ten uit te buiten, en een vruchtbaarheid aan den dag leggen welke, met haar kracht, wijst op een eerlijk inwendig leven. Deernis met de slachtoffers van het nieuwe régime in Rusland is het leitmotiv van al rijn romans en novellen: hij wijdde er een forsch werk aan, Nuits de Princes, en, in dezen nieuwen bundel, een tiental verhalen die in Kessel een andere echt Fransche traditie verraden: hij weet te vertellen. Zijn verhalen behooren tot de romantische kunst der realisten, van een Maupassant, een Mirbeau, een Barbusse, een Frapié zelfs.
Voor vele andere prozakunstenaars is het van weinig belang, vast te stellen, welke staatkundige overtuiging zij zijn toegedaan; dat hangt met hun graad van objectiviteit samen. Maar - objectief en romantisch!!! hoe wil dat samengaan? Subjectief - niet lyrisch echter - is steeds al wat Kessel schrijft, hetzij hij eigen oorlogsherinneringen ophaalt in zijn meesterwerk L'Equipage of zijn misselijke testimonia verzamelt onder den titel van Dames de Californie; hetzij hij zich overgeeft aan zijn geliefkoosden reportersarbeid, zooals in zijn reisbeschrijving En Syrie of zijn tendentieuze enquête i.z. het Zionisme, Terre d'Amour - steeds subjectief, kan hij zich niet ten volle aan een onderwerp geven wanneer zijn haat en mededoogen niet wortelen in de politieke overtuigingen die er aan ten grondslag liggen.
Deze felle vijand van het Bolsjewisme ziet en schildert alles in de scherpste kleuren. Hij is, op letterkundig gebied, het ‘gesloten vat, inwendig kokend en gistend, zich openbarend in explodeerende hartstochtelijkheden’, dat Mauriac in sommige erotici ziet. Zou trouwens, voor den psycho-analyst, het natuurverschijnsel van Kessel's geweldigen scheppingsdrang, veel verschillen van het andere, procreatieve natuurverschijnsel?
La Rage au Ventre leest ge in één adem uit. Kessel pakt u beet in zijn ruwe knuist en laat u niet meer los. Hij duwt u neer, met uw beangstigd gelaat op de schrille teekeningen die hij u achtereenvolgens voorlegt. Hij toont u de conterfeitsels van zijn Russische mannen, jonge, idealistische vrouwen en meisjes, van moordenaars en afzetters, spionnen, uitzuigers, kinderen, krankzinnige hongerlijders, uitgeweken slachtoffers en schurken, bijgeloovige Tjekisten, beeldschoone danseressen, zwijgende gitaarspelers, razende samenzweerders, geïllumineerden, gehallucineerden, al die schizoïden welke los van allerealiteitsbegrip, de werkelijkheid willen en moeten beïnvloeden met hun humanitairen, in bloed gedrenkten, droom; die ‘reine harten’, zooals hij allen noemt die hun bestiale redeloosheid volgen met de gehoorzaamheid der mystiek, de reuzen met hun athletenschouders en hun kinderziel - o antithese, dierbaar aan