Contour. Jaargang 2(1966)– [tijdschrift] Contour– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] Maria de Groot Kerugmatische gedichten 1 Ontsloten sinds mijn geboorte verwacht ik hem. Met medelijden wordt mijn eenzaamheid aangezien. Mijn kracht wordt angstvallig afgemeten. Ogenschijnlijk vind ik als overwinnaar mijn weg, maar de liefste weet dat ik alles verloren heb en dat er voor mij hier niets meer is te winnen. Samen gaan wij de weg van de vernedering. Ons lied is ontsteld, onze liefde een raadsel voor ieder die de gekruisigde niet heeft gezien. 2 Overal zet de nacht zijn gezanten af. Zij infiltreren de dag met hun duister. Demonen zijn het, nat en ontbladerd, lokvogels die zich naar de einder reppen, een handvol onnodig bittere woorden en ik zelf ben vaak een gezant van de nacht, somber gehuld in mijn zwijgzaamheid. Er is geen redding voor ons dan de boodschap: ik ben de geliefde, strek je bij mij uit. 3 Was ik zeker van hem als een vrouw van haar man, wanneer ik riep zou hij altijd komen. Nooit zou ik meer koud zijn en nooit bedroefd, als hij wegging na de bevrediging. Maar hoever reikt uw liefde boven mijn trouw, hoe diep peilt uw woord mijn lauwheid en leugen. Ons evenwicht is wankel, ik sta bij uw gratie, ik lig in uw omarming in luwe genade, omdat u de storm van uw komst hebt getemd. [pagina 180] [p. 180] 4 Mijn handen zijn vaak vuurstenen tegen elkaar. Een vonkenregen heb ik al nagelaten. Maar geen van de wandelaars heeft de brand ontdekt die sluipt en woekert in het kreupelhout. Het levert dan ook voor niemand gevaar op, tenzij er een levende wordt gevonden die lijdt onder dezelfde tekorten en kilte en zich als een vleermuis vastklampt aan de vlammen. Wij zouden elkaar stervend in de ogen kunnen zien. 5 Er is geen uitkomst voor mij. De dood gaat niet over. Ik spring vrolijk op en tol langs de straten, als u mij terecht hebt gebracht aan uw hart. De taal is een zweep die mij slaat en tehulp komt, maar de vaart van mijn aandrift vermindert toch. Wanneer zal ik zeggen: de dood is over? En zal ik die woorden in mijn mond kunnen nemen? Mijn handen die ik om uw hoofd wil leggen, mijn armen die ik om uw hals wil slaan. Vorige Volgende