Cupidoos Maegde-Kruyt
(1685)–Anoniem Cupidoos Maegde-Kruyt– AuteursrechtvrijRokende uyt een Virgijnis-Pijpje de znaeck-en smakelijckste geuren, en vermakelijkste Rijm-Gezangen
[pagina 27]
| |
My in een scheepjen van liefde en vreugt,
De baeck was d'eerbaerheyt van uwe jeugt.
De schoonheyt van u soete meyt,
Was het Compas het welck my heeft geleyt,
Door liefdens woest en ongestuyme zee;
'k Docht te genaken een gewenste ree.
Ick dacht ick seylde voor de wint,
De schipper was het blinde Venus kint
Dat door getrouwighheyt van weder min
My bracht in zee, op hoop van u Godin.
Op hoop van weerliefs vaste gront
Smeet ick mijn ancker, maer geen vastheyt vont,
Soo dat ick schielick dreef op rotz en klip,
Door felle buyen brack het liefdens schip.
Iuffrou dit is geseyt hoe dat
Mijn hoop op u geen wederliefde vat,
Soo dat ick me door liefdens tegenspoet
Verga, gelijk het liefdens scheepjen doet.
|
|