De C.L. psalmen des conincklijcken propheten Davids(1625)–Anoniem De C.L. psalmen des conincklijcken propheten Davids– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio Ccxvij.v] [fol. Ccxvij.v] Den Loff-sanck, God sy ghelovet end Ghebenedijet. D. M. L. GOdt zij ghelovet end ghebenedijet, Die ons selver heeft ghespijset, Met synen Vleesche end met synen Bloede, Dat gheeft ons Heer Godt te goede, Ki ri e ley son. Heer door dijnen heyligen Lichaem, Die van dijner Moeder Maria quam, En door u heylighe Bloet root, Help ons Heer Godt wt aller Noot, [Folio Ccxviij.r] [fol. Ccxviij.r] Ki ri e ley son. 2. Dy heylich Lichaem is voor ons gegheven, Ten Doot, dat wy daer door Leven, Gheen grooter Goetheydt conde hy ons schencken, Daer by wy zijns souden ghedencken, Kirieleyson. 3. Heer dijn liefde groot dy beweghet heeft, Dat dijn Bloet aen ons groot wonder deed, En heeft betaelt al onse schult, Dat ons Godt is gheworden hult, Kirieleyson. 4. Godt gheeff ons allen syn ghenadich Segen, Dat wy gaen op syne Weghen, In rechter Lieffd' end Broederlijcke Trouwe, Dat ons die Spijs niet Berouwe, Kirieleyson. 5. HEEr dijn heylig' Gheest ons niet verlaet, Die ons geeft te houden rechte Maet, Dat dijne Arme Christenheyt, Leeft in Vreed' ende Eenicheyt, Kierieleyson. Vorige Volgende