[Nummer 272]
Voor de lezers
van de redactie
In dit nummer aandacht voor het oeuvre van auteur, vertaler, literatuurcriticus en tijdschriftredacteur Jacq Vogelaar. Sinds zijn debuut als dichter in 1965 werkte Jacq Vogelaar aan een gestaag groeiend oeuvre van romans, dichtbundels en essays. Als criticus was hij vooral actief in De Groene Amsterdammer, maar zijn literatuurkritieken verschenen ook in tijdschriften als Te elfder ure en, vooral Raster, waarvan hij al decennia lang redacteur is. Vogelaar introduceerde via essays, vertalingen en beschouwingen in genoemde tijdschriften een hele trits auteurs in Nederland, zoals Gadda, Kis, Kipphardt, Koeppen, Musil, Roussel en Schulz. In laatstgenoemd tijdschrift bracht hij ook allerlei onderwerpen onder de aandacht. Zo was een van de meest gedenkwaardige afleveringen van dit tijdschrift gewijd aan zogenaamde ‘Gestoorde teksten’. In dit nummer aandacht voor de verschillende aspecten van het werk van Vogelaar, met essays over zijn werk en met - onder de titel ‘Terugschrijven’ - persoonlijke beschouwingen en reacties op het werk van Vogelaar, van onder meer Martin van Amerongen, Rein Bloem, August Hans den Boef, Yves van Kempen, Chris Keulemans, Colette Krijl, Anthony Mertens en K. Michel. Verder bevat dit nummer nieuw werk van Vogelaar, waaronder enkele nieuwe gedichten. As opening van dit nummer een prozafragment, afkomstig uit Vogelaars nieuwe roman (werktitel Onder de luchtmensen).