizraim, Put, Canaan.

+ Ham.

9

Nu de kinderen Chus zijn: Seba, Heuila, Sabtha, Ragema Sabtecha. De kinderen Ragema dan zijn: Scheba ende Dedan.

B.10

Chus dan genereerde Nimrod: ⁺ die begonst gheweldich te zijn opter Aerden. ⁺

+ Nimrod.

+ Gene. 10.a.8.

11

Mizram genereerde Ludim, Anamim, Lehabim, Naphthuhim,

12

Pathrussim, Casluhim: van welcken zijn voortghekomen de Philistim ende Caphthorim.

13

Canaan dan genereerde Zidon synen eersten sone, ⁺

+ Canaan.

14

Heth, Iebusi, Amori, Girgosi,

15

Heui, Arki, Sini,

16

Arwadi, Zemari ende Hemathi.

17

De kinderen Sem zijn dese: ⁺ Elam, Assur, Arphachsad, ⁺, Lud, Aram, Uz, Hul, Gether ende Masech.

+ Sem.

+ Gene. 10.c.22. ende 11.b.10,

18

Arphachsad dan genereerde Salah. Salah genereerde Eber.

19

Eber werden twee sonen geboren, ⁺ deen hiet Peleg, daerom dat te syner tijt het lant ghedeylt wert, ende zijn broeder hiet Iaktan.

+ Eber.

C.20

Iaktan genereerde Almodad, Saleph, Hazarmaueth, Iarah,

21

Hadoram, Usal, Dikla,

22

Ebal, Abimael, Scheba,

23

Ophir, Heuila ende Iobab: dat zijn altemael Iaktans kinderen.

24

Sem, Arphachsad, Salach, Eber, Peleg, Regu,

[fol. 134v]

25

Serug, Nahor, Tharah,

26

^c Abram, ⁺ dat is Abraham.

c Gene. 11.c.26.

+ Abram.

27

^d Nu de kinderen Abrahams zijn: Isaac ende Ismael.

d Gene. 16.b.15. ende 21.a.3.

28

Dit is haer geslachte: ⁺ De eerste sone Ismaels: Nebaioth, Kedar, Abdeel, Mibsam.

+ Ismaels kinderen.

29

Misma, ⁺ Duma, Masa, Hadad, Thema,

+ Gene. 25.b.11.

D.30

Ietur, Naphis, Kedma. Dat zijn de kinderen Ismaels.

31

Maer de kinderen Ketura Abrahams bywijf, ⁺ die zy baerde, zijn: Simram, Iaksan, Medan, Midian, Iesbak, Suah. ⁺

+ Ketura kinderen.

+ Gene. 25.a.2.

32

Nu de kinderen Iaksan, zijn: Scheba ende Dedan.

33

^e Ende de kinderen Midian zijn: Epha, Epher, Henoch, Abida, Eldaa: dat zijn altemael Ketura kinderen.

e Gene. 25.a.4.

34

Abram genereerde Isaac. ⁺ Ende kinderen Isaac zijn: Esau ende Israel.

+ Isaac. Esau. Israel.

35

^f De kinderen Esaus zijn: Eliphas, Reguel, Ieus, Iaelam, Korah.

f Gene. 36.a.9.

36

De kinderen Elifas zijn: Theman, Omar, Zephi, Gaetham, Kenas, Thimna, Amalek.

37

De kinderen Reguel zijn: Nahath, Serah, Samma ende Misa.

38

De kinderen Seir zijn: ⁺ Lothan, Sobal, Zibeon, ⁺ Ana, Dison, Ezer, Disan.

+ Seir.

+ Gene. 36.c.20.

39

De kinderen Lothan zijn: Hori, Homam: ende Thimna was Lothans suster.

E.40

De kinderen Sobal zijn: Alian, Manahath, Ebal, Sephi, Onan. De kinderen Zibeon zijn: Aia ende Ana.

41

De kinderen Ana: Dison. De kinderen Dison zijn: Hamram, Esban, Iethan, Chran.

42

De kinderen Eser zijn: Bilhan, Sarwan, Iaekan. De kinderen Disan zijn: Vz ende Aran.

43

Dit zijn de Koninghen die daer gheregeert hebben inden lande Edom, ⁺ eer daer dan een Koninck regeerde onder den kinderen Israels: ⁺ Bela de sone Beor, ende zijn stadt hiet Dinhaba.

+ Koninghen in Edom.

+ Gene. 36.d.31.

44

Ende doe Bela sterf, wert Iobab de sone Sera van Bazra, Koninck in zijn stede.

45

Ende doe Iobab sterf, wert Husam wt der Themaniter lant, Koninck in zijn stede.

46

Doe Husam sterf, wert Hedad de sone Bedad, die de Midianiters sloech inder Moabiten velt, Koninck in zijn stede: ende zijn stadt hiet Awith.

47

Doe Hadad sterf, wert Samla van Masrek Koninck in zijn stede.

48

Doe Samla sterf, wert Saul van Rehoboth aent water, Koninck in zijn stede.

49

Doe Saul sterf, wert BaalHanan de sone Achbor Koninck in zijn stede.

F.50

Doe BaalHanan sterf, wert Hadad Koninck in zijn stede: ende zijn stadt hiet Pagi, ende zijn wijf hiet Mehetabeel, een dochter Madred, die Mesahabs dochter was.

51

Doe nu Hadad sterf, ⁺ werden Vorsten te Edom: Vorst Thimna, Vorst Ala, Vorst Ietheth.

+ Vorsten in Edom.

52

Vorst Ahalibama, ⁺ Vorst Ela, Vorst Pinon,

+ Gene. 37.e.40.

53

Vorst Kenas, Vorst Theman, Vorst Mibzaar,

54

Vorst Magdiel, Vorst Iram: dat zijn Vorsten te Edom.