Dagblad van de Provincie Limburg, donderdag eersten Maart 1827

[p. 1]

Dagblad van de Provincie Limburg, donderdag eersten Maart 1827.
Berigt

Over de verschyning van een blinkend Kruijs in de parochie van de Migné, gedaan aan zyne Hoogweerdigheid den Bisschop van Poitieres en gedrukt door zyn bevel.

Wy ondergeteekende, Pasquier, pastoor van Saint-Porchaire en Marsault, almoesenier van het koninglyk kollegie van Poitiers ons vereenigd hebbende, sedert eene maand en half, niet den eerweerden heer Bouin-Beaupré, Pastoor te Migné om aan zyne parochiaenen de oefeningen van het jubilé te bedienen, hebbende de eer om aan uwe hoogweerdigheid kennis te geven van den buitengewoonelyken voorval, waar van wy ooggetuigen geweest zyn op het sluiten van onze state De leerzaamheid, benevens den iever van het grootste getal der inwooners dezer gemeente, vertroosten ons over onze werkzaamheden; doch wy hadden te zugten over de wederspannigheid van verscheidenen die de pogingen van onzen iever voor hen geheel vrugteloos maakten.

Op Zondag 17 dezer maand, hebben wy de oefeningen van het Jubilé geslooten door de planting van een Kruis, plegtigheid, die door twee of dry duijzend menschen van Migné en de omliggende parochien bygewoond wierd; het Kruis geplant zynde, op het oogenblik wanneer eene van ons eene aanspraak aan de gelovige deed, waar in hy hun in het geheugen bragt het Kruis eertyds door Constantinus en zyn leger gezien, wanneer zy tegen Maxentius optrokken, verscheen er in de onderste logtstreek, boven de kl[...] plaats, voor de groote kerkdeur, een blinkend Kruis, [...]

[p. 2]

honderd voeten boven den grond, waardoor het ons gemakkelyk was er de groote byna van te schatten, welk ons dagt te zyn 80 voeten: zyne gelykvormigheden waren zeer regelmatig, en zyne omtrekken zeer fraay geschikt, schetsten zich volkomenlyk af in eene heldere locht, de welke nochtans begon te verduysteren want het was ontrent vyf uren 's avonds. Dit kruis van zilverkoleur was vlak geplaatst in de gelegenheid der kerk, den voet aan den Oosten en het hoofd aan den Westen, zyne koleur was hetzelve in gansch zyne uitgestrektheid, en heeft zich staande gehouden zonder verandering ontrent een half uur eindelyk, de processie de kerk weer ingetreden zynde, is dit kruis verdwene.

Men kan zich geen denkbeeld maken, Hoogweerdigen Heer, van de godsdienstige ontroering die plotselings de aanschouwers trof op het aanzien van dit kruis: byna alle vielen zy op hunne knieen, met vervoering herhalende, de handen hemelwaarts geheven, den lofzang: Dat Jezus leve! dat zyn Kruis leve!

Dit wonder, het welk wy betuigen, het welk met ons getuigen de ondergeteekende en het geen bereyd zyn te getuyge met hen alle de gene die er ooggetuygen van geweest zyn, heeft gelukkige uitwerksels voortgebragt, van den zelfden avond, en nog meer den dag daarna, verscheidene persoonen die wederspannig aan de gratie gebleven waren, zyn genaderd tot den stoel van boedveerdigheid en hebben zich met God verzoend.

Pasquier, Pastoor van St. Porchaire: Marsault, almoesenir van het koninglyk kollegie: Bouin-Beanpré, pastoor van Migné: De-Curzon, meyer van migné: Naudin, adjoint: Marrot, kerkmeester: Serault, kerkmeester: Landry wagtmeester van de gandarmerie te Poitiers: Fournier, voordezen adjudant onder-officier en een-en-veertig andere handteekeningen.

Migné, den 22 December 1826.

Verklaard gelykvormig aan het orrigineel geplaatst in de Secretary van het Bisdom.

pain, Kanonik, Secretaris.