wel een heel raren kijk op zichzelf en hun prestaties te hebben. De zaak is dat ik, wat het meerendeel van hen betreft, geen oogenblik in de oprechtheid van hun keuze kan gelooven. Literatuur is in de Engelsch sprekende landen een niet te versmaden baten afwerpend bedrijf. Er is groote vraag naar het artikel, velen verdienen er een behoorlijk stuk brood aan, enkele gelukkigen worden er rijk in. Het vak wordt dan ook druk en, het zij erkend, met talent beoefend. U kunt het, met eenige inspanning, tegen billijke condities ook leeren, per schriftelijken cursus, zooals men hier Fransch leert. En het aardige is, na de eerste oefeningen reeds levert het profijt op. You earn while you learn. Behalve literatuur studeert ge meteen economie. De meeste Engelsche schrijvers zijn geen slechte zakenmenschen. Onze 21 beroemde namen althans blijken hun Pappenheimers te kennen; terwijl één oog de portefeuille inspecteerde bleef het andere op de markt gericht. Ze hebben de bedoelingen van de uitgevers volkomen begrepen en het honorarium zal in elk geval in orde zijn geweest.
Het resultaat van deze vlotte samenwerking... Wel, zei ik al niet dat de Engelschen meesters van het korte verhaal zijn. De eerlijkheid gebiedt ronduit te verklaren dat wie ontspanning zoekt ruimschoots waar krijgt voor zijn tweeëneenhalven dollar en dat deze ‘ontspanningslectuur’, àls ontspanningslectuur, in elk geval van de goede soort en van hooge kwaliteit is. Zooals de uitgeefster, met gematigden trots en onvergelijkbaar koopmanschap, het uitdrukt: ‘Hier vindt men realisme en romantiek, avonturen en genre-stukjes, sentiment, humor en pathos, en alle zijn gewrocht door de hand van een meester.’ En het is geen woord te veel gezegd. Mijn liefje wat wil je nog meer.
Ja, wat wil ik eigenlijk nog meer. In technische beheersching van het materiaal en mechanische geraffineerdheid van intrigue, in losheid en levendigheid van stijl hebben vele van deze schrijvers het volmaakte bereikt, sommige stories loopen als een perfect gesmeerde machine. Helaas, ik geef geen zier om de spannendste verwikkeling van een ‘thriller’, de wonderbaarlijkste adembenemende raadselen van een moordzaak laten me even wonderbaarlijk koud. Maar ik hoop altijd weer, als ik een boek open, o, aarzelend, schuchter, met het besef werkelijk onredelijk en onrechtvaardig te veel te eischen hoop ik... het Wonder te beleven.
Het maakt me bitter als ook de literatuur, die me zóó lief is, zich prostitueert tot een narcoticum. Dwaasheid natuurlijk. Schrijvers zijn ook maar menschen. En zoo slecht is het met dit boek weer niet. Er zijn ook hier wel enkele gevoelige, fijne en navrante dingen te vinden. Ach ja. Maar één gewaarwording overheerschte onder