[Nummer 5-6]
contourlijnen
Met dit redaktioneel kommentaar openen wij het dubbelnummer dat de eerste jaargang van Contour zal afsluiten. De nummers 5 en 6 hadden resp. in juni en augustus moeten verschijnen, maar we wilden de vakantierust van onze lezers niet storen en bovendien de kans niet voorbij laten gaan om een zo afwisselend mogelijke inhoud aan dit nummer te geven. De lezer vindt in Contour 5/6 dan ook behalve een opstel over de hedendaagse poëzie in theorie en praktijk, polemische bijdragen en kritiek, nog twee verhalen van uiteenlopende aard en een koncentratie van gedichten. Bij de lijst van medewerkers staan weer enkele voor Contour nieuwe namen. We wijzen op het opmerkelijke debuut van de jonge Wiel Kusters.
In de 2e jaargang zal het karakter van Contour veranderen doordat de strikt-literaire opzet, die we in de ie jaargang hebben volgehouden, doorbroken wordt. Deze opzet was feitelijk in strijd met de beginselverklaringen waarin we er steeds de nadruk op hebben gelegd, dat de literatuur niet kan bestaan zonder wortels in existentie en samenleving. Het was voor ons echter noodzakelijk ermee te beginnen ons standpunt af te bakenen in de zuiver literaire situatie. Dat dit standpunt niet star, dogmatisch of negativistisch is moet duidelijk zijn voor ieder die onze stellingnames in de verschillende nummers gevolgd heeft. In dit nummer 5/6 hopen we het opnieuw te demonstreren. Misschien dat we dan ook die critici overtuigen die steeds het tegendeel beweerden.
De basis van het tijdschrift zal verbreed worden, omdat in het strikt-literaire het gevaar van een isolement schuilt. Daarom vervalt ook de ondertitel ‘tijdschrift voor literatuur’. Er zal geschreven worden over politiek en religie, twee fundamentele elementen