beter leven in een verre toekomst. Tenslotte wordt de staking verloren. Waarom? Ook hierop geeft Tokunaga antwoord. Hij geeft ons tevens bericht over de oorzaken van deze staking en het verloop ervan, over de figuren aan de eene kant zoowel als aan de andere kant der barricaden. Hij vertelt van onderkruipers en rechercheurs, van directeuren en voorzitters, van vakvereenigingen, en vooral van de honger, waardoor deze staking gedoemd was verloren te worden. Tokunaga doet ons in ‘Die Strasze ohne Sonne’ niet alleen het verhaal van de staking bij de Kyodo-maatschappij in Tokio, doch van elke staking in elk land. De wereld, waarvan wij meenen, dat ze zoo groot is, blijkt tenslotte zoo klein. Overal wordt menschen het beetje geluk onthouden, waarop zij recht hebben, overal onderdrukt de eene klasse de andere, overal vinden stakingen plaats en worden ze nog vaker verloren dan gewonnen. Het is daarom noodzakelijk, logisch en niet anders mogelijk, dan dat komende literaire werken steeds weer en opnieuw de armoede der menschen als uitsluitend onderwerp zullen hebben. Van deze armoede - ditmaal de armoede, waaronder de drukkers van Tokio gebukt gaan - geeft Tokunaga aangrijpende schilderingen: ‘Die Senkawa-Rinn hatte vollkommen ihre alte Gestalt verloren. Ueber ihr hingen die kleinen Balkone der Arbeiterbaracken: auch die Küchen und die Aborten waren zum Teil über den Graben gebaut. Die Rinne wurde mit Aschenhaufen, zerbrochenen Flasschen, Lumpen und Papier zugeworfen und bewies nur durch die periodischen Ueberflutungen ihre Existenz. Diese Senkawa-Kloake war die Mitte der Strasze im Tal. Je weiter man von ihr fort den Abhang der Berge hinaufstieg, desto reicher wurden die Bewohner; es hiesz gleichzeitig, dasz man sich von dem schmutzigen Wasser entfernte und der Sonne näher kam. Hier war das Barometer, dasz die verschiedenen Klassen der Gesellschaft anzeigte.’ Ook deze beschrijving is niet alleen op Tokio van
toepassing.
Groot en sloopend is de nood, die tijdens deze staking door de Japansche typografen werd geleden. Vooral Takae en haar zuster Okaja, twee arbeidsters, hebben er onder te lijden, doch ook Hagimura, één der leden van het stakings-comité, en Miatij, Moriga en alle andere arbeiders gaan er aan te gronde. Romanhelden in den gewonen zin van het woord heeft dit werk slechts twee: de werkgever en de werknemer. Het eigenlijke verhaal is dan ook alledaagsch en eentonig (eentonig in de beteekenis, die Multatuli in zijn Max Havelaar aan dit woord hechtte). Arbeiderslevens, zooals ze overal, niet alleen in Tokio, geleefd worden. Een vader, die den komenden tijd niet begrijpt en tegen zijn dochter, die aan de staking deelneemt, in opstand komt; een arbeidster, die in de gevangenis