Eyn corte decleringhe deser spere
(1983)–Anoniem Corte decleringhe deser spere, eyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 84]
| |||||||||||
De planeten en het menselijk lichaam.In de algemene inleiding (p.11-13) is besproken, dat naar middeleeuwse opvatting de mens als mikrokosmos kan worden beschouwd. In het hoofdstuk dat nu volgt, wordt dit denkbeeld meer concreet en in detail uitgewerkt. We geven nu eerst een overzichtje van de inhoud; daarna volgt enige toelichting.
De afbeelding waarop in r.591 gezinspeeld wordt, ontbreekt jammer genoeg. Uit de tekst blijkt het een mannetje geweest te zijn, waarvan de organen zichtbaar waren, en die zich in een ‘spera’ (kosmos) bevond. Het is niet duidelijk, of we daarbij aan een zodiak, of aan de planeten moeten denken; het eerste lijkt op grond van r.591-599 het meest waarschijnlijk. De afbeelding hieronder geeft een indruk van het type afbeelding dat bij de tekst gehoord moet hebben. Zodiakman (uit: Schotel, Vaderlandsche Volksboeken [...], dl. I, p.13)
| |||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||
Dit soort afbeelding, de zgn. zodiakman komt ontzettend veel voor. Het laat zien, welke lichaamsdelen en organen beheerst worden door de tekens van de dierenriem, van hoofd (Ram) tot voeten (Vissen). De distributie komt over het algemeen overeen met wat in onze tekst gezegd wordt. Het tweede type afbeelding toont welke relatie er is tussen de planeten en de organen van de mens. De aard van de planeet stemt overeen met de aard en de functie van het door die planeet beheerste orgaan. Zo beheerst de cholerische Mars de gal, en Mercurius, die met taal en dichtkunst verbonden is, de longen en de tong. Van dit soort afbeelding hebben we helaas geen goed te reproduceren plaatje gevondenGa naar eind1.
Uit onze tekst, maar ook uit veel andereGa naar eind2, blijkt, dat er vooral erg veel belang werd gehecht aan de plaats van de maan in de dierenriem, wat hier verklaard wordt uit de grote snelheid waarmee de maan zich verplaatst, en ook uit de schijngestalten van de maan. Een voorbeeld van de consequenties daarvan voor de medische praktijk: wanneer de maan in Ram staat, het teken dat bij het hoofd hoort, mag een arts beslist niemand aan de hoofdader aderlaten. Ook was de plaats van de maan in de dierenriem doorslaggevend als het erom ging of een bepaald ogenblik wel geschikt was voor aderlaten of het nemen van medicijnen. In ECD staat dat dan ook aangegeven bij de maantabel op F.19R (zie p. 107). Hoe dynamisch de relatie tussen mens en makrokosmos is blijkt in onze tekst vooral uit de opsommingen van lichaamsdelen die telkens door een andere planeet beheerst blijken te worden, afhankelijk van de plaats van die planeet in de dierenriem. De hier gegeven reeksen stemmen in grote lijnen overeen met een zeer soortgelijke tabel uit Hs. Wien N.B. 2818Ga naar eind3. Als we beide teksten goed bekijken, blijkt (en hoe kan het ook anders) dat er een duidelijk systeem zit in deze teken-planeet-lichaamsdeelkoppeling. Uitgangspunt is het verband tussen planeten en hun ‘huizen’. Als eigen huis van een planeet geldt een dierenriemteken waarmee die planeet een bepaalde affiniteit heeft. De zon en de maan hebben elk één huis, nl. de tekens Leeuw en Kreeft. De overige vijf planeten hebben ieder twee huizen. Voor Mercurius zijn dat de Tweeling en de Maagd, voor Venus de Stier en de Weegschaal, voor Mars de Ram en de Schorpioen, voor Jupiter de Boogschutter en de Vissen, en voor Saturnus de Steenbok en de Waterman. Als een planeet in zijn eigen huis staat, is zijn invloed extra sterk. Nu blijkt, dat in onze tekst elke planeet in zijn eigen huis het hoofd beheerst. Als we in het schema kijken, welke lichaamsdelen bijvoorbeeld de zon beheerst als hij zich door de dierenriem voortbeweegt, | |||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||
vinden we het volgende: in zijn eigen huis, de Leeuw, beheerst hij het hoofd, in het teken dat daarna komt, de Maagd, de hals, vervolgens in de Weegschaal de schouders en zo door, tot we in het teken dat aan de Leeuw voorafgaat, de Kreeft, bij de voeten uitkomen. Bij de planeten met twee huizen is het wat ingewikkelder. Jupiter bijvoorbeeld beheerst in allebei zijn huizen, dus in de Boogschutter en in de Vissen, het hoofd. Nu lijkt het erop, dat er in dit geval twee volledige reeksen van hoofd tot voeten geweest zijn; die zijn echter niet helemaal compleet. Ook bij de andere planeten met twee huizen vinden we aanwijzingen, die een oorspronkelijke ‘tweesporigheid’ suggereren. Wel moeten we dan konstateren, dat de tekst erg onvolledig en soms korrupt is. Wat is nu het nut van deze kennis? Onze tekst geeft alleen een voorbeeld waaruit blijkt, dat de invloed van de maan soms een verklaring voor een onverwacht fataal ziekteverloop kan geven. We vermoeden, dat kennis van de relatie mens-kosmos soms preventief gebruikt kon worden. Misschien moeten we ons iets als volgt voorstellen: een patiënt krijgt vreselijke buikpijn, als Mars zich in de Leeuw bevindt en dus, volgens onze tekst, op de buik werkt. Hij moet dan medicijnen hebben, die de schadelijke invloed van Mars tegenwerken. Mars is heet en droog; hij moet dus koude en vochtige medicijnen hebben. | |||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||
F. 12V en F. 13R: Links onder aan F. 12V breekt de tekst af. In de rechtermarge van F. 13R zien we een verbetering.
|
|