[Nummer 273]
Voor de lezers
van de redactie
De Zuid-Afrikaanse auteur J. Coetzee is bij het grote publiek vooral de afgelopen maanden bekend geraakt vanwege zijn laatste roman, Disgrace, die in Nederland werd vertaald onder de titel In ongenade. Ook met zijn autobiografische roman Kindertijd (Boyhood) had Coetzee veel succes.
BZZLLETIN besteedt in dit nummer veel aandacht aan zowel het vroege als het meer recente werk van Coetzee. BZZLLETIN-redacteur Yves van Kempen opent dit nummer met een essay waarin hij ingaat op de specifieke manier waarop Coetzee de (contemporaine) geschiedenis literair verbeeldt. Margreet de Lange bespreekt de censuur waaronder de literatuur van Zuid-Afrika in de tijd van de apartheid leed - een censuur waaraan het werk van Coetzee zich steeds weer opnieuw wist te onttrekken. Jacq Vogelaar geeft in zijn essay een intrigerende verklaring voor Coetzee's speciale positie binnen de literatuur van Zuid-Afrika, Aleid Fokkema las Coetzee's romans in het licht van het genre van de ptas-roman en beschrijft de manier waarop Coetzee het Zuid-Afrikaanse landschap neerzet. Paul Franssen gaat in zijn bijdrage in op de verwijzingen naar de klassieke literatuur die Coetzee in zijn romans verwerkt en BZZLLETIN's poëzieredacteur Ron Elshout keek naar Coetzee's vertaling van, en commentaar op Ballade van de gasfitter van Achterberg, Hester Eymers ten slotte gaat naar aanleiding van Coetzee's ‘lezing’ The lives of animals in op diens opvattingen over de verhouding mens en dier.