Den dapperen prins Karel van Lotharingen
(1744)–Anoniem Dapperen prins Karel van Lotharingen, den– Auteursrechtvrij
[pagina 86]
| |
Stemme: Ryssel gy Schoone Stede, of een Prins van Oostenrijk.
WY staan hier in het Veld,
Ryssel gy schoone Steede,
Met ons Armee gesteld,
Om al u schoonighede
Met aandagt te bemerken,
Gy staat ons seer wel aan,
Wat men nog uyt sal Werken:
Sal den tyt ons leeren gaan.
De Stad Ryssel
Al 't geen dat gy daar segt:
Zijn my geen nieuwigheden
Maar segt my eens te regt,
Uyt enkel deugt en zeeden,
Wat is dog u verlangen:
Dat gy daar soo blyft staan,
Tragt gy my te ontfangen:
't Waar veel beeter haast gedaan.
't Geallieerde Krygsvolk
Gy waart haast aangerand,
Als onse generaalen,
Maar gaven de command,
Wy tragten meenig maalen,
Ons iver te doen blyken,
Door vinnig staal en vuur,
| |
[pagina 87]
| |
En noit niet af te wyken,
Wy verlangen maer die uur.
De Stad Ryssel.
Tragt gy hier dog niet naar,
Want al mijn schoone Werken,
Sijn magtig ende swaar,
Die my koomen versterken,
Dus wilt het wel onthouwen,
Dat eer u gantsch Armee:
In stuk sal sijn gehouwen,
En dan noch geen winst hier mee.
't Geallieerde Krygsvolk.
Wy laggen met u trots
En al u grootsigheeden:
Gy spreekt al veel te schots,
Men vind wel ander Steeden:
Die wy konnen aanranden,
Hier in u Frans gebied
In u land 't uwer schande,
Gy nu contributie siet.
't Geallieerde Krygsvolk voorders.
Schoon dat men van dit jaar
Geen Steden quam te winnen
Wy vraegen daer niet naer
En sijn gerust van sinnen
Wy hebben dat wy wenschen
Van goeden kost en drank
In u eygen Provintie
Dank den Boer op onsen sank.
Crygsvolk.
De vrugten van het Veld
Die zijn tot ons behoeven
Wy koopen sonder gelt
't Welk den Boer doet bedroeven
Veel Boomen wy afhouwen
| |
[pagina 88]
| |
Soo veel men wenst naer eys
Om dat wy kooken souwen
Potten, Spek en ander vleis.
Crygsvolk nog voorders.
Van alle proviand
Komt 'er in abondantie
Elk trekt wat by der hand
Dus sijn wy in florantie
Men wenst geen beeter leeven
Als daar wy nu in sijn
Den Heere komt ons geeven
Goeden moet en geen Chagryn.
Besluyt.
Oorlof dan voor dees reys
Wy sullen ons commanden
Waarneemen naer den eys
Voor Steeden of in landen
Wy wenschen maer te vegten
Als het maar nuttig waar
Kan men nu niet uitregten
Zoo kan 't sijn in 't ander Jaar.
|
|