Dagblad van de Provincie Limburg, donderdag eersten Maart 1827

[p. 4]

Een nieuw liedeken getrokken uit deze Geschiedenis.

Stemme: Van den handel.

Zondarig mensch blyft hier wat staan

en hoort dees wonder zaak eens aan
waaragtiglyk geschiet
zoo ons word bediet
in Vrankryk gebleken
een Kruis dat heeft daar in de logt gestaan
in het oogmerk meer als dry duizend man
die van die zaak gewis
geven getuigenis hoe het gebleken is.

Het was den dag van eenen Jubilée
dat den zondaar in pys en vree
hem heeft met God verzoent
en hem dangbaar toont
gaande met de processie
dan heeft tig voor de groote kerkdeur
de logt verandert dat een ieder speurt
veranderingen zag en als men wel betrag
dit wonder kruis daar zag.

Naar die oogmerk wilt verstaan

was het wel tagtig voeten lang
tagtig voeten breed die kouleur dat het heeft
was gelyk aan zilver
het hoofd stond naar de zon zoo zy op gaat
de voeten naar waar dat zy slaepen gaat.
de logt zuiver en klaar
een half uur voorwaar
zonder verandering daar.

Den iever en godvreezendheid

die men zag van het volk gelyk
met de handen te gaar op hun knien daar
hebben zy geroepen tot drymaal
viva Jesus viva het Kruys
als dan zyn zy getreden in Gods huys
of in de kerke daar
het Kruys verdween voorwaar
terwyl zy binnen waren.

Den uitval was gelukkig daar
naar het kruis te hebben gezien voor waar
veel met hertnekkigheid
onbeweegelyk waren versteent gebleven
zyn doen genadert tot het Sacrament
hebben in de bigt hunne fout bekend
en hun zonden geboet
zy riepen met oodmoed
Jezus genade doet.

Zondaars gy zyt nu al bekend
hoe ons God aan het firmament
zyn wonder teekens geeft
die hertnekkik leeft
en wygert die genade
nu toont zich het kruis tot vergiffenis
vreest tog in het oordeel dat het te laat is
dan dient het ons tot straf
daarom legt u sonde af en deze straffe ach

Christenen van het rooms geloof

dat gy dees waarheid niet verdooft
want dan vreest voor Gods straf
dit is gezonde af
van den Bisschop wilt weten
want het een waaragtige waarheid is
ouders vermaant uw kinders
voor gewis zoo wel groot als klein
bid Jezus in het gemyn
voor al het geen ons mag zalig zyn.